GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1974 - pagina 510

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1974 - pagina 510

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

voedselhulp terechtkomt bij degenen die deze het hardst nodig hebben. Maar ook kunnen boeren na de oogst 100 kilo mil bij hen in bewaring geven, zodat niet alles verkocht is als er moeilijke tijden komen. Het is de bedoeling dat de boeren die hieraan meedoen, meest jonge mensen, ook verder gaan samenwerken om de streek tot ontwikkeling te brengen. Daartoe bedenken ze projekten die de levensomstandigheden van de boeren zouden kunnen verbeteren. Er is een raad van afgevaardigden uit alle dorpen die beslist hoe het geld waarover men beschikt besteed zal worden. Het geld komt van de kerk of van partikulieren. Belangrijk is vooral dat de boeren minder afhankelijk worden van de mil- en arachideoogsten, nu die de laatste jaren door de droogte vaak voor meer dan 50% mislukten. Het tuinbouwprojekt met de twee putten is een van de pogingen om de boeren andere middelen van bestaan te geven. Een ander projekt is het introduceren van varkens en pluimvee, door deze bij wijze van voorbeeld te laten fokken door de alfabetisateur die er dan tevens mee in zijn bestaan kan voorzien en niet langer hoeft te teren op zijn familie.

Premie Voor het tuinbouwprojekt moet een handpomp gekocht worden om het water uit de put te pompen, en gieters en schoffels. Voor de alfabetisateurs moet vee gekocht waarmee ze een begin kunnen maken. In deze raad zal ook besproken worden of de puttengraver een extra premie kan krijgen voor de laatste meters. Aan de rand van Ndiebel staat de kerk. Vergeleken met de kleimoskeetjes in het dorp lijkt het een kathedraal. Een hoge ruimte. Een tafel met een houten kruis vormt het altaar. In een hoek staat een mariabeeld.

Langs de wand hangen schilderijtjes van de kruisgang in lijsten van zilver geverfde schelpen. Het is de enige versiering. Pronkstuk van de kerk is een diaprojektor met bijbehorend scherm waarmee bij daglicht dia's kunnen worden vertoond. Nieuwste technische snufje door de pater meegebracht van zijn laatste verlof in Frankrijk. Gewapend met dit apparaat en een serie diaplaatjes trekt hij het binnenland in om de bijbelse verhalen aanschouwelijk te vertellen. Geestdriftig somt hij op welke verhalen hij op deze wijze kan verluchtigen: 'Maria kiest het goede deel', 'de bezoekers van Abraham', enz. Het is een roze Abraham maar gekleed in een boubou, en zijn vrouw haalt water bij de put. Allemaal heel gewone dingen die je alleen een blanke nooit ziet doen. Eigenlijk bevatten die plaatjes meer

vreemde elementen voor een europees kind dan voor een afrikaan. Opeens realiseren we ons dat we een priester voor ons hebben en dat al zijn toewijding en zorgen om water en meloenen uiteindelijk geïnspireerd worden door deze verhalen, die hij met zoveel liefde vertelt. Ik kijk rond. Een bed met een gehaakte sprei, een van die ingenieuze senegalese ligstoelen opgeklapt aan het hoofdeinde. Een kastje met boeken en een oude tropenhelm er bovenop. Het keukentje waarop hij zijn voortreffelijke potje kookt, mengeling van franse en senegalese keuken. Ter ere van ons bezoek wordt een fles wijn uit zijn geboortestreek opengetrokken, Beaujolais, eveneens meegebracht van het laatste verlof. We eten buiten onder een afdak bij het licht van een gaslamp. Om ons heen de stilte van de akkers. Als wij geveld door het overvloedige maal naar bed gaan, gaat Forest nog in het pikkedonker over de zandpaden een paar dorpen langs, zoals elke avond. Wat bezielt zo'n man? Bijbelse verhalen over net zo'n leven. De volgende morgen horen we de mis, gezongen in het serer op muziek van hun oude liederen. Het klinkt eigenlijk net als gregoriaans. Na de mis bezoeken we met Gregoire enkele dorpen en putten, o.a. het dorp waar hij zelf vier jaar als alfabetiseur heeft gewerkt. We zoeken mensen op in hun hut en anderen komen naar ons toe om ons te begroeten. Gregoire wisselt met iedereen lange begroetingen uit en verklaart onze aanwezigheid: toeristen. Dat vinden we niet zo leuk, maar we weten ook geen andere benaming. Aan het eind van de middag rijden we terug naar Dakar, langs een andere route dan we gekomen zijn. Nog de gehele weg verbazen en verheugen we ons over het groene landschap.

, ;S>-7

36

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1974

VU-Magazine | 516 Pagina's

VU Magazine 1974 - pagina 510

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1974

VU-Magazine | 516 Pagina's