GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

ZONDEN VAN DE TONG

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

ZONDEN VAN DE TONG

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

„Maar de tong kan geen mens temmen, zij is een onbedwingelijk kwaad, vol van dodelijk venijn." Jacobus 3 : 8.

UIT DE SCHRIFT

Verleden week schreven we over het belijden van onze zonden. „Indien wij onze zonden belijden, Hij is getrouw en rechtvaardig, dat Hij ons de zonden vergeve, en ons reinige van alle ongerechtigheid" (1 Joh. 1:9). Dat geldt ook van de zonden der tong. Dat wil zeggen van de zonden, die we met woorden bedrijven.

Jacobus heeft het leven gekend. Hij heeft gezien hoeveel onheil onze woorden kunnen stichten. Als ik me niet vergis achten we de woord-zonden niet zo erg als daad-zonden. Welk mens struikelt nu niet in woorden? We kennen allen wel de uitdrukking: , , een leugentje in nood zondigt niet groot". Zo denken de mensen niet alleen over een leugentje in nood, maar over alle zonden met de tong. Jacobus denkt er anders over. Hij heeft het in dit gedeelte over de neiging om anderen te „bemeesteren". Er schijnt in zijn dagen een sterke drang te zijn geweest om „leraar" te zijn. Om anderen, door woorden te onderwijzen. Waartegen Jaoóbus waarschuwt. Wie veel spreekt heeft veel te verantwoorden. Wie daartoe geroepen wordt mag wel veel wijsheid van de HERE vragen. Want woorden kunnen bouwen, maar ook breken. Ze kunnen stichten, maar ook verwoesten. Ze zijn een macht ten goede, maar ook ten kwade. Een stap naar de hemel, maar ook naar de hel.

De tong is maar een klein lid van ons lichaam. Doch kleine dingen kunnen grote daden doen. Een klein bit in de bek van een paard is een middel in de hand van de vo.erman om een groot paardenlichaam te wenden waarheen hij het voeren wil. Een ander voorbeeld voor de macht van het kleine is het roer van een schip. Het maakt nog geen honderdste deel van het schip uit. En toch kan de stuurman met één druk van z'n vinger de stand van het roer veranderen en zo het grote schip een geheel andere koers doen varen. En dat ondanks nog zo krachtige stormen. Eén vonkje kan een bos van honderden hectaren in de as leggen.

Zo kan de tong ook een vuur zijn, dat vanuit de hel in brand wordt gezet en ontzettende verwoestingen in het leven der mensen aanricht. Een mens kan sterke machten bedwingen. Hij kan de wildste dieren temmen. Kan heel de „natuur" naar z'n hand zetten. Maar z'n eigen tong kan hij niet in toom houden. Z'n eigen woorden niet beheersen. Z'n eigen mond niet beteugelen. De tong is een ontembaar kwaad. Anderen vertalen: een onberekenbaar kwaad. En ze is vol van dodelijk gif. Ze kan de eer en goede naam van anderen te gronde richten. Ze kan goede verhoudingen grondig vernielen. Ze kan revoluties stichten. Van een paradijs een hel maken. Ze kan prikkpn als een speld, steken als een dolk, scherp zijn als een scheermes. Ze is een „wereld van ongerechtigheid".

We kunnen nog dagelijks opmerken hoeveel kwaad met de tong wordt bedreven. We merken het niet zozeer bij ons zelf. Maar wel bij anderen. Ouders merken het bij hun kinderen en kinderen bij de ouders. De broers merken het van hun zusters en de zusters van haar broers. De ouders klagen, dat ze Jantje nooit iets kunnen zeggen of ze krijgen een bits antwoord terug: U hebt ook altijd wat. En Jantje klaagt, dat hij nooit iets vragen kan of hij krijgt het bescheid: houd je mond. De één klaagt over de ander, dat hij altijd moppert. En de andere klaagt over de eerste, dat hij z'n mond alleen maar open doet om te treiteren. En ondertussen maken allen zich schuldig aan dezelfde zonden der tong. Het leven in vele gezinnen wordt er door vergiftigd. Eén goed woord kan een ganse dag goed maken, om zo te zeggen. Eén boos woord kan een ganse dag bederven.

