PSALM 9 : 1-7
(vertaling N.B.G.)
Ik loof U met mijn gansche hart. Gij dreigt het volk, dat mij benart. 'k Verheug m' in U, 'k wil in U juichen, van al Uw wonderen getuigen.
Mijn vijand struikelt en hij zwicht, vergaat van voor Uw aangezicht. Want, HEER, mijn pleitzaak, mijn gedingen hebt Gij berecht — Uw naam zal 'k zingen.
Gij hebt naar recht mijn zaak beslist, hun naam voor altoos uitgewischt. Gij hebt den rechterstoel bestegen. Gij kwaamt de goddeloozen tegen.
Want steden heeft Uw hand verdaan, zelfs hun gedacht'nis is vergaan. De vijand is voor goed verdreven — een eeuw'ge puinhoop werd hun leven.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 9 juli 1949
De Reformatie | 8 Pagina's