Separatie en Doleantie - pagina 29

AMBT DER GELOOVIGEN.

HEI'

29

Overheidsgezag bestaat, staat tegenover die Overheid een

een

Staten-Geueratil als een vertegenwoordiging van het volk over.

Maar zoo de

in

het in de kerk van Christus niet.

is

Hier

kan

zijn;

en

dus ook

van

Voetius

aan

toonen,

te

„geloovigen''

een

het licht

ecclesiuislica juist

op de

gelegd en voor een aanmerkelijk deel door hen

is

onder

dat

en rechl-

hunnerzijds

alzoo

is

komen we dus

zelven wordt uitgeoefend. Kesunieerende slotsom,

geen sprake

bent uur

stelt dit zeer helder in

de poiestas

dat

op aarde

is

tegenstelling

zake van

in

hebben,

beslissen

te

mnbteWjke handeling.

door

een

zulk

Er

menschelijk Overheidsgezag.

wat de //geloovigen"

al

mede

f<:jjrauk

geen

kerk

geïnstitueerde

tot

,/ambt der geloovigen" te verstaan

deze al

zij,

datgene wat de (jecpiali^ceerde geloovigen in een geïnstitueerde kerlc rerrlchten

te

hiermede hier

macht

bonden aan hef

om

de speciale ambten

alsof'

Immcis deze uitoefening van

onder lijden konden.

kerkelijke

En

de potestas ecclesiasfica.

de bedenking,

tevens

valt

ooit

hen

als dragers van

/lebfjen

door de //geloovigen"

Woord van God, en

dit

is

ten allen tijde ge-

Woord van God

verplicht

voor den dienst des Woords, van het presbyteriaat en

het diaconaat onverwijld de speciale ambten in te stellen.

Een

dat ons vanzelf op de reformatie

voorbeeld,

duidelijk

der kerk terugbrengt, kan deze zeer speciale beteekenis van het Als er

//ambt der geloovigen" nog nader in het licht stellen.

namelijk in een Heidensche of Turksche stad,

stel

een honderd-

huisgezinnen tot den Christus bekeerd worden, dan rust zeer

tal

zeker terstond op deze Christenen de ver])lichting van Godswege,

om

hunner woning

in de plaats

daartoe in een heelt

niets

instituta

ecclesia

met

het

kerk

zijn

te

openbaren, en zich

te vereenigen.

Deze daad echter

//ambt der geloovigen* uitstaande,

vloeit rechtstreeks en eeniglijk uit

Zoodra echter deze vereeniging

hun

roeping als C/iristenen voort.

tot stand is

gekomen, en ze nu

leden eener geïnstitueerde kerk handelen gaan, (»p

te richten, een

andere ijuidilate

hun

kerken qua

leggen,

geschied,

qualiteit als

tueerde kerk,"

kerkenordening

te

d.

enz.,

niet

te

om

in

aanvaarden, verband met

dan

zijn al deze

door hen

hun „ambt"

als

de ambten

als

(

handelingen

lirisleneu,

„met macht bekleede leden van een i.

maar

als

//geloovigen".

maar

in

geïnsti-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen