GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Onheilig en heilig verkeer het heiligdom.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Onheilig en heilig verkeer het heiligdom.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

... maar de jongeling was den Heere dienendevoor het aanschijn van den priester Eli. Dochde zonen van Eli waren kinderen Belials: zijkenden den Heere niet. 1 Sam. 2 : 11,12.

Vreeselijk is het onheilig verkeer in het heiligdom. Zooals bij Eli's zonen. Zij waren kinderen Belials, zij kenden den Heere niet. Dat wil waarlijk niet zeggen, dat zij van den Heere en van Zijn dienst niets wisten, of dat de inzettingen en ordeningen des Heeren hun onbekend waren. Integendeel. Zij waren daarin wel onderwezen. Wilt ge: zo waren daarin deskundige specialisten, mannen van het vak. Maar zij kenden den Heere niet. Zij beefden niet voor de heiligheid des Heeren. Er was in hun zielen geen heilig vuur. Zij hadden den Heere niet lief, en hadden daarom Gods volk niet lief. Natuurlijk niet. En schrikkelijk benauwend is het als Gods volk wordt overgegeven aan de onheilige handen. Vooral aan de onheilige handen dergenen, die het heilige bedienen. Dan worden er door dezulken grootere verwoestingen in Gods kerk aangericht, dan door hem, die openlijk Gods vijanden zijn. Dan gaat het er maar om, wat er van Gods volk te maken en te halen is. En daarin hadden Hofni en Pinehas het merkwaardig ver gebracht.

* * *

En nu moet ge met de toepassing voorzichtig zijn. Men is er tegenwoordig al heel gauw bij, om deze toepassing te maken: dat hebt ge nu van al uw onderwijzing en vermaning tot het onderhouden der inzettingen. Al die gewenning vergrooft de zielen. Een levende ziel snakt daarbij naar lucht. Neen dan de vrije vroomheid! Daarbij vindt ge die gevaren niet! Maar dat is dan toch wel een heel verkeerde toepassing. Want het gaat hier over het bezig zijn in de heilige bediening door hen, die den Heere niet kennen. Die wel het verbond in hun mond nemen, doch die aan het verbond vreemd zijn. En dan waakt de Verbondsgod op. Dan trekt Hij zich terug. En door den weg der vernedering heen, gaat dan de Heere zich weer openbaren als de Heilige Israels.

* * *

Er zijn zoo van die tijden in de geschiedenis van Gods volk en kerk, waarin alle wijsheid der menschen machteloos blijkt. En nooit staan wij machteloozer dan tegenover de inzinking der kerk. Er wordt veel geklaagd. En wie zelf niet vreemd is aan de heiligheid des Heeren, wijst waarlijk die klachten niet als ongegrond af.
Wie van die klachten niets begrijpt, begrijpt niet veel van het heilig verbond. Maar toch dat klagen zonder meer brengt ook de uitkomst niet. De uitkomst ligt in het verbond.

* * *

Er was in Israël een vrouw, die geschreid heeft in het heiligdom.
En die schreiend heeft gebeden.
Die zich vastgehouden heeft aan de belofte.
Die verbondsworsteling gekend heeft, en wier bede is verhoord.
Die een zoon heeft verkregen — voor den Heere.
Die haar kind heeft gebaard en gezoogd en gespeend en losgelaten en overgegeven aan den Heere. En die in gemeenschap met haar man dat aan haar kindje heeft gezegd.
Straks aan haar zoon, den jongeling. Dat hij voor den Heere was.
Dat hij daartoe was geboren — voor den Heere en voor Zijn volk.
Die hem dat heeft ingescherpt, gebonden op de ziel.
Dat, dat zijn de worstelingen van Sion. Daarin ligt de wederoprichting van Israël.

* * *

Dat wordt te weinig verstaan. Te veel zelfs tegengesproken. Door hen, die beweren, dat je maar moet afwachten. Niets eischen. Dat uw kind, uw zoon of dochter maar eens rond moet zien, en dan zelf wel zeggen zal wat het kiezen wil. Maar dat is de wijsheid dezer wereld. Ook al wordt zoo gepraat door menschen, die dat vroom vinden.
Maar dat is niet de wijsheid, die van boven is.
Die leert bidden om een kind — voor den Heere.
En dan gebeurt het wonder.
En de jongeling was den Heere dienende voor het aanschijn van den priester Eli.
Hij wist niet in bijzonderheden, welke zijn roeping was.
Maar hij wist dat hij was — voor den Heere!
En zoo beeft in Israel's donkerheid het licht geschenen.
De Heere gedenkt Zijn verbond.
Samuel — God verhoort!

A. D. S.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 januari 1933

De Reformatie | 8 Pagina's

Onheilig en heilig verkeer het heiligdom.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 januari 1933

De Reformatie | 8 Pagina's