GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1974 - pagina 37

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1974 - pagina 37

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

nale organisaties depositie van de engelse taal versterkt. Maar, ik herhaal, het is voor ons, Fransen, een noodzaak onze taal te verdedigen. Dit is een fundamentele reden om bilaterale hulp te blijven geven.' Sindsdien vormen de 'speciale banden'het criterium voor de franse hulpverlening. Het Jeanneney-rapport (vergelijkbaar met het eerder genoemde britse witboek) werd toevallig ook in 1963 gepubliceerd. Het kwam er op neer, dat de 'franse regering hulp beschouwt als een onontbeerlijk instrument in de buitenlandse politiek, dat moet worden gebruikt de politieke en economische banden tussen Frankrijk en andere landen te verstevigen'.

Particulier Strategische of veiligheidsoogmerken gelden misschien niet als motieven voor andere geïndustrialiseerde landen die destijds te Iaat kwamen toen de anderen zich verdrongen om afrikaans gebied te bemachtigen (Duitsland en Japan bijvoorbeeld). In deze landen bestaat de filosofie achter de hulpverlening, voornamelijk uit de erkenning dat particuliere investeringen het meest gewenste type van hulp-verlening is. Het belang van het verstrekken van leningen krijgt accent want die 'verplichten de lener tot zelfbeheersing in financi'éle zaken zonder dat zijn nationale trots wordt gekrenkt'. De Duitsers en de Japanners nog meer, geven de voorkeur aan het kredieten verlenen dan aan het giften schenken, omdat die 'meer het idee geven van partnerschap in plaats van aalmoezen geven'. Particuliere investeringen uit Duitsland in afrikaanse ontwikkelingslanden kunnen rekenen op belastingvoordelen en regeringsgaranties op exportkredieten, zodat deze 'particuliere' investeringen meer weghebben van pure regeringsaangelegenheden. De kleinere donorlanden zijn in de meeste

gevallen teruggeschrokken voor financiële bijstand op grote schaal, in het bijzonder op bilaterale basis, omdat ze zich niet in staat achtten veel landen steun van enige betekenis te geven en ze geen reden hebben het ene ontwikkelingsland boven het andere te verkiezen. Een land als Nederland echter heeft een programma waarbij drie of vier concentratielanden in Afrika zijn uitgezocht onder welke de niet erg omvangrijke hulp wordt verdeeld. Over het algemeen beperken de kleine donorlanden zich tot het geven van technische bijstand en tot deelneming in internationale consortia, hoewel de belgische hulp de bedoeling heeft 'nieuw perspectief te openen voor belgische invloed in de Derde Wereld'. Wat de gehele EEG betreft koesteren de ontwikkelingslanden de vrees dat zij de prijs zullen gaan betalen van een eventueel samengaan van de EEG met andere industriecentra als de VS of Japan, temeer nu steeds meer afrikaanse landen door de EEG worden aangelokt. Hoewel de hulp uit de EEG multilateraal zou kunnen worden genoemd, heeft ze alle karaktertrekken van bilaterale hulp, zoals eerder beschreven, en niet voor niets. Naar mijn mening heeft het EEG-'beleid' nooit werkelijke betrokkenheid te zien gegeven. Misschien waarschuwde de huidige voorzitter van de Organisatie voor Afrikaanse Eenheid, generaal Gowon daarom dat 'Afrika niet langer bevoorrechting en bescherming vraagt van de zogenaamde grote machten of economische blokken om gelegenheid te krijgen vrij handel te drijven op rechtvaardige basis'. Het debat over het betrekkelijke voordeel van multilaterale hulp is al jaren aan de gang. Ik geloof dat multilaterale hulp te baat werd genomen om te ontkomen aan de beruchte touwtrekkerij die meestal aan bilaterale hulp

vastzit. Toch voert de Internationale Financierings Corporatie in de Wereldbank bijvoorbeeld een beleid waarbij ze alleen deelneemt aan een project wanneer daaraan het particulier bedrijfsleven ter plaatse mee doet als partner. Met andere woorden: er wordt geëist dat er een klasse van ondernemers ontstaat, ook waar die eerst niet bestond. Er is een type hulp dat meestal niet wordt genoemd in de overzichten, namelijk de hulp die door kleine, particuliere en kerkelijke organisaties wordt verstrekt zoals de NOVIB, de OXFAM, de oecumenische raden, het diakonaat in Nederland enz. Het belangrijkste beleidspunt van deze organisaties is de hulp aan te wenden om de sociale structuur van de ontvangende gemeenschap (niet een land) te verbeteren. Deze hulp kent noch het geharrewar dat de bilaterale hulp kenmerkt, noch wordt terugbetaling verwacht. Deze hulp gaat naar de werkelijk minder-bevoorrechte groepen in de ontvangende landen. Misschien is het wel daarom, datje er weinig over hoort en dat het weinig wordt aangemoedigd.

Sowjet-hulp De motivatie waarom de landen van het Oostblok aan hulp doen zijn begrijpelijker. Niet vanwege het beleid (want dat is er niet), maar vanwege verschillende praktijkgevallen. Zeker, in de Sowjet Unie gaat men er over het algemeen van uit, dat het economisch offensief in Afrika geen ander doel kan dienen dan een bijdrage te leveren aan de wereldwijde triomf van het communisme. Hulp is bedoeld als een klap voor het imperialisme, maar te oordelen naar de kleine en wisselende hoeveelheden lijkt het er niet op, dat deze klap doel getroffen heeft. De Sowjetpropaganda met betrekking tot de hulpverlening is zo krachtig geweest, dat

35

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1974

VU-Magazine | 516 Pagina's

VU Magazine 1974 - pagina 37

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1974

VU-Magazine | 516 Pagina's