Eenige kameradviezen uit de jaren 1874 en 1875 - pagina 260
ONDEKWIJSQÜAESTIE.
260
bondgenooten in
dat
van
staatkundig beleid.
alle
was
mij
Bi]
ik psychologisch alleen daaruit verklaren,
oogen het hebben van bondgenooten steeds was het eerste
zijn
vereischte
kan
zal stellen,
anders, en hij zal
het
dus wel gelooven, dat
bij
mij
dergelijke bedenking niets afdoet.
Ook
heeft
indien
verlagen,
gevraagd: Is het niet den standaard van
hij
den
gij
uw
partij
voor de school verlaagt tot een
strijd
(jeld-
ffiiaeslie ?
mede betrokken was
Mij dunkt, dat de geachte spreker, die
Kamer
vrije
Christelijke
tegemoet
school
Ook
bood niets dan geld.
komen, en toch ook dat voorstel
te
schijnt dus
hij
geen anderen weg ontdekt, en
Wat
noo- zoo kwaad niet gevonden te hebben.
weg
dien
meende aan het verlangen van de
bereikt heeft, inderdaad
deze
het
van de wet op het lager onderwijs, dat in 1869
wijziging
tot
voorstel
bij
Waarom doen, dan om
de
het
liberale
verkeerds steekt
de schoolwetpartij dan
en
daar ook in?
is
anders
door haar invloed in het Parlement te kunnen
te
beschikken over de publieke kas, te exploiteeren
Wat
?
zijn
baten?
school geldelijk te
die
ten voordeele van
Men
dan
anders,
worden ingediend,
voortdurend
om
de amendementen, die hier
vraagt
middelen
hun
school
inzake onderwijs
om
de openbare
50.000 voor kweekscholen aan,
f
om
zooveel hier- en zooveel daarvoor; altijd vragen
(/dd.
kwaad?
Is dat
Als die theorie opging,
zie ik kans,
om
zelfs de heiligste
alle,
betrek-
kingen, te denigreeren door het verwijt: Gij maakt er een geldquaestie van! Zoo is alles wat ik doe bijvoorbeeld voor mijn kind, het teederste mijn
van
leven, in een geldquaestie
huislijk
om
te zetten;
dan kan ik
zelfs den godsdienst, het edelste en hoogste goed, voorzooveel de opvoe-
ding
omzetten
betreft,
geld
zal
in
de vraag, hoe, als het kind belijdenis heeft
gevonden worden
o-edaan,
het
dossen,
zooals dan gebruikelijk
is,
den onderwijzer, wiens goede diensten Ja, op die wijze
te vereeren.
met
zijn
haar de
vrouw,
eigen
in
kan men
een
om
het in feestgewaad
Voorzitter,
die
theorie gaat
te
men gewoon is met een huldeblijk waarom ook niet het huwelijk
alles,
omzetten, en vragen wat
geldquaestie
voor kleeding en huishouding zal kosten.
uitgave
uit
en het geschenk te bekostigen voor
niet op; ze
is
Neen, Mijnheer
onwaar en gaat
te
ver.
men het in ons verkeerd vindt, dat we nu men er wel op letten mag, dat dit niet dan een formeele analyse, waardoor men ten slotte alles in geld is Althans de Kamer zal dit niet goedkeuren, die telken herleiden kan.
En daarom
geloof ik, dat, zoo
op onze beurt van geld spreken,
jare,
week
aan
week,
bij
de begrooting voor
alle
zaken, voor hooger
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1890
Abraham Kuyper Collection | 320 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1890
Abraham Kuyper Collection | 320 Pagina's