Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 231
Van het Euangelium. A. Ja. V. Waer staet de Wet beschreven des Ouden, ofte Nieuwe Testaments? A. In alle beyde.
227
,
in de
A. In alle beyde. V. Is het Euangelium oock geopenbaert in
boecken
't
Para-
dijs?
A. Ja: Genes. 3. 15. Ende ick sal vyantschap setten tusschen u ende tusschen dese vrouwe, tusschen uwen zade, ende tusschen haren zade, dat selve sal uden kop vermorselen. V. Staet het oock in de Propheten? A. Ja. Esai. 7. en 9. en 53, &c. V. Staet het oock in de Psalmen? A. Ja. Psalm 2. en 16. en 22. en 45. 89 en 110. V. Als 'er staet Genes. 3. 15. Het zaet der vrouwe sal de slange den kop vertreden, is dat Wet of Euangelie ? A. Euangelie. V. De Wet ende het Euangelium is dat niet een? A. Neen. V. Strijdense dan tegen malkanderen? A. Neen. V. Staet het Euangelium in de Wet besloten? A. Neen. V. Sluyt de Wet dan het Euangelium uyt? A. Neen. V. Wat doet de Wet dan? A. Sy doet den mensche, een overtreder der Wet geworden zijnde, in, ende op hemselven despereren, ende drijft hem, om buyten hemselven elders een soo hy immers niet verloren Verlosser te soecken wil gaan. V. Wijst de Wet den mensche, die overtreden heeft, den Verlosser aen, ende maecktse bekent, wie den Verlosser is? ,
'
,
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 632 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 632 Pagina's