Zions roem en sterkte ofte verklaaring van de zeevenendertig artikelen der Nederlandsche Geloofsbelydenis - pagina 133

Van

de verzoeninge van ons met God.

131

gesproken van het Priesterdom, hebbende zonder navolgers een onvergangelyk Priesterdom, Hebr. 7 24. leevende altoos, om voor zyn volk te bidden, vers 25. :

3. Gelykheid is 'er in haare dubbele ampten. Melchizedek was te gelyk Koning te Salem, en Priester des Allerhoogsten Gods welke ampten Christus te gelyk heeft bedient, Zach. 6 13. ende hy zal zitten, ende Heerschen op zynen throon Ende hy zal Priester zyn op zynen throon. ;

:

:

Overeenkomst was 'er in geduurzaamheid van het Priesterschap. Melehizedek was Priester van den beginne tot den einde, liy had geen medegenoten Ook is hem niemand in dat ampt opgevolgd De Messias is Priester in der eeuwigheid. Van eeuwigheid is hy van den Vader tot Priester aangesteld, 't welk ook by hem is aangenomen. Psalm 40 7, 8, 9. Ook zal de Zone Gods Pries4.

:

:

blyven tot in eeuwigheid, zonder opvolgers in die waardigheid daarom zegt Paulus Hebr, 7 23, 24. Ende gene zyn wel vele Priesters geworden, om dat zy door den dood verhindert wierden, altyd te blyven maar deze, om dat hy in der eeuwigheid blyft, heeft een onvergangelyk Priesterschap. ter

:

;

:

Gelykheid

5.

is

hier in waardigheid.

Melehizedek was

groter dan alle de Priesteren Aarons, meerder dan Abraham. Abraham gaf hem de tienden uit den buit des oorlogs ten blyke van eer en agting voor hem, Hebr 7 4. :

Aanmerkt nu hoe groot deze geweest zy, aan den welken Abraham de Patriarch tienden gegeven heeft uit den buit. Christus nu is ook groter en waardiger dan alle die. Hy is groter Propheet als Mozes, uitnemender Koning als Salomo, voortreffelyker Priester als Aaron, ja als Melehizedek zelve, dragende de baniere boven tien duizenden, Hoogl. 5 10. :

.-.

dat

Wat zegt het als Christus Priester is onder Vrag.

ordeninge Melchizedeks

men

leest

Psalm liO

EETSWEERINGE

:

4.

na de

?

Antw. 1. Dit wyst aan de wettigheid van Christus Priesterschap. Niemand mogt zig zelven tot die waardigheid indringen maar hy moest daartoe geroepen zyn, ;

Hebr.

5

:

4.

Den eed van Jehovah God Vader omtrent

het Priester-ampt zyns Zoons, was als zyn ordening en roepiuge tot het zelve, vers 5. Alzo ook Christus heeft hem zelven niet verheerlykt om Hogen-priester te wor-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen