Acta van het Zending-Congres - pagina 27
n van doop en avondmaal gemaakt wordt bij de omschrijving van het ambt der Zendelingen in doch dat zeker de bedoeling stelling XXIII van referent niet is, dat de Zendeling geen recht, zou hebben het avondmaal te bedienen, doch dat er eenvoudig nog geen Kerk is, die het avondmaal vieren kan. Bedient hij straks, naar stelling XXIV, in de Gereformeerde Kerk Woord en sacramenten, dan treedt hij uit zijn byzonder ambt als Evangelist terug in zijn algemeene autoriteit als Dienaar des Woords. ;
Ongetwijfeld doelt de D. K. Dr. Rutgers. op een vergaderen van ongedoopten onder de Heidenen. Het Schriftuurlijk ambt van Evangeeen buitenvooral hierdoor gekenmerkt, dat de Evangelisten niet middellijk door de Kerken, maar rechtstreeks door Christus werden geroepen. Onze vaderen hadden voor den arbeid onder de Heidenen eenvoudig Dienaren des Woords, wier dienst dan zeer zeker eenigszins buitengewoon was, list
als
is,
gelijk dit (b. V.
helper
der
apostelen,
ambt der apostolische eeuw,
gewoon
bij
trouwens ook het
leger
of
wel meer voorkwam op een oorlogschip).
Bedoeling «lag niet zijn, dat het in het ambt des Zendelings zou liggen, wel den doop, niet het avondmaal te bedienen. De onderscheidene deelen van het ambt kunnen niet gescheiden worden- De keuze van den naam Evangelist voor Zendeling zou ik niet gelukkig achten. De H. S. kent Evangelisten en deze hadden een ander ambt dan onze Zendelingen. Daarbij geeft men tegenwoordig den naam van Evangelisten ook wel aan oefenaars of voorganorers bij bijbellezingen, enz. Ik vrees dus, dat als wij nu van Evangelisten zouden spreken in eene derde beteekenis, nog meer misverstand. Ook hebben we nu eenmaal het woord Zendeling. Nog moet ik er op wijzen, naar aanleiding
van een der stellingen, dat bij Kerkformatie in heidenlanden nog lang bijna alles neerkomt op den Zendeling en ook op de Kerken, die hem uitzonden. De nieuwe Kerken mogen niet te spoedig geheel aan zichzelven overgelaten worden. het met Ref. eens wat onderhoud der Zendelingen. Het is een dwaling, dat Zendelingen geen onderhoud van de zendende Kerken Ds.
Lion
Cachet
is
betreft de zorg voor het
dat zij zelven, zouden behoeven te ontvangen door handenarbeid in hunne behoeften moeten Vele werklieden-Zendelingen zijn voorzien. uit gebrek aan onderstand half verhongerd. Een Zendeling ontvange geen ,,tractemeut," geen ,, bezoldiging," maar zulke toelage als noode heeft, ter voorziening in zijne hij ;
•
behoeften.
op
Wie
er anders over denkt, moet uitgezonden, of, zoo hij reeds ware, worden teruggeroepen. Doch
worden
niet
reis
de Zendeling moet niet belast worden met de zorg voor zijn dagelijksch brood, en de andere finantieele behoeften aan zijn Zending verbonden. Hij moet weten, dat de Kerk, die hem zendt, naar vermogen, de geldelijke lasten dier Zending zal dragen. ') Br. Leiszen, uit Beverwijk, maakt nog een
opmerking over de verkondiging van wet en evangelie, waarna Dr. Kuyper repliceert.
De
voorzitter brengt
nu aan Referent hartelijken
toe voor zijnen belangriijken arbeid. Aangezien het ondertusschen reeds half 5 geworden
dank
wordt besloten het referaat van Ds. Schaafsma,
is,
uit te stellen tot de volgende zitting, die stipt
om
half 10 zal aanvangen.
Op der
verzoek van den voorzitter sluit br. Van uit Vlaardingen dit samenzijn met
Valk
dankzegging.
Ten 5i uur werd een maaltijd gehouden, aan welke een aantal afgevaardigden en gasten deelnamen en waarbij vele hartelijke woorden, o. m. van ds. Van der Valk, als afgevaardigde der Zending-Commissie der Chr. Geref. Kerk, gesproken werden in een andere zaal, waarna nog, op uitnoodiging der B.B. Hovy en Van Marie, eene ure gesloten werd in broederlijk samenzijn. Ten ruim 9 ure werden de verrichtingen van dezen dag besloten.
een goud-mijn in Indië," zeide Fuller, in oog op het arbeidsveld daar in de Zending, „doch diep, als tot het middenpunt der aarde. Wie waagt het in die mijn aftedalen ?" ,,lk ben bereid om nedertedalen," antwoordde Carey, ,.doch gijlieden moet de touwen vasthouden." Zoo is het. De Zendeling ga in het geloof, zonder zich te bekommeren om zilver en goud, ')
„Er
1792, met
om
is
liet
maar de zendende Kerk houde zorge voor hetgeen touwen vast," zijn arbeid onmisbaar behoeft.
voedsel of deksel,
in het geloof ,,de
de Zendeling tot
—
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1890
Abraham Kuyper Collection | 142 Pagina's
![Acta van het Zending-Congres - pagina 27](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/acta-van-het-zending-congres/1890/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1890
Abraham Kuyper Collection | 142 Pagina's