GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1974 - pagina 366

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1974 - pagina 366

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

c

o (O

Het toeristisch gedeelte En dan besef je Ineens dat je al drie weken in Zambia zit. Drie weken op het platteland, temidden van de armsten der armsten. En tegelijkertijd besef je datje nog maar zo weinig hebt gezien van deze fascinerende kaleidoscoop, waar traditie en beschaving met elkaar wedijveren. Na de eerste drie harde weken zijn de meeste studenten wel te vinden voor een paar 'toeristische' dagen. Een week om precies te zijn. En aangezien het land ongeveer 23 maal zo groot is als Nederland, hebben we de bezienswaardigheden enigszins op z'n Amerikaans moeten afwerken. Het eerste doel is Chingola, een vrij grote stad in de Copperbelt, een gebied tegen de grens van Zaïre waar de koper gevonden wordt, de kurk waarop de Zambiaanse economie drijft. Henk van Ruller heeft een afspraak gemaakt met de Nschanga-mijn, zodat zij voor ons onderdak en voor een rondleiding zorgen. Zonder enige twijfel is het dat geweest dat ons het meest geschokt heeft in Zambia. De afgelopen weken hebben we op het platteland doorgebracht en dat was arm, dat hebben we kunnen zien. Maar er is een groot verschil met de Copperbelt. In het district Serenje is iedereen vrijwel arm. In de Copperbelt echter zijn speciale 'low density areas' (wijken waar maar weinig 'huizen' staan), die bijna uitsluitend door blanken bewoond worden. Het valt het beste te vergelijken met een Wassenaarse villawijk. De blanken die hier wonen, hebben de hogere functies bij de mijn en verdienen er veel. De gewone mijnwerkers de Zambianen, wonen in de z.g. compounds, krottenwijken, waar soms 60.000 mensen wonen en waar nauwelijks sanitaire of andere voorzieningen zijn.

Bungalows Een aantal leden van onze groep heeft er nogal moeilijk mee dat wij ingekwartierd worden in twee, vrij luxe bungalows, waarvan zelfs de ijskast goed gevuld blijkt te zijn. Enkelen zeggen dat elke kamer van de bungalow even groot is als het hele huis van de gewone arbeider. Er is evenwei geen andere mogelijkheid. Wij moeten ons aanpassen aan de verwachtingen zoals die gesteld worden door de andere blanken en misschien zelfs ook wel door de zwarte Zambianen. Alleen het verschil in behuizing toont al op schrijnende wijze aan dat het verschil tussen arm en rijk hier zeer groot is en helaas vrijwel samenvalt met het verschil tussen blank en zwart. En de blanken schijnen intuïtief te voelen dat ze meer hebben dan anderen. Bij vrijwel elk huis in de villawijk tref je twee of drie grote honden aan, die evenwel blanken niet aanvallen.

Het sociale leven Het sociale leven van de blanken speelt zich hoofdzakelijk af in de cricket-, tennis- of golfclubs, waar men zich, behalve met drinken, voornamelijk bezighoudt met het versterken van eikaars vooroordelen over de gekleurde medemens. In principe moeten deze clubs ook voor zwarten toegankelijk zijn, doch in de praktijk is de prijs van het lidmaatschap te hoog. Dé ontmoetingsplaats voor de Zambianen is de kroeg. Immense ruimten waar gedanst wordt en gedronken op een manier die doet denken aan onze crisistijd. Geen blank'e waagt zich in deze gelegenheden en ook wij waren voor moeilijkheden gewaarschuwd. Overal zijn we echter vriendelijk ontvangen; we zouden het tegendeel best begrepen hebben. 24

Open pit Maar we moeten de mijn in en het is werkelijk een ongelofelijk gezicht om te zien hoe 200-tonners een gat in de aarde hebben gegraven van 264 meter diep en een paar kilometer lang. Grote wagens vervoeren het kopererts naar enorme stampers waar het tot gruis gemalen wordt. Via een aantal chemische bewerkingen verkrijgt men dan het zuivere koper dat in staven en platen over de hele wereld gretig aftrek vindt. Ook de ondergrondse mijnen zijn zeer efficiënt geregeld. Wij dalen af tot ongeveer 700 meter diepte, hetgeen een aantal mensen toch niet zo lekker zit en we worden rondgeleid tot in de uiterste vingertoppen van de mijn waar deskundigen ladingen explosieven plaatsen om nieuwe lagen erts bereikbaar te maken. En dat het een lucratieve bezigheid is, bewijzen de cijfers; de netto winst van deze mijn is 250 miljoen gulden per jaar,

Artis We hebben, volgens het programma, nog 3.000 kilometer voor de boeg in de resterende dagen, dus het wordt wel zaak om voort te maken. We moeten in één dag Chungacamp bereiken, een aantal hutten binnen een omheining. Het kamp ligt in het Kafue wildreservaat. Er zijn maar een paar toegangswegen tot het reservaat, die streng bewaakt worden en na zonsondergang gesloten zijn. Het lukt ons om naar binnen te komen; het kamp is slechts 20 kilometer verwijderd van het hek. Men had ons verteld dat de kans gering was, dat wij wild zouden zien, omdat het gras te hoog en te groen was, zodat de dieren niet naar de rivieren trekken. En als men bedenkt dat het reservaat even groot is als Nederland . . . De eerste van onze auto's waar VU-hoogleraar Brasz mee vervoerd wordt, krijgt evenwel een merkwaardige ontmoeting. De weg naar het kamp is erg slecht en bochtig en omgeven door meer dan manshoog gras. In het grote licht van de koplampen zie je dus alleen maar een klein stukje van de weg. We draaien om een rotsblok heen en daar staat, midden op de weg, een levensgrote olifant. Zijn kop wiebelt een beetje en wij stoppen. Prof. Brasz zegt: 'Doe het licht uit dan ziet hij ons niet meer.' Waarop de bestuurder antwoordt: 'Als ik het licht uit doe, zie ik hem niet meer.' Daar zo'n Afrikaanse olifant erg groot en erg onberekenbaar is, zit er niets anders op dan te wachten en te hopen dat hij niet aanvalt. Korte tijd later schuifelt hij de bush in. De volgende dagen zien we een overvloed aan wild: apen, herten, antilopen, buffels, wilde zwijnen, krokodillen en vooral nijlpaarden, die je door hun gerochel 's nachts uitje slaap houden. Het is prachtig, dit wildreservaat, maar de boeren in de omgeving hebben er minder waardering voor. Wie houdt hèn in leven als olifanten hun huisjes en oogst weer eens hebben vernield.

Wereldwonder Een aantal lezers zal weinig over Zambia weten. Maar de meesten zullen ongetwijfeld gehoord hebben van de Victoria-watervallen, die in de vorige eeuw door Livingstone zijn ontdekt. Het stadje dat er vlak bij ligt is ook naar hem genoemd. Het is een onrustig gebied, omdat over de waterval de grens loopt met Rhodesië. De rivier, de Zambesi, vormt ook de grens met Botswana. Bovendien is het maar een paar kilometer verwijderd van de onder Zuidafrikaans bestuur staande Caprivistrook, zodat dit gerekend mag worden tot een van de meest gespannen gebieden in de wereld. Regelmatig worden er mensen over en weer beschoten en mede omdat de grens met Rhodesië gesloten is, is het

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1974

VU-Magazine | 516 Pagina's

VU Magazine 1974 - pagina 366

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1974

VU-Magazine | 516 Pagina's