GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1974 - pagina 490

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1974 - pagina 490

1 minuut leestijd Arcering uitzetten

best zonder de trekarbeiders zou kunnen redden en 42% verklaarde zich voor terugsturen (slechts 39% sprak zich uit voor blijven). De uitslag was scherper dan die van het Zwitserse referendum, waar bedrijfsleven en vakbonden gezamenlijk het volk hadden voorgerekend hoe onvoordelig het heenzenden van een 500.000 trekarbeiders zou uitpakken. Toch stemde nog 34% van de Zwitsers voor wegsturen en tot verontrusting van de vakbeweging behoorde tot de

voorstemmers een groot aantal arbeiders. Vreesden die tóch werkloosheid? Beseften ze niet waar hun belang lag? Moet hun houding uitsluitend worden verklaard uit vreemdelingenhaat, conservatieve, extreem-rechtse neigingen zoals gebeurde in de commentaren van velen? Dat argumenten gehanteerd werden als 'de buitenlanders brengen inflatie', 'de vreemdelingen eten ons voedsel op', en 'de buitenlanders verpesten onze lucht' wijst sterk in die richting. Maar kan wel zo simpel als nogal eens gebeurt, gesteld worden dat de aanwezigheid van trekarbeiders ook in het belang is van de arbeiders in het immigratieland?

Conflict In het meinummer van Wending van dit jaar werd een stuk afgedrukt van een aantal Franse trekarbeiders, dat deelnam aan een consultatie van Europese trekarbeiders in het gebouw van de Wereldraad van Kerken in Geneve, april vorig jaar. Daarin wordt o.a.

^Öj iè <i^'^ l*^ ""Z^ nieuwe kc^/éenknc/se.

het volgende over migratie gesteld: 'Het is een ingewikkeld probleem, omdat men goed moet inzien dat er een conflict bestaat tussen de belangen op korte termijn van de inheemse arbeiders en die van de buitenlandse arbeiders, en dat dit conflict wordt gewenst door degenen die de macht in handen hebben. Enerzijds valt niet te ontkennen dat de buitenlandse arbeiders de onprettigste, ongezondste en slechtst betaalde baantjes krijgen, helemaal onderaan de ladder van de arbeidsmarkt. Deze situatie brengt bepaalde voordelen mee voor de inheemse arbeiders. Ze ontsnappen aan de meest ondankbare baantjes, kunnen In hun beroep een betere positie krijgen en dus betere salarissen en levensomstandigheden. Dank zij de buitenlandse arbeiders kunnen de inheemse arbeiders de rug toekeren aan de laagste vormen van sjouwen en zwoegen. Ze kunnen opklimmen van de primaire produktiesector naarde industriële en dienstverlenende sector. Maar anderzijds biedt de omvangrijke toevloed van buitenlandse arbeiders kans tot het scheppen van die reserve aan werklozen, die de kapitalistische industrie nodig heeft om goed te draaien, en levert die ook een arbeidsreserve, die politiek betrekkelijk lusteloos is, zich uitermate onveilig en voortdurend bedreigd voelt en daarom vaak plooibaar is en weinig eisen stelt. Er is dus alle kans dat die reserve het loonpeil laag houdt, de werkende klasse verdeeld houdt, de strijdlust dooft en een rem vormt op de eisen van de werkende klasse.' In het Zwartboek Pro Gastarbeiders, Rotterdam, wordt de Rotterdamse hoogleraar L. A. Klaassen aangehaald, die indertijd stelde dat het aantrekken van gastarbeiders beschouwd kon worden als een effectief instrument om de in onze maatschappij bestaande inkomensverhoudingen te conserveren en het spook van de vergoeding van het gemis van'psychisch'in komen (dus een extra vergoeding voor minder plezierig werk) buiten de deur te houden. Tenslotte moet nog de Memorie van Antwoord van maart van dit jaar worden aangehaald, waarin minister Boersma stelt; 'De mogelijkheid van het aantrekken van buitenlandse werknemers voor dit soort functies (de minder aantrekkelijke) bood de ondernemers een alternatief voor het afstemmen van hun vraag naar arbeid op het binnenlandse aanbod daarvan. Ongetwijfeld is dit niet bevorderlijk geweest voor het aantrekkelijker maken van dergelijke functies door het bieden van hogere lonen, betere secundaire arbeidsvoorwaarden en betere arbeidsomstandigheden.' Indien dit laatste ook bestaat bij laag- of ongeschoolde Nederlandse arbeiders, mag het geen verbazing wekken dat zij zich

16

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1974

VU-Magazine | 516 Pagina's

VU Magazine 1974 - pagina 490

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1974

VU-Magazine | 516 Pagina's