Psalmberijming

Reeds is veel voorbereidend werk verricht, en zijn voorlopige besprekingen gehouden over de psalmberijming-Hasper. We hebben er al enige malen over geschreven. Wie zich dat herinnert, kent ons standpimt: aan de huidige berijming kleven naast veel deugden óok veel gebreken; de berijming-Hasper, die nü al een lange en wat bizarre geschiedenis achter zich heeft, en die thans — al schijnen kleine wijzigingen nog mogelijk — toch wel definitief is vastgesteld, is nu eenmaal krachtens uit de kerken geoefende aandrang onze belangstelling gaan vragen; er moest dus over gestudeerd worden. Om te kijken, of, indien ze de algemene belangstelling zou winnen, niet van personen, doch van kerkelijke instituten, er ook nog aan gedokterd worden kon, zo, dat men eventueel zou kunnen zeggen: kijk, dat werk kun je nou gebruiken, dat heeft nu de deugd van Schrlftgetrou'we weergave, de elegance van een Marnix van St. AJdegonde, de gedragenheid van Vondel, (die ook heel wat psalmen heeft „berijmd"), en het populaire, begrijpelijke, vlotte van een volkszang. Want psalmberijmingen, die zo „voornaam" zijn als dat gedicht vsm Boutens, dat eens ter gelegenheid van een nationale Oranje-gedenkdag aan de schoolkinderen is uitgereikt, en waai-van geen kind een letter kon verstaan, dié moeten we in geen geval hebben.

Het blijkt intussen, dat er niet veel meer te dokteren valt aan de bewerking van ds Hasper. Reeds eerder wees ik erop, dat hij inderdaad geluisterd heeft naar uitgebrachte crltlek. Knap blijft zijn werk in hoge mate. Met het karakter van volkszang is o.i. ook wel door hem gerekend, al komt hier en daar de fijne-venten-stijl om de hoek gluren, De kust was wat dat betreft vrij; en ik geloof niet, dat ds Hasper zich zal kunnen beklagen over de vrijgemaakten, die nogal eens de naam hebben' van een pedanterie, waar je van ijst: die het zeggen, vertonen meestal zelf de eigenschap. Vermoedelijk heeft hij van vrijgemaakte zijde een bereidheid gevonden om goede raad te geven, en om, toen het nog tijd ervoor was, ook met wetenschappelijke adviezen te dienen, welke hij van andere zijde soms wel gemist zal hebben.

Maar op 't ogenblik Is er niet meer te adviseren, althans niet van betekenis. De bundel is afgesloten, behoudens dan die enkele kleinigheidjes, die men nog zou kunnen verwerken in de uitgaaf. Heb ik 't goed gehoord, dan willen de Hervormden er niet aan, al zal het wel om andere redenen zijn, dajn om de zakelijke inhoud, en willen de kerken, die a la 1944 Noordeloos ' beschermen, er wèl aan.

Wat ons betreft, komt dus de vraag tenslotte alleen nog maar hierop neer: voldoet Hasper's werk uit een oogpunt van Sohriftgetrouwe weergave, zo, dat, zonder dat enig dogmatisch-confessioneel inzicht aan de psalmtekst wordt opgedrongen, er toch mee gerekend wordt, en van de goede regel van „Schrift-met-Schrift-vergelijken" behoorlijk nota genomen is ?

Tot onze spijt hapert het juist op dit punt.

En omdat we in de eredienst tussen preek en lied geen tegenstelling moeten hebben, kunnen we o.i. de goede zaak slechts dienen, als, hoe dan ook, op dit punt de nodige informatie komt. Men kan verwachten, dat via radio, vereniging, school, de bundel-Hasper de aandacht zal krijgen. Men dient zich te realiseren, dat aan een psalmberijming evenzeer als aan een bijbelvertaling, algemene aspecten zijn, of liever: algemeenheidsaspecten. Maar juist daarom zal goede voorlichting alleen maar nuttig kunnen zijn.

Intussen moet er nog beslist worden, hoe het verder moet met de kerkelijke bemoeiing in dezen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen