GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Phaenomenologie van den godsdienst

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Phaenomenologie van den godsdienst

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Er groeien onder ons zoo langzamerhand kinderen op, die des Zondags wel meegaan naar de samenkomsten der ware kerk, maar die nog nooit in een échte kerk zijn geweest. Dat wil zeggen in een écht kerkgebouw. Ze komen met de gemeente des Heeren samen in een „opperzaal", een zolder boven een meelschuur, in garages en danslokalen, in leslokalen van een schoolgebouw, heel vaak ook in een gymnastiekzaal.

Het is in dat opzicht wonderlijk met ons gesteld. Zoo langzamerhand begonnen we als Gereformeerden mee te doen. We kregen échte kerken. Met tinnen. En torens. En luidklokken hier en daar. De tijd, dat men in een Zuidhollandsch dorp die Doleerenden najouwde:

„Achter Hein van Dooren staat een kerkje zonder toren"

is allang voorbij. We deden mee. Maar we werden ook zoo langzaam aan een volk, dat wel de kerkklok hoorde luiden, maar niet meer wist, waar de klepel hing. Toen zijn we, eer we het wisten, de échte kerken weer uitgesmeten. Voor den zooveelsten keer, sinds den Pinksterdag. Toen begon het. En in de eeuw der groote Reformatie herhaalde het zich. En in de dagen van de Scheiding, toen tot op een visschersboot op de Zuiderzee kerkdienst werd gehouden. En in de dagen van de Doleantie moest men weer, van zijn goederen beroofd, in zalen en zaaltjes zijn toevlucht zoeken. En weer zijn er kinderen van de ware kerk, die niet weten hoe een échte kerk er van binnen uitziet. En die van het phaenomeen van hun gymnastiekzaal de kenmerken der kerk willen aflezen.

Hoort toe!

Het gebeurde in Den Haag.

Twee peuters — autoped aan de hand — kregen het over de kerk. De een was vrijgemaakt. De ander synodaal. De eerste is 's Zondags onder het gehoor in een gymnastiekzaal in de Cederstraat. De andere autopedist gaat met vader en moeder naar de Westduinkerk. Een kerk met „tinnen". En de laatste kwam zoo aan zijn vrijgemaakte — laten we er eerlijkheidshalve aan toevoegen: zijn vrijgevochten — vriendje te verhalen, dat hij naar die Westduinkerk was geweest: een móóie kerk, jó!

Maar dat liet de aangesprokene er niet bij zitten. De muziek van „Tango de jalousie" begon hem door zijn bol te spelen. En terstond pareerde hij: „Dat 13 niet eens een kerk!" „Wèl", zei de ander. „Niet waar!" was het antwoord. „Zeg maar eens op : „staan er dan palen bij jullie in die kerk? En hangen er ringen? " Nu — dat moest het synodale ventje toegeven, de Westduinkerk was met die attributen van de lichamelijke oefening niet uitgerust. Toen schoot die vrijgemaakte knaap, volkomen "trefzeker, zijn laatsten pijl van zijn vrijgevochten boog: „Dan is het bij jullie ook geen échte kerk. In een échte kerk hangen ringen. En daar staan ook klimpalen in".

Het kwam er zoo volkomen zeker uit, dat de ander voor het moment buiten gevecht was gesteld

Het gevecht had plaats gevonden op het volgens dr Zielhuis „voor Gereformeerden nog bijna onont gonnen terrein van de phaenomenologie van den godsdienst". Misschien zit er voor dr Zielhuis wat in. En voor zijn promotor professor Bavinck

Overigens hopen we, dat onze vrijgemaakte menschen van den nood geen deugd gaan maken. En dat ze niet phaenomenologisch de phaenomena van htm zoldertjes en hun zaaltjes en de aankleeding van de plaats hunner bijeenkomst gaan verwarren met de kenmerken van de ware kerk.

Dé satan is zijn werk op aarde ook vaak in keldertjes en in opperzaaltjes begonnen. En in kathedralen en kerken met tinnen en torentransen en beierende klokken heeft óók soms heerhjk geklonken de boodschap van Gods vrije genade. In de Groote Kei: k van Geneve, in den Grootmunster van Zurich en Plancius' machtig geluid heeft vele malen de wanden van de Oude kerk in Amsterdam doen beven. Mits­ gaders het hart van Jeruzalem!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 26 mei 1951

De Reformatie | 8 Pagina's

Phaenomenologie van den godsdienst

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 26 mei 1951

De Reformatie | 8 Pagina's