Dr F. M. R. Böhl, De Psalmen II, Groningen. J. B. Wolters’ Uitg. Mij, 1947.
Wat we verleden week opmerkten over de algemeene karakteristiek; van de reeks „Tekst en Uitleg" behoeft hier geen herhaling. Ook dit gedeelte valt onder deze reeks. Behandeld worden de psalmen 42—89. Onder hetzelfde voorbehoud als we verleden week moesten maken bevelen we ook dit deel der reeks aan. Dat het standpunt van den schrijver critisch Is blijkt onophoudelijk, juist uit kleinigheden.
B.v. op ps. 68:6: e zonnegod werd bij de omwonende volken vereerd als de bijzondere beschermer van de nooddruftlgen: eduwen, weezen, verlatenen, gevangenen; „dus" lag het voor de hand, „ook" Israels God als zoodanlgen beschermer „voor te stellen". Daarnaast staat een niet-ingedrongen zijn in de gereformeerde hermeneutiek: oo wordt ps. 68 : 19 volgens schrijver In Ef. 4 : S aangehaald als een „voorspelling" van Christus' hemelvaart.
Overigens weet de schr. zijn uitleg steeds met frissche opmerkingen te kruiden, ook met interessante citaten en den verderen weg wijzende litteratuur-opgaven. Als hij (130) met Rinkel vermoedt, dat psalm 73 wel de meest „bepreekte" psalm zal zijn, dan denk Ik, dat de trouwpreekjes (ps. 121), die nog al eens gerepeteerd worden, niet In aanmerking zijn genomen.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 21 augustus 1948
De Reformatie | 8 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 21 augustus 1948
De Reformatie | 8 Pagina's