Eenige kameradviezen uit de jaren 1874 en 1875 - pagina 287

V.

KERKELIJKE QUAESTIE.

24.

DE BERAADSLAGING OVER (EEREDIENST) DER STAATSBEGROOTING, DIENSTJAAR 1875.

REDE GEHOUDEN HOOFDSTCTK

VII

BIJ

{Gehouden 15 Dec. 1874. lïand. der Slaten-Generaal, pag. 624

v.v.)

Geeft de Memorie van Beantwoording, Mijnheer de Voorzitter, voorzooveel de afdeeling Eerediensten betreft, op het Voorloopig Verslag het

gewenschte bescheid? Ik acht twijfel daaromtrent geoorloofd. Zooals uit het Voorloopig Verslag <le

beginselen

orfjanisatie

aangaat,

blijkt,

zijn

in de afdeelingen,

gekomen

vooral drie punten ter sprake

van de adminislralie der Eerediensten

traktementen aan predikanten van de

Chrislelijke

;

2.

:

wat

P. de

de toekenning van

Gereformeerde gemeen-

ten en 3. de verhouding van Kerk en Slaat.

Wat drie

vind ik nu in de Memorie van Beantwoording betreffende deze

pmiten

?

Ten aanzien van het regeling

eerste

wordt geantwoord, dat de tegenwoordige

het laatste Koninklijk besluit den Minister bevredigt.

van

leg mij daarbij neder,

omdat

in de

argumenten,

gekomen,

niet

door mij wordt gedeeld.

geoorloofd

zijn,

in

ciën

veilig onder

der zaak van

hoever de Eerediensten

dak zijn?

De

in de sectiën ter

sprake

Alleen zou misschien de vraag bij

het Departement van Finan-

Minister van Financiën

ambtswege geroepen

Ik

is

uit

den aard

den financieelen trein zoo sterk mogelijk

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen