GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Johannes Maccovius - pagina 331

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Johannes Maccovius - pagina 331

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

319 het eeuwige leven zou erlangen. Dat bleek echter aldra

hij

hij moest iets onwaars gelooven. ^) zjjn. Ergo Hierop antwoordt Amesius: „condionaliter debebat credere" ^); waarop Maccovius beweert dat zulks niets ter zake doet, dat dit slechts een verschuiven van de quaestie is, want dat ge dan als van zelf voor de quaestie komt te staan, of Adam niet gelooven moest, dat ook die conditie

niet zoo te

:

zou worden. Het wederwoord van Amesius is: „Conditiones omnes rerum credendarum non sunt credendae,

vervuld

vel cavendae."

sed vel faciendae vius in één

woord

^)

Of

om

te zeggen: „Conditio

het

met Macco-

non erat credenda

Heel handig merkt Maccovius hiertegen op, dat zooals wij te gelooven hebben aan de „perseverantia in

sed facienda."

zoo ook

Adam had

aan de „perseverantia En nu zegt Amesius in integritate, et legis praestatione." wel dat het voorbeeld van de volharding der heiligen hem in dezen niet voldoet, want dat God dit zeer bepaaldelijk en expresselijk beloofd heeft, en dat het: exigua certe esset consolatio fidelium, si aliam non haberent promissionem de conservatione in fide, quam habuit Adamus de praeservafide,"

te gelooven

*)

tione a lapsu.

^)

op, dat Adam alsgeen zekerheid had, en vraagt dan, hoe deze toestand te rijmen is met den staat der geluk-

Maar Maccovius merkt hiertegenover

dan

in het Paradijs voor zich

zaligheid, zooals stellen. esse,

„Nam

sisne

we

ons dien in het Paradijs hebben voor te

obtinere

illa

summa

et

maxima

bona, et incertum

perpetuo habiturus, an vero

illis

culpa tua

nee privandus solum, sed an sis ad extremas devolvendus miserias, illud non potuit non eam anxietatem parere, quae