De tong is een klein lid. Maar het vermag grote dingen. Dat geldt ook van het grote gezin: de Kerk. Wat kunnen zonden der tong in de gemeente des HEREN verwoestend werken. Bijv. de zonde van het kwaadspreken. Er ontstaat een kwaad gerucht over een lid der gemeente. Waar het vandaan komt weet niemand. Maar het is er. Het is maar een vonkje. Doch als God het niet verhoedt steekt het straks heel de gemeente in brand. Broeder A heeft iets gehoord aangaande broeder B. Hij weet niet meer van wie. Het enige goede dat hij doen kan is: er over zwijgen. Of als er gesproken moet worden: er over spreken met broeder B. Maar hij gaat naar broeder C. Het enige goede dat C nu doen kan is: er niet naar willen luisteren. Of samen met A gaan naar B. Maar gewoonlijk zet C beide oren open en luistert met gretigheid naar het gerucht omtrent B. En straks kan C ook niet zwijgen — men kan toch niet altijd z'n mond houden — en roddelt voort over B, En straks weet de halve gemeente het, behalve broeder B. En als het broeder B ter ore komt ligt de zegsman „op het kerkhof", maar het kwaad is gesticht en vaak niet meer te herstellen.

Meer voorbeelden behoef ik niet te geven — we komen elke dag wel met deze zonden in aanraking. Waarom zijn sommige kerkeraden lek als een rieten mandje? Omdat er één of meer broeders zijn die hun tong niet in toom houden. Waarom bestaat een groot deel van veler conversatie uit het roddelen over anderen? Waarom worden er zoveel vuurtjes gestookt, die de gezonde gemeenschap der heiligen verteren?

Dat kan alleen maar hiervan komen, dat de wijsheid die van boven is veelszins ontbreekt. Waar deze ontbreekt daar is „nijd en twistgierigheid en verwarring en alle boze handel" (vs 16).

„Maar de wijsheid die van boven is, die is ten eerste zuiver, daarna vreedzaam, bescheiden, gezeggelijk, vol van barmhartigheid en van goede vruchten, niet partijdig oordelende en ongeveinsd" (vs 17).

Nu hoop ik niet, dat iemand dit artikeltje mooi zal vinden. Maar ik hoop, dat we de zonden der tong allen erg zullen vinden. En dat we daarbij niet zullen denken aan de tong van anderen, maar aan die van ons zelf. Onze tong is niet beter dan die van iemand anders. Wij zijn van nature geneigd tot alle zonden, die we in anderen veroordelen.

Laten we de zonden van onze tong niet vergoelijken. Als we dikke woorden gebruiken of harde taal bezigen en een ander stoot zich daaraan, dan hebben we het smoesje bij de hand: Dat moet je niet zo ernstig nemen, want ik bedoel het niet zo. Waarom zeggen we het niet zo als wij het bedoelen? Laten we ook de zonden der tong met naam en toenaam voor de HERE belijden. Hij is getrouw en rechtvaardig, dat Hij onze zonden vergeve. En ons reinige van alle ongerechtigheid. Ook van die „wereld der ongerechtigheid" die onze tong vormt.

Eén is er die in woorden nooit struikelde. Onze Here Jezus Christus. Zijn bloed reinigt ons van alle zonde. En met Zijn heiligheid en gerechtigheid bedekt Hij onze zonden, waarin wij ontvangen en geboren zijn. En Hij wil ons door Zijn genade en Geest leren onze tong te temmen. Voor Hem is onze tong niet onbedwingelijk. Want de duivel is sterk en ons hart boos en schuldig en in ons borrelt een onzalige fontein van bitterheid, die in onze boze, slechte, giftige woorden uitkomt. Maar Jezus Christus heeft; de duivel overwonnen en Zijn Geest is sterker dan alle boze geesten, die er maar mogen zijn. Als ons wijsheid ontbreekt in ons spreken, dat we ze dan maar van Hem begeren. Hij geeft mild en overvloedig.

Laat het maar onze gedurige bede zijn:

Zet HEER, een wacht voor mijne lippen. Behoed de deuren van mijn mond. Opdat ik mij, tot gene stond. Iets onbedachtzaams laat ontglippen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 26 juli 1952

De Reformatie | 8 Pagina's

ZONDEN VAN DE TONG

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 26 juli 1952

De Reformatie | 8 Pagina's