De Scherpe Resolutie en het decretum horribile. - pagina 8
raël nieé lateu trekken."
En ook nu
zijn
het weer de belijders van
God Abrahams, Iza^ks en Jacobs, die met geen andere vraag tot den machthebbende kwamen, dan dat ze het gelootsoffer aan dien God mogen toewijden: hier de harten hunner kinderen. Hot kan daarom niemand, en allerminst de woordvoerders van
dien
ons
Liberalisme, verwonderen, dat we, op onze beurt in Ji^xodiis' geschiedrol naar een teekenend beeld voor de zich aan ons opdringende gedachte om ziende, het nieuwe legercommando, dat onlangs in hun slagorde is uitgegaan niet beter meenen te kunnen kenschetsen, dan als een Paraos antwoord op de bede, het beklag en den conscientiekreet van het Christelijk deel der natie. Er was een levensteeken onder de voorstanders van het vrije onderwijs. Na lange voorbereiding een kleine triomf, Blijkbare vermeerdering althans van onzo geestverwanten bij de stembus.
Dat mocht
niet
gedoogd
!
dus spraken de Egyptische raadslieden, dezes volks is aireede te veel. Hoe nu, zoudt ge hen doen rusten van bun lasten?" ,,En ten zelven dage ging het woord \\\i onder de aandrijvers onder het volk en deszelfs ambtlieden, zeggende Verhard den dienst dezer lieden, want zij gaan ledig. Daarom roepen zij, zeggende Laat ons onzen God offeren." »Men verzware den dienst over deze mannen, dat ze daaraan te doen hebben en zich niet vergapen op leugenachtige woorden !" Een recht was gevraagd. Verergering van onrecht is de bedreiging, waarmee men ons antwoordt. Een recht. Het recht dat aan Israël in Egypte, dat aan elk vrijgeboren man, dat aan eiken mensch toekomt, en niet dan door dwingelandij hem kan verkort of ontzegd worden het recht, om met zijn kinderen God te dienen naar de inspraak van zijn hart. Te dienen, niet slechts in de ure des gebeds of bij den eeredienst maar naar den eisch van alle ware vroomheid, in zijn leven zelf, in al zijn levensbetrekkingen, bij de heilige taak der opvoeding ,,Zie,
:
:
;
allermeest.
En wat bood men ons Lange jaren tiiets.
?
Eerst hield men zich, als vorstond men ons niet. Dat was ideologentaal, dweepziek gekeuvel, reactionair bedrijf, onbekendheid met
de
eerste eischen van ons nieuwe Staatsrecht, een stoken van twist en tweedracht, misbruik van heilige termen ter bereiking van doeleinden, die het licht niet mochten zien. Kerkelijke despotie lag in het hart: de roep om staatkundige vrijheid op de lippen Zoo wilde men onze klacht eerst doodzwijgen, toen door spot ontwapenen, ten slotte terzij zetten met een hooghartige machtspreuk. Hoe we ook riepen en klaagden, men bleef onvermurwbaar, onverbiddelijk. Wie zou ook vergen kunnen, dat ter wille van zulk !
een
nauw noembaar belang
overtreifelijke
herzien
modelwet
als
als de
onze
coosciüntievnjheid, een zoo onschoolordinantie van '57 werd
!
Harde jaren hebben we onder
dit liefdeloos
stelsel,
door partij-
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1875
Abraham Kuyper Collection | 28 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1875
Abraham Kuyper Collection | 28 Pagina's