GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Studie der oudheid in  dienst der kerk

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Studie der oudheid in dienst der kerk

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

(V)

Ik denk nu maar even aan de prachtige artikelen die de heer Jongeling schreef in het Gezinsblad van 5 Maart 1949 en volgende over de geschriften van Dr Suys, wiens benoeming als hoogleeraar aan de politieke faculteit van de Gendeentelijke Universiteit te Amsterdam indertijd niet doorging vanwege zijn geavanceerde ideeën.

Deze is wel niet officieel communist — Heidegger was ook tot de MachtsuebernaJime geen officieele Nazi, maar den dag daarop werd hij ineens Rector Magnificus van de Universiteit Freiburg i. Br., uitvoerder van Hitlers wil aan zijn Joodsche en andere collega's. Maar diep-rood, vlammend rood is hij zeker. Hij verfoeit ons partijenstelsel, 't Is ontoereikend, zelfs ondeugdelijk om de z.g. rechten van den mensch te verdedigen. Wat gebeurde volgens hem bij de Fransche revolutie? Toen werd de verklaring van de rechten van den mensch, opgesteld in 1789, effectief gemaakt door den vorst het zwaard af te nemen, dan was de mensch naar die zijde volkomen gedekt. Maar men handelde —• zoo redeneert hij — verkeerd door dat zwaard in handen van de natie te leggen. Inplaats van de souvereiniteit des konings krijgt men nu de volkssouvereiniteit binnen nationaal gebied met haar schrikkelijke gevolgen. Napoleon krijgt den souvereinen volkswil achter zich. Gevolg: vreeselijke oorlogen, en tenslotte een ongebreideld nationalisme over heel Europa, het z.g. „volksche souvereiniteiten-antagonisme". De bedoeling was geweest met de verklaring van de rechten van den mensch een terrein af te bakenen waar de enkeling veilig was tegen den staatsdwang; in werkelijkheid kreeg juist die staktsdwang een ongehoorde uitbreiding door de souvereiniteit aan het volk in handen te geven, binnen de nationale grenzen.

Bij die grenzen hield die souvereiniteit van het eene volk op, maar daarachter begon het machtsgebied van een ander souverein volk. (3evolg: oorlogen en verlies van persoonlijke vrijheid. Waarop het met dien volkswil tenslotte uitloopt heeft Hitler-Duitschland doen zien.

Wat is daarom de uitweg volgens Dr Suys?

„De Fransche revolutie is de bakermat der vrijheid. Maar de fout is alleen, dat zij niet ver genoeg werd doorgevoerd. Ze verplaatste de souvereiniteit van den vorst naar de natie, ze ontzag de nationale grenzen. . Maar de menschenrechten zijn niet nationale, maar universeele dingen. Daarom moeten wij, willen wij niet tot slavernij vervallen, de staatsgrenzen uitwisschen, en den universeelen wereldstaat scheppen, die geen concurrente staten en dus geen oorlog meer zal kennen.

Dit uitwisschen van de staatsgrenzen kan evenwel niet door verovering tot stand komen, die kweekt altijd weer wrok en nationalisme, maar het moet beginnen met , , van buiten af, doordat de volkeren internationaal gaan denken, van binnen uit". Daartoe moet men in de politiek niet meer spreken van rechts-links, al kiest Dr Suys overtuigd voor links, — maar van open-gesloten. „Open" is dan de geesteüjke gerichtheid die alle grenzen vyil uitwisschen en' alle knellende banden wil verscheuren, „gesloten" de geneigdheid om niet de wereldgemeenschap, maar een begrensde gemeenschap •— staat, stad, partij of kerk — als hoogste doel te stellen. Nu behoeft men niet dadeUjk deze grootheden op te ruimen, dat zet kwaad bloed, maar men moet de begrippen waarop deze tegenstellingen rusten opruimen. Men moet de menschen leeren hoe dwaas het is anderer ideeën als niet-gelijkberechtigd te willen erkennen. Laat ieder maar op zijn eigen manier zalig worden, mits men daarbij kiest voor de „open" geestesrichting. De ware democratie beteekent, dat een minderheid het volk opvoedt in de richting van deze idealen, waarbij deze minderheid achteraf zal worden beloond door de vrijwel unanieme instemming der dankbare massa's".

Wat hij van de kerken zegt, citeer ik geheel naar het citaat, dat de heer Jongeling gaf. „Hitler vernietigde de partijen, vervolgde de Joden en spaarde de kerken. Men spreekt soms lichtvaardig van kerkver-' / volging, maar het kenmerkende is juist, dat deze aanslag op het hart van het Christendom met zoo

weinig werkelijke kerkvervolging gepaard kon gaan. De universeel e, algemeen-menschelijke idee is niet van Christel ij k e, maar - van Hellenistisch-Stoïcijnschen oorsprong; het Christendom heeft de ontzaglijke verdienste gehad haar in de massa te hebben doen doordringen, alle gesloten sociale verbanden openend, en het heeft de verdienste nog in zijn zendingswerk, maar deze idee, die aan het Christendom voorafging, kan het ook ^overleven. Meent men, dat de massa voor een universeel ideaal doof moet blijven wanneer het niet meer in positief-Christelijke vormen wordt voorgehouden, in een tip dat de materieele basis van deze universaliteit door economie en politiek is gelegd en haar politieke voleinding een levensnoodzakelijkheid is geworden? De groote antithese van dezen tijd is die tusschen de „gesloten" of verabsoluteerde en de „open" of in de wereldeenheid opgenomen natie. De keus kan voor de kerken niet twijfelachtig zijn. Kerken zijn geen politieke partijen, maar wij leven thans onder het primaat der poUtiek, en daarom geldt ook voor hen, dat zij beoordeeld zullen worden naar deze keus niet alleen, maar naar hun bijdrage tot haar verwerkelijking".

Als het U gaat zooals mij, dan vindt U deze uiteenzetting van dezen geleerde een openbaring, zoo eerlijk en zoo absoluut consequent, zoo vervaarlijk peilend de diepte van. den afvalligen tijdgeest, dat het iemand den adem kan benemen. Hier wordt in één enkele alinea het faillissement van het Christendom aangekondigd mèt de oorzaken; ' en de curator-executeur houdt voor datzelfde Christendom met een beleefdebuiging de deur open, spreekt op uiterste minutieuze wijze nog eenige welgemeende complimenten uit, en geeft het daarbij nog te - verstaan, dat degene, die de zaak zal voortzetten een dankbaar gebniik van het verworvene zal maken. En wie maar iets van de situatie weet, en bij de Schrift leeft, die ziet, dat ieder van die woorden weloverwogen den vloek Gods bevatten over ons aller ellendige ongehoorzaamheid, dat wij de heidenen niet gedood hebben, dat wil na den Pinksterdag zeggen, dat wij de valsche profetie niet ten bloede toe hebben bestreden en uitgebannen.

Hier liggen de zonden van de assimilatie der eerste eeuwen, en op haar voetspoor die der volgende. Geen Reformatie heeft een eind kunnen maken aan deze infiltratie. Ja, zelfs werden en worden deze gedachten voor bijzonder nederig en vroom gehouden. De Heere gaf ons vele Christelijke Middelbare en voorbereidend hoogere scholen, waar deze Hellenistische wereld ten voeten uit kon worden geteekend onder ernstige waarschuwing. In werkelijkheid doordrenkt men de jeugd met deze gedachten, laat de Schrift dicht, en gaat ze zelfs als ideaal voorstellen. Alle groote vraagstukken van onzen tijd hangen samen met deze geweldige vragen van open en gesloten verbanden. En in onze naaste omgeving schreeuwt men om ontsluiting van de verbanden. Men zet de poorten van de stad open, na eerst enkele dwarskijkers door de achterpoort te hebben verwijderd, en laat de vijanden rustig binnen, vertrouwend, zooals men openlijk verkondigt, op de Christelijke persoonhjkheid, die, vooral incognito, de vijanden tot vrienden zal maken.

Och, dat probleem werd ook reeds door b.v. Seneca gesteld:

„Hoe moeten we bij de kermis doen hier in Rome? Moeten we ons nu maar, als zijnde Stoïcijnen, aan al die drukte onttrekken, ons in alles anders gedragen dan de anderen, volkomen den rigoureuzen stijl bewaren van de wijsheid, die wij als de eenig ware zien? Maar weet U wat we dan bereiken? Dat ze zeggen: „Wat een bigot stel afgescheidenen!. Die willen altijd juist anders wezen dan anderen". Hij geeft de oplossing in zijn 18en brief: „Doe uiterlijk net als de anderen begeef U gerust in hun midden, bij hun festiviteiten en slemppartijen, maar wees i n n e r 1 ij k anders. Dan win je ze nog!"

Dat „innerlijk anders zijn" nu, wat beteekent dat? In zijn élen brief geeft hij daarvan een treffende beschrijving. Zie hier de Stoïcijnsche persoonlijkheid, die U met eenige wijzigingen geheel kunt paralleliseeren met de z.g. Christelijke persoonlijkheid. Beiden zonder wet en zonder norm. De norm is in de eigen persoonlijkheid gelegen. Die persoonhjkheid is het onneembare kasteel. „Die persoonlijkheid", zegt hij vroom, „is onaantastbaar, want een heilige geest zetelt-in hem, die in onmiddellijk levensverband staat met de hooge goddelijkheid. Noem evenwel die godben je zelf. Wil je dus aanbidden, doe het jezelf. Wat is deugd? Zich richten naar dien heiligen geest. Niet held ook weer niet hoog, immers, die heilige geest om materieele dingen je druk maken, dan blijf je niet onverstoorbaar. Je moet als persoonlijkheid je handhaven te midden van alles, wat je van buiten af van je stuk wil brengen. Het moet stil in je worden, absoluut stil. Dan ruischt het goddelijke door je heen en word je mEt religieuze huivering vervuld. Dan bereik je de hoogste menschelijkheid".

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 29 juli 1950

De Reformatie | 8 Pagina's

Studie der oudheid in  dienst der kerk

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 29 juli 1950

De Reformatie | 8 Pagina's