GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Verwijging naar 1 jim. 4:5

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Verwijging naar 1 jim. 4:5

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

Van beteekenis voor heel het vraagstuk is, dat Gregorius van Nyssa, enkele regels verderop, een beroep doet op het gezegde van den apostel uit 1 Tim. 4:5: al wat door God geschapen is, is goed en er is niets verwerpelijk, want) het wordt geheiligd door het woord Gods en door het gebed,

Paulus zegt dat tegenover de valsche leeraars, die b.v. aan christenen verboden te trouwen. Al die natuurlijke dingen waren maar slecht.

O neen, zegt Paulus nu, dat hebben ze grondig mis. Het huwelijk is toch een schepsel van God? — Eu — Hij maakt toch geen slechte dingen?

Ja, maar, het is „natuur", en wat heeft een heilig man nu aan die niet-heilige natuur? werpen ze tegen.

Ho, ho, zegt Paulus: natuur? Gelijk hebben jullie, mtór — die natuur wordt ge-heilig-d. In het verboudsverkeer. Door het woord Gods; God spreekt van boven naar beneden. En door het gebed: wij spreken van beneden naar boven. En dus doet die natuur, opgenomen ta dat tweevoudig spreken, een dienst, die heilig is en goed.

Daar staat dus doodgewoon, dat In het spreken Gods en het bidden van den mensch natuurlijke dingen worden „geheiligd". Moeten we hier soms aan transsubstantiatie van de , , elementen" in de parmg van man en vrouw denken, en dan betoogen, dat ook bij Paulus al de grieksche ztjnsleer (elementen, waarvan het „zijn" veranderd wordt!) de hebreeuwsche handelings-leer (de handelmg der paring) heeft verdrongen in het huwelijk?

Zachtjes aan, vrienden, zou Paulus zeggen; ik ben van Gamaliel verlost, maar gaan jullie nu weer bij dien van zijn micro-scoop nooit te scheiden létterbegluurder coUege loopen, om mij te kunnen lezen?

Wij vergeten niet, dat Gregorius van Nyssa, met z^a opvatting van de „maagdelijkheid", de alomvattende beteekenis van 1 Tim. 4 : 5 minder scherp voor oogen hield, dan wfl allemaal doen. Toch heeft hij terdege oegrepen, dat 1 Tim. 4 : 5 zulk een umverseele beteekenis heeft voor alle schepsel Gods; hij komt over dat thema zelf spreken in zijn verhandeimg over de maagdelijkheid (op. vlU, ed. Parisiis, a.w. 568).

En daarom, vóór we verder gaan: egrst even voor dit nuchtere feit attentie.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 16 december 1950

De Reformatie | 8 Pagina's

Verwijging naar 1 jim. 4:5

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 16 december 1950

De Reformatie | 8 Pagina's