PERSSCHOUW

NIET MET ONS, WêL MET HéN.

Ds E. T. V. d. Bom schrijft in „Ons Kerkblad":

In „Trouw" van 9 Nov. 1950 lezen we:

„Het was voor Diemen j.l. Zondagavond een belangrijk gebeuren, toen de kerkeraad van de Ned. Herv. Kerk en die van de Geref. Kerk een gemeenschappelijke kerkdienst belegden in verband met de herdenking der Kerkhervorming. In deze dienst, die zeer druk bezocht was, ging eerst voor de Herv. predikant. Ds E. Hagen, die het Woord bediende uit Bf. H:8: Want uit genade zijt gij zalig geworden door het geloof, en dat niet uit u, het is Gods gave". Na het zingen van het Lutherlied betrad de Geref. predikant, Ds Chr. W. J. Teeuwen de kansel. Hij sprak over Ef. II : 9: Niet uit de werken, opdat niemand roeme". Na afloop van deze indrukwekkende dienst verzamelden de kerkeraden zich in de consistoriekamer, waar de Hervormde kerkeraad door Ds Teeuwen hartelijk werd toegesproken, waarbij deze zijn blijdschap er over uitsprak, dat het mogelijk geweest was deze dienst op door beide kerkeraden aanvaarde Schriftuurlijke basis te houden".

Ds V. d. Bom voegt eraan, toe:

Wat zullen wij hiervan zeggen? Het is vandaag erg gevaarlijk om naar anderen te wijzen. Vooral als wfl het doen die behoren tot de Geref. Kerk, onderh. Art. 31 K.O. Wij kijken alleen maar naar anderen om tegen den donkeren achtergrond van auderer zonden eigen voortreffelijkheid des te beter te doen uitkomen. Wij zijn nu eenmaal Farizeërs. Daarom meent Prof. Dr K. Dijk te mogen schrijven, dat „deze dankzegging door het heiligdom van vele Art. 31-ers ruist: wij dankeu U, o God, dat wij niet zijn gelijk die synodocraten, die slaafse-gebondenen, die vertreders van Uw kerkwoord en kerknorm" (Aspecten in ons kerkelijk leven, pag. 15).

Toch kan mij dat niet verhinderen, om dit gebeurde te Diemen te lezen in het licht van Art. 30 der N.G.B. Ik mag dat te meer doen, omdat de kerkeraad van de Geref. Kerk te Diemen heeft gevraagd of, en de kerkeraad van de Ned. Herv. Kerk heeft betuigd dat in de prediking zou uitkomen, dat ook de kerkeraad der Ned. Herv. Kerk zich bond aan de Heilige Schrift als Gods Woord, in overeenstemming met de Gereformeerde belijdenisschriften. Ja, de kerkeraad der Ned. Herv. Kerk heeft ten overvloede nog verklaard, dat de prediking zou geschieden „in gehoorzaamheid aan de Heilige Schrift als Gods Woord, in overeenstemming met de drie formulieren van enigheid".

Wij lezen nu in art. 30 der N.G.B, „dat deze ware kerk (dat slaat terug op artt. 27—29) geregeerd moet worden naar de geestelijke politie, die ons onze Heere heeft geopenbaard in zijn Woord; namelijk, dat er Dienaars of Herders moeten zijn om Gods Woord te prediken en de Sacramenten te bedienen; dat er ook Opzieners en Diakenen zijn om met de Herders te zijn als de raad der Kerk; en door dit middel de ware religie te onderhouden en te maken, dat de ware leer haar loop hebbe".

Nu meen ik, dat de kerkeraad der Geref. Kerk te Diemen ook Zondag 5 Nov. 1.1. heeft gezegd, dat hiJ was de geestelijke politie over de ware kerk te Diemen, en dat hij mitsdien ook de gemeente opriep tot den dienst des Woords, opdat van zijnentwege de ware religie worde onderhouden, en de ware leer haar loop hebbe. Bovendien heeft deze kerkeraad na de verklaring van den kerkeraad der Ned. Herv. Kerk gezegd: Ook deze kerkeraad is als een geestelijke politie over de ware kerk. Ook deze kerkeraad wil zó regeren, dat de ware religie onderhouden worde, en de ware leer haar loop hebbe. Daarom komen wij nu samen overeen om tezamen de beide gemeenten op te roepen tot den dienst des Woords, en zulks om samen den Heere te danken. Die Zijn kerk heeft vrijgemaakt van de hiërarchie van Pausdom, en weer gebracht heeft onder de heerschappij van Zijn Woord!

Nietwaar, wij zullen toch moeten aannemen, dat het van beide kanten serieus gemeend was, en dat men in deze dienst des Woords elkaar heeft gezien en erkend als een „heilige vergadering van ware christgelovigen" te Diemen. En daarom komt nu de vraag, welke' mij in de ziel brandt: Zgn deze kerkeraden den volgenden Zondag weer met hun gemeenten samengekomen tot den dienst des Woords?

Neen, het was maar voor één beer! Maar als het dan 5 Nov. wel kon, waarom dan 12 Nov. niet ? Als de kerkeraad van de Ned. Herv. Kerk verklaart, dat hij voor 5 Nov. zich in de prediking bindt aan de H. Schrift als Gods Woord in overeenstemming met de Geref. Belijdenisschriften, dan zal hij dat toch ook voor 12 November willen verklaren? De kerkeraad van de Geref. Kerk te Diemen had toch geen reden om te veronderstellen, dat de kerkeraad van de Ned. Herv. Kerk het alleen maar verklaarde voor Zondag 5 November? Het was maar voor één keer! Ik lees nog een mooi zinnetje in de brochure van Prof. dr K. Dijk „Wis hebben als kerken elkaar niet bijster lief, al poogt men ook door „oecumenische" schoonheidsmassage aan dit

gelaat der Kerk meer tint en leven en glans te geven" (pag. 8).

„Oecumenische schoonheldsmassage". Ik ben bang • dat het zo ook is toegegaan In Diemen. Deze „oecumenische schoonheidsmassage" dat was Zondag 5 November. Maar Zondag 12 November was de glans er weer van af.

Het was maar voor één keer. O, die inconsequentie!

Het was maar voor één keer! Och ja, een norma f k o n d i g i n g is altijd een ding-van-één-keer. Maar daarna begint het feest. En een n o r m - r e 1 a-t i v e e r i n g s a c t e is altijd een ding-van-eenkeer. Maar daarna begint het spul.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen