Eenige kameradviezen uit de jaren 1874 en 1875 - pagina 85
KOLONIALE yUAESTIB.
tplijk
weg
onzen te
sprake
ter
wijden.
gebracht,
lag
om
De
heer
en
op
er
85
gewezen,
hoe het inderdaad op
onze aandacht meer dan vroeger aan deze
man
een
Esser,
geen vreemdeling, en wiens naam onlangs gereleveerd
mengd
stem
zijne
hem
op een wijze die meer
is,
onze
in
Indien
eert dan
meer
niet
materie
in onze koloniale toestanden
hen
ook
in het deliat ge-
die oorzaak zijn dat
genoemd
weerklinkt, heeft van
vlugschrift even gmistig getuigenis afgelegd.
Of meer
men
wil
gevallig
een naam, die aan de andere zijde der
de meening
ook
welnu,
is,
Nederlandsch-Indië
van
Wijnmalen heeft
dr.
in het
dezelfde brochure besproken, en
het alleszins onze plicht was,
geuit, dat
Kamer
om
misschien
Tijdschrift
ook
zijnerzijds
het middel van
de opium niet zonder verdere consideratiën te laten voor wat het was. Ja,
weten
zelfs
loopende geruchten, dat in het Indisch Ge-
de
uit
wij
nootschap eerlang opnieuw het debat over de opiumquaestie staat geopend te
worden,
Dedem,
in
Toch verliezen.
Het
opiumzaken een
Van
specialiteit.
zal
ik mij
niet in
Ik
geloof,
dat
dunkt mij beter
zal
den burgemeester van Hoorn, den heer
door
ingeleid
algemeene beschouwingen over de opium
daarvoor
het oogenblik minder geschikt
is.
de debatten in het Indisch Genoot-
eerst
zijn,
schap af te wachten; ook te wachten op de lectuur van die bekroonde prijsvraag,
waarin
worden
middelen
de
aan
de hand gedaan
om
het
misbruik ten deze te keeren.
Zou het bovendien
om
vallen tot
van
in
het
bediscuteeren zeer
speciale
niet
van
meer
in de gedragslijn
over een begrooting door
debat
beginselen
het
punten,
te
komen?
doen
met name genoemde wet, en met het wet,
ja
van dezen Minister
hem
verdedigd niet
Zelfs het ))espreken toch
van speciale vragen omtrent een cijfer
aangewezen
artikel uit die
een onderdeel van dit artikel, maakte nog onlangs op
omtrent
dezen Minister den indruk van nevelachtige algemeenheid.
Hoe
licht
kon
thans niet weder zulk een nevel tusschen de ministerieele tafel en deze
banken opkomen! Ik bepaal mij dus ook ditmaal tot
een viertal
zeer speciale vragen,
waartoe het Koloniaal Verslag gereede aanleiding geeft. In rijke
de eerste plaats veroorloof ik mij te wijzen op de zeer belang-
nieuwigheid
bij
de
verpachting ingevoerd.
In de pachtregeling van 1874 toch ters
de
bevoegdheid
gelijk voor
1875
gegeven,
— 1877,
Het heeft volgens
d.
i.
een
om
is
voor het eerst aan de pach-
naar willekeur voor een jaar of
te-
drie jaar, in te schrijven.
enkele phrase uit het Verslag den schijn,
alsof de Minister dat verschil gering acht.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1890
Abraham Kuyper Collection | 320 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1890
Abraham Kuyper Collection | 320 Pagina's