GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

„De satan” .... „maar Ik”

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„De satan” .... „maar Ik”

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

En de Heere zeide: imon, Simon, zie, de Satan heeft ulieden zeer begeerd om te ziften a's de tarwe; maar Ik heb voor u gebeden, dat uw geloof niet ophoude ". Luc. 22 : 31, 32a.

De Christus in Zijn lijden. Wat leeren we Hem uit de Schriften kennen als de goede Herder, Die Zijn leven stelt voor. Zijn schapen. Hij ging Zich een ge-

meente koopen met Zijn bloed. Alles wat Hij zegt en alles wat Hij doet staat dsiarinede in verband.

Zoo is het ook in de „paaschzaal". Christus heeft daar het Avondmaal ingezet. Zijn discipelen mochten het niet alleen van Hem hooren, maar zij mochten het in het sacrament ook zien, dat Hij hun gemeenschap • wilde schenken aan de vruchten van Zijn lijden, van Zijn sterven en van Zijn kruis. Omdat Hij de losprijs van Zijn bloed ging betalen, daarom behoorden zij nu bij Hem. Zij waren Zijn eigendom. En omdat zij samen bij Hem behoorden, daarom behoorden zij ook bij elkaar. Zoo openbaart Christus de verbanden die Hij legt, nu, nu Hij heengaat en voor Hem alle verbanden ontbonden zullen worden. Hij gaat de groote vereenzaming in, maar de vrucht daarvan zal zijn de verwerving en het herstel der waarachtige gemeenschap. Die geopenbaard zal worden in de kerkgemeenschap der heiligen, waar allen 'en iegelijk als lidmaat aan den Heere Christus gemeenschap ontvangen en zoo ook aan elkaar.

Dat is de vrucht waarvan Christus weet dat die gezien zal worden; dat is de zegen waarvan Hij weet dat die meegedeeld zal worden als een-heerlijkheid die aan Zijn lijden verbonden is.

* Maar Christus weet ook, dat het geschenk van dezen zegen niet onaangevochten blijft. Wa.nt het is een zegen dien Hij hier in deze wereld reeds wil schenken. De zegen van de kerkverbanden, de zegen der waarachtige gemeenschap aan Christus en aan elkaar.

Wanneer die zegen reeds hier in de wereld geschonken wil worden, dan wil dat zeggen, dat die geschonken wordt in het strijdperk van dit leven. In het strijdperk v/aar de Satan er iö om den zegen te rooven. Om de verbanden, die Christus legt, te verstoren en de gemeenschap die Hij schept te ontbinden.

Daarom: „Simon, Simon, de Satan heeft ulieden zeer begeerd om te ziften a!s de tarwe".

In dit uur waarin Christus heengaat om over het kruis heen Zich een gemeente te koopen met Zijn bloed, in dit uur treedt Satan, die verklager der broederen, voor God en begeert van Hem die discipelen ook. Hij vordert hen op. Hij vraagt hun uitlevering. Nu Christus Zich een eigendomsrecht op die discipelen, op die kerk die komende is, gaat verwerven, nu zegt de Satan: zij zijn van mij. Nu begeer ik ze voor mij zelf om hen te ziften als de tarwe.

Wat is de Satan, zooals Christus hem hier ontdekt, de tegenstander. Niet alleen in zijn begeeren om de discipelen op te vorderen en hun uitlevering te vragen, maar ook in de activiteit, die hij in wil zetten tegen het werk van Christus.

Want ziften als de tarwe, dat is schudden in zijn zeef.

Maar het is een satanisch schudden, het is een uit elkaar rukken en uit elkaar zetten. Satan wil zóó schudden, dat de waarachtige levensverbanlen, die voor die discipelen gelegd werden door Christus, los zullen raken.

Waar Christus voor Zijn discipelen de bindingen zocht die ten leven zijn, de binding aan Hem Zelf en de binding aan elkaar, daar begeert de Satan de ontbinding te bewerken die ten verderve is. Satan zoekt aan den Christus Zijn discipelen te ontrooven en aan de discipelen van Christus, opdat de gemeenschap die zij hebben aan elkaar ook tegelijk ontbonden zal zijn. Dit is de ziftings-actie van den Satan. Zijn schudden is een uit elkaar schudden. Want dien zegen van Christus wil hij rooven.

Maar nu Christus'. „De satan heeft ulieden, u allen te samen, zeer begeerd om te ziften als de tarwe, maar Ik heb voor u, Simon, gebeden dat uw geloof niet ophoude".

Wat Christus van de zifting door den satan gezegd heeft, dat zou voor Simon wel tot een aangrijpende ervaring worden.

Wat is Simon in de zeef van satan geïsoleerd. Toen de satan al schuddend dezen Simon apart gekregen had, toen bleek Simon tegenover den brseschenden leeuw die de satan is ook maar een schaap te zijn. Toen struikelde hij in de verloochening. Toen werden alle verbanden die uit den Christus zijn door hem ontkend. En zijn isolement dat uit den satan was, werd zijn zwakte.

Ja. voor Simon zou de ziftings-activiteit van den satan tot een aangrijpende ervaring worden.

„Maar Ik heb voor u gebeden, dat uw geloof niet ophoude." Ik zie den nood komen, Simon, waarin ge geraken zult dan wanneer de banden die Ik leg u niet meer steunen zullen. Maar terwille van dien nood van u heb Ik gesmeekt, dat Mijn banden voor u toch tot een redding zullen zijn. Want Ik heb gebeden dat uw geloof niet ophoude. Dat uw geloof niet aan een einde moge komen. Ik heb gebeden dat God den baud bewaren zal, daar waar de satan die los wil schudden. Ik heb gebeden dat het uit mag komen, dat door al 't schudden van den satan heen, gij in uw hart toch verankerd zijt in God en verankerd zijt in Mij."

En nu Christus dit gezegd heefl in den nacht in wtlken Hij verraden werd, in het uur waarin satans begeeren om te ziften zoo hevig was, nu mogen wij toch ook hieruit weten dat Hij een volkomen Zaligmaker is.

Hij verwerft den zegen voor Zijn discipelen. Maar Hij beschermt den zegen ook.

Daar is een gemeente die door Christus gekocht is met Zijn bloed. Die gemeente bezit Hij als een gemeenschap der heiligen. De geloovigen, bij hebben allen en een iegelijk gemeenschap aan Christus en zo(5 aan elkaar. Het zijn de verbanden, die als een zegen van Christus de kerk tot kerk maken. Het zijn de verbanden waarin de kerk eeuwig zal kunnen leven.

Maar de schat van deze verbanden bezit de kerk nu nog op aarde. En in het. strijdperk. Waar de satanische activiteit van de ontbinding altijd weer nieuw en al meer energiek wordt ontplooid. En wij zijn maar zwak en zijn sterkte is groot.

Maar nu Christus gezegd heeft: „Simon, Simon, Ik heb voor u gebeden dat uw geloof niet ophoude", nu weten wij dat Christus, in de gemeenschap van allen, een iegelijk niet vergeet als het er om gaat dat de verbanden, die Hij bewaren wil, gered moeten worden uit de ontbindingsactie waar de Satan in wil triumpheeren.

De kerk-gemeenschap is toch beveiligd Waar Christus Zich den zegen, dien Hij schenken wil, niet wil laten ontrooven.

De eerste Avondmaalstafel zal toch haar vervolg krijgen totdat Christus komt.

Want Hij heeft er Zelf voor gebeden. „Vader, bewaar ze in Uwen Naam". En Hij werkt dagelijks om aan Zijn eigen gebed de verhooring te verbinden.

Als het daarom zwaar wordt in de wereld vanwege de zifting, laat ons dan gelooven dat het gebed van Christus machtiger zal blijken te zijn, dan het begeeren van den Satan.

Als het zwaar wordt vanwege de zifting, laat ons dan gelooven, dat God machtig is om door de ontbindings-activiteit van-den Satan heen, Christus en Zijn kerk al. hechter aan elkaar te blijven verbinden.

Laat ons in het strijdperk gelóóyen en dan blijven belijden: ik geloof een heilige, aigemeene, christelijke kerk, de gemeenschap der heiligen. En ik geloof, dat de verbanden die uit Christus zijn, niet ontbonden kun­ nen worden.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 12 maart 1949

De Reformatie | 8 Pagina's

„De satan” .... „maar Ik”

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 12 maart 1949

De Reformatie | 8 Pagina's