Eenige kameradviezen uit de jaren 1874 en 1875 - pagina 36
KOLONIALE QUAESTIE.
36
dat
seminarie,
men
Depok
te
Batavia zal worden opgericht? Haast zou
bij
het niet gelooven
!"
in dezen Archipel
Van
heer
de
gaat
om
oproept,
Koloniën
bij
eventueele volks-
Ziedaar de uitspraak van een verstandig
gaarne tot de mijne maak."
die ik
Zelfs
een bron van onlusten worden in de
zal
„machine de guerre" tegen ons,
en een
opstanden
man,
Java
op
seminarie
„Het toekomst
zoo
Eist
ver, dat hij
den Minister van
de oprichting van dat seminarie gewelddadig te
beletten.
van
de
om
haar, dat
zij
worden
Javaan
den
schouwde
der
zijde
brandmerkte daarom
won
hield,
en
in
als
onze
niet al haar
Wij bidden
bij
het beslissen van de maat-
gelijk staande,
onmondigheid, waarin
men den Javaan
veldslagen
in
den
strijd
dan ook den eisch
voor rechtvaardigheid dat wij het hoogere
,
maatschappij aan de Indische hadden
Europeesche
De politiek,
betuigde
af
Christelyk-historische
richting voor de
Edoch met gewichtige
richting
had
reserves.
tegen de liberale koloniale
onder meer, twee zeer ernstige bedenkingen.
In de eerste plaats bleek liberale
Christelij k-historische
de
haar sympathie.
laatste zienswijze
om
partij,
voorgrond
te
houdkundige bevorderen,
de
al
spoedig, dat de historische neiging der
bourgeoisie, de rijke burgerklasse, sterk op den
en
zoowel
door staatkundige als door staathuis-
maatregelen
zooveel
mogelijk
dringen
haar
belangen eenzijdig
geleek
;
ook in
het strijd
te
ook naar Indië werd overgeplant, waaruit een toestand ge-
boren werd, die dikwijls op exploitatie van den inlander maar
moge
de bedoeling der leiders niet zijn geweest,
met de bedoeling, het gevolg had
Haar tweede
bedenking
richt
al te
maar,
zij
wel het
het.
zich tegen de poging der liberalen,
een maatschappij te reorganiseeren door bloot uitwendige hervorming. Zij
wilden zijn,
be-
te deelen.
Van meet
om
Zij
menschenwaarde met ons
maar erkende
van
standpunt
mede
zij
koloniale quaestie, de liberale partij in.
als onrecht de
schitterende
billijkheid;
Zal
het te laat is."
Een geheel ander standpunt nam, schappelijke
een zoo ingrijpende „ma-
gesteld, te verhinderen?
moge voordat
het doen
bij
blijven?
passief
deze zaak, waarbij onze Indische belangen op-
waagschaal
de
in
Regeering,
de
geestelijkheid,
aanwenden,
invloed
nieuw
nu
„Zal
zegt:
Hij
noeuvre"
beweert, dat het niet aangaat
wingerd
te
om
druiven aan de takken van den
hangen, en dat ze aan dien wingerd niet
indien niet vooraf de goede druivenstok op zijn stam
beweert, dat het niet helpt of
men
is
te
winnen
geënt.
Zij
de Indische maatschappij al veruisse,
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1890
Abraham Kuyper Collection | 320 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1890
Abraham Kuyper Collection | 320 Pagina's