GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

het ANTWOORD VAN DEN HEER J. SCHOUTEN.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

het ANTWOORD VAN DEN HEER J. SCHOUTEN.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

II.

We nemen even een sprong, en komen nu tot de opmerking, die de Heer Schouten ten beste geeft inzake de beteekenis der uitgesproken schorsingen en afzettingen.

De Heer Schouten geeft z^jn aandacht aan w? it in het advies der „vijftien" (en ook duizendmaal door anderen en elders) dienaangaande geschreven is. Onzerzijds is, steeds gezegd en volgehouden: de op grond V 'a n a r 11. 79 en 80 K. O. uitgesproken „vonnissen" zijn zóó gefundeerd en geredigeerd, dat uit hun tekst onherroepelijk volgen moet, dat naar het oordeel der schorsende personen, in vergadering bijeen, wij — gelet ook op ons verder gedrag — geplaatst zyn buiten het Rijk van Christus, We herhalen de argumenten evenmin als de om die vonnissen zelf heengeweven rapporten, bidbriefpassages; voor ons is dit alles overbekend en volkomen transparant.

Nu zegt de Heer Schouten (ik heb zijn artikel thans niet bij de hand en citeer derhalve vrij): ja maar, zij, die deze vonnissen zoo hebben ingekleed en gefundeerd, hebben toch later verklaard, dat zij het zóó niet hebben bedoeld als gij, geschorsten, het o p - vat; en nu is het toch christenplicht, deze nadere verklaring te aanvaarden, en daarvan acte te nemen, en in alles er van uit te gaan, en dus niet meer op de zaak terug te komen?

Wij kunnen ons over dezen redeneertrant niet verblijden. Integendeel, we wilden' dat de leider der AIR. Partij zulk spreken vermeden had. Want de onderstellingen, waarvan deze redeneering uitgaat, beteekenen tenslotte de ondergraving óók van de partij, omdat ze neerkomen op een devalueering van de standaarden der chi'istelijke samenleving.

1. In de eerste plaats merken we op, dat wij noch in ons kerkelijk, noch in ons politiek openbare leven met de bedoeling van de heeren Grosheide en Ridderbos en hun genooten ook maar iets te maken hebben, • Daarmee krijgen aUeen te maken hun wijkpredikant en - ouderlingen bjj een eventueel huisbezoek. De b e-d o e 1 i n g van elk synodelid is trouwens telkens weer een andere. Als In een vergadering gestemd wordt, dan kan de één déze, de ander gêne „bedoeling" hebben. Maar als z\j tot stemmen overgaan, , dan vereenigen zij zich in het besluit en (ingeval er een doel officieel aangegeven wordt) in de officieel aangegeven doelstelling. Daarom is het doel der synode alleen te lezen in" de o f f i - cieele papieren der kerken. Het doel was dus o.a. (mede blijkens de verwijzing naar het avondmaalsformulier):

„dat de tafel des Heeren niet !y-: yk, m^i'i)i^sfii!öi. - n i g d worde”,

„dat ZIJn toorn niet over de gansche gemeente worde uitgestort",

„dat hun (der geschorsten) gericht en verdoemenis niet des te zwaarder worde"

(nu zij, blijvende in hun „grove openbare zonde"^, nochtans van de tafel des Heeren zich niet onthouden, ja, de ongeloofelijke opper-scheurmakerszonde aandtm^en die tafel wederom op te richten, te bedienen en te laten bedienen).

2. Ja maar, zal de Heer Schouten zeggen: ze hebben toch althans van één uwer, K. S., verklaard, en dit openlijk, dat de kerk-van Kampen hem niet behoefde af te houden, van het avondmaal. Dat is toch minstens één der offieieele uitspraken. Hij zal vervolgen: -kimt gij deze ééne uitspraak niet rijmen met de andere, het zij zoo; maar: negeer ze niet. — We antwoorden:

a) die ééne uitspraak omtrent K. S. had, INDIEN zij nog eenigen zin en redelijkheid had, alleen kracht voor het oogenblik waarop ze geschiedde. Maar daarna heeft die K. S. zijn door de synod» beweerde „zonde" zóó bont gemaakt en zóó volhardend bedreven, en ertoe opgewekt, dat nü tenminste op zijn hoofd neerkomen moet het voUe gewicht van het oordeel, dat in het (van synodewege aangehaalde) avondmaalsformulier voor de zoodanigen wordt uitgeroepen, en dit zonder eenigen twijfel en zonder eenige beperking;

b) tegenover die ééne nadere uitspraak omtrent dezen éénen man staan de ettelgke andere gevallen, waarin wel degelijk de Qveraars-vóór-de-synode het avondmaal hebben ontzegd, om van de andere details der „zwarte lijst" maar te zwijgen;

c) een incidenteele uitspraak van één synode omtrent één man in é é n zeer momenteele situatie, die dagelijks veranderen kan, typeert de kerk anders dan in de vaste en algemeen gehouden regelen, qualificaties, en bepalingen, waaronder zij allen, die de door haar „geconstateerde zonde" hardnekkig bedrijven, begrijpt eü die zij op hen toepasselijk verklaard heeft.

d) de bovenbedoelde uitspraak omtrent dien é é n e n man kan niet logischer wijze worden verbonden met de op allen-(dus ook hem) toepasselijk verklaarde en zooeven onder c) bedoelde algemeene bepalingen. Als wij nu ons van de bedoelingen losmaken, dan bepalen we ons tot het eenvoudige zeggen: het ééne klopt met het andere niet; een geschorste ambtsdrager mag niet aan Ijet avondmaal komen zoolang de schorsing van kracht is; en dan laten we verder alleen die huisbezoekbroeders zich — eventueel — occupeeren met de psychologische vraag, hoe menschen, die toch wel lezen en exegetiseeren kunnen, een dergelijke ongerijmdheid op hun naam laten staan. Maar als we we 1 naar de bedoelingen gaan gissen en , vragen, nu, dan wordt het er niet beter op. Want dan concludeeren we heel gewoon, dat de synode K. S. wil kwijt wilde, maar geen kans zag, om dat op behoorlijken rechtsgrond te doen (net zooals de duitsers destijds, toen ze met hem „in de maag zaten", zooals dr Donner het eens getypeerd heeft); en dat ze toen, maar met de ééne hand een kerkrechtelijk argumenteerend schande-vonnis hem cp • den rug speldde, en daarna, om hem verder heelemaal „onschadelijk" te maken, die argumentenpericoop van de schandebul heeft afgeknipt, zeggende: Ridderbos en Den Hartogh en wij aUemaal kunnen best met dien openbaren groven zondaar aan de tafel des Heeren aanzitten; hij verontreinigt ze wel (daarom schorsen we hem) maar hij verontreinigt ze niet (en maak er dus geen drukte om). Als de Heer Schouten het weten wil: ze hebben ons allen het diepst beleedigd door de schaar in hun eigen schandebul te zetten. Dat was het begin van de afgeperste demonstratie van goddeloosheid, die in K. S. „straft" wat in ettelijke anderen openlijk getolereerd wordt, die van de avondmaalstafel-logica zich bedient om de professorenkamer schoon te vegen met den bezem van dr H. H. K. en daarna de avondmaalstafel opscheept met een boosdoener voor wien de professorenkamer te goed is.

f) Als de kerk „schorst" en „afzet" en daarna haar woorden niet wil hebben gelezen en verstaan, zóó als ze daar in alle duidelijkheid liggen (in regels, die voor eiken ouderling hanteerbaar moeten zijn), dan devalueert ze haar eigen rechtsbepalingen, dan levert zg eerst recht lederen ambtsdrager over aan de willekeur van knappe „interpretatie-technici", en maakt ze Gods gebod krachteloos door haar één-dags-interpretatie-uiteenzettingen, die, omdat ze één-dags-wa-'Pentjes in een é é n-mans-wagentje zijn, nóg minder om het lijf hebben dan de farizeeuwsche inzettingen, die een langer leven wilden hebben dan de synodale zig-zag-argumentjes uit de jaren 1944—'46. De Heer Schouten vrage ons niet naar bewijs; ook in ons blad is het herhaaldelijk gegeven op onomstootelgke gronden. En wij mogen van hem verlangen, dat hij, als hij over ons spreekt en schrijft, daarvan kennis neemt. Dat moet hfl trouwens toch doen, als een avondmaalstafel hem roept met de stem der schorsende „kerk". Misschien dat hij liever hoort naar een „m o n d e-1 i n g" exposé van „bezadigde" mannen uit zijn vriepdenkring. Maar onze pers heeft bewezen, dat zij niet , .bezadigd" waren; „bezadigde" (kerk)politici - behoeven niet om de haverklap hun argumentatie te , w ij z i g e n, tot ze hopeloos zich hebben laten vas|loopen in de ergste tegenstrijdigheden.

3. Wij lezen dus de „vonnissen" zóó als ze daar Uggen, en verlangen van iedereen hetzelfde. Van partijgenooten, van geestverwanten, en ook van heidenen en tollenaren. Wij willen geen SCHIJN van samenbidden met menschen, die ons (en zich zelf) negeeren; óns in de diepste worsteling van ons hart, toen men ons dwingen wilde te beloven wat God aan iedereen verbiedt te beloven (en zichzelf in de niettemin dagelijks gehandhaafde gronden voor hun reactie op deze ónze worsteling). Men zegt in de kringen waarmee de Heer Schouten zich verbonden acht voor Gods troon, dat wij „het recht in eigen hand genomen hebben". Maar dat doen alleen zij, die zich niet houden aan de kerkenordening. Zij zijn de revolutionairen in de kerk, en volharden daarin. En wie . revolutionair doet in de kerk, en daarin volhardt, die doet het ook elders. Die levert in de toga der heiligen de - vrienden' van gister over aan de wiUekeur van morgen en overmorgen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 20 december 1947

De Reformatie | 8 Pagina's

het ANTWOORD VAN DEN HEER J. SCHOUTEN.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 20 december 1947

De Reformatie | 8 Pagina's