GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1974 - pagina 405

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1974 - pagina 405

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

de Amerikanen met een ongehoorde, technisch geperfectioneerde wreedheid de communisten te verdelgen: God wil het! Denk niet, dat ik het vele goede vergeet, dat in de loop der tijden voortgekomen is uit een werkelijk verstaan van het Evangelie. Hoe misvormd en verworden ook, de kerk is een kanaal gebleven, waarlangs de boodschap van de sjaloom de oren bereikt heeft van velen, die wilden luisteren. Dit neemt echter niet weg dat een eerlijke analyse ons dwingt tot de erkenning dat zelfs nu nog het geweld een integrerend onderdeel uitmaakt van de christelijke levensbeschouwing van vele solide, achtenswaardige kerkgangers. In hun houding t.o.v. het geweld staan zij dichter bij het Germaanse heidendom dan bij het evangelie, omdat zij de drift van de jagende aap tot een deugd gemaakt hebben in plaats van deze op bijbelse manier als zonde te onderkennen. Het is goed om dit duidelijk te stellen. We zouden anders in de verleiding kunnen komen ten onrechte het evangelie zelf als de oorzaak van geweld te zien, door de manier waarop het door de christelijke aanbidders van het geweld in diskrediet wordt gebracht.

Geloven en geweld Gisteren heb ik gezegd, dat de gemakkelijke aanvaarding van het oorlogsgeweld door de meeste hedendaagse christenen onbijbels is en historisch verklaard kan worden door de wijze waarop de christelijke boodschap aangepast is aan de dynamische en agressieve denkwereld van de Europese mens. De vraag kan nu opkomen: 'Is dat wel fair?' 'Doe ik daarmee geen onrecht aan vele fatsoenlijke mensen, die van goeden wille zijn en die zich toch kunnen beroepen op het feit, dat de oorlog nergens in de bijbei met zoveel woorden wordt afgekeurd of verboden?' Ik zou het mijzelf kwalijk nemen, als ik deze vraag niet serieus onder ogen zag. Ten eerste wil ik voor alle duidelijkheid met nadruk zeggen, dat ik mensen, die het oorlogsgeweld accepteren, geenszins wil afschilderen als schurken die tegen beter weten in de strijd zoeken. Het gaat er mij niet om bepaalde mensen aan te vallen of af te vallen. Mijn enige bedoeling is een bepaalde starre vorm van denken te ontmaskeren, waarin mensen verstikt kunnen raken. Ten tweede hoop ik dat u begrepen zult hebben dat ik de problemen niet op een onverantwoorde manier wil versimpelen door over iedere vorm van gewapende strijd klakkeloos en hoogmoedig een oordeel uit te spreken. Zulk een oordeel komt mij niet toe als het gaat om een verzetsgroep, die in de oorlog een distributiekantoor overviel om bonkaarten te roven voor ondergedoken slachtoffers van de Duitse terreur, om de bevrijders van Cuba, om guerrillastrijders in vele onderdrukte landen in Oost en West. Als ik daaraan denk, dan weet ik het niet goed meer. Enerzijds geloof ik niet dat uit geweld ooit iets goeds geboren wordt dat blijvend is, anderzijds gaat het zo duidelijk om een geoorloofd verzet tegen onderdrukking, dat veroordeling nauwelijks mogelijk is. Nee, op dat probleem heb ik niet gedoeld, ik richt mij tegen de denkwijze van mensen, die de bestaande macht van de westelijke wereld met geweld gehandhaafd willen zien tegenover communisten en vrij-

heidsstrijders en die de atoombom op Hiroshima zonder aarzelen goedkeuren en die eigenlijk ook de recente bombardementen op Noord-Vietnam vanzelfsprekend vinden, al durven ze dat op het ogenblik meestal niet hardop te zeggen. Zo zijn er nog heel wat mensen en zij menen het eerlijk, uit de half-christelijke, half-heidense grond van hun hart. Kan ik bewijzen, wat ik zeg over de heidense oorsprong van de christelijke geweldsaanvaarding? In wetenschappelijke zin waarschijnlijk niet. Je zou dan theoloog, historicus en psycholoog tegelijk moeten zijn en na grondig onderzoek een dik boek moeten schrijven. Toch ben ik er tamelijk zeker van, dat ik gelijk heb en die zekerheid berust op lectuur, op ervaring in kerkelijke gesprekskringen en in officiële commissies. Als je doorpraat met mensen, vriendelijk en luisterend, en steeds meezoekend en helpend bij het vinden van de juiste argumenten, dan stuit je ten slotte op een muur, waar de ander je niet verder laat komen. De één begint dan plotseling over wat anders te praten; een tweede stelt je de niet ter zake doende vraag 'of je soms denkt, dat die Russen zulke lieve jongens zijn'; een derde begint van voren af aan met te zeggen, dat hij toch blijft geloven, dat het vaderland verdedigd moet worden en een vierde zegt misschien heel eerlijk, dat het Evangelie nu eenmaal niet geschikt is om als basis voor de wereldpolitiek te dienen. Steeds hetzelfde primitieve uitgangspunt, waaraan niet te tornen valt, een kinderlijk geloof dat niet is te schokken; De macht van onze beschaafde wereld moet met geweld gehandhaafd worden. Dat kan nu eenmaal niet anders. Ik moet er dan nog bij zeggen, dat zo'n teleurstellend gesprek meestal niet gedraaid heeft om de principiële vraag 'Is oorlog aanvaardbaar' maar om de praktische kwestie: 'Wat moeten wij als christenen denken van de huidige technologische oorlog met atoombom, raket, zenuwgas, fragmentatiebom, en ga zo maar door. In meer dan één opzicht heeft de technologie de oorlog principieel veranderd, principieel en niet gradueel. Deze verandering wordt thans zo duidelijk openbaar, dat ook een christen, die voorstander is van de rechtvaardige oorlog, zich zou moeten bekeren. In de komende dagen zal ik dan ook enkele beschouwingen wijden aan de invloed van de techniek op de oorlog en de gevolgen daarvan. Morgen zal ik echter eerst nog proberen te verklaren, waarom zoveel eerlijke, eenvoudige, christelijke mensen, waaronder er verscheidenen zijn, die ik graag mag, niet bereid zijn hun mening te herzien. Voor de meesten van u zal dat misschien moeilijk te begrijpen zijn en wel, omdat u voor het merendeel na 1945 geboren bent. Toch wil ik proberen u ervan te overtuigen, dat jonge mensen niet boos mogen worden op oude mensen vanwege de manier waarop zij in hun geweldsdenken verstrikt zitten. Deze clementie behoeft u natuurlijk niet te hebben met hitserige politici en journalisten, die iedere gelegenheid aangrijpen om te waarschuwen 'Straks komen de Russen' of die berichten over Russische spionagevliegtuigen en -schepen tegen beter weten in opblazen om de bevolking angst aan te jagen en daardoor willig te maken om te betalen voor defensie. Ik vind dat op hen het woord van Jezus van toepassing is: 'Als iemand een van deze kleine mensen, die in mij geloven, van de goede weg afbrengt, kan hij 19

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1974

VU-Magazine | 516 Pagina's

VU Magazine 1974 - pagina 405

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1974

VU-Magazine | 516 Pagina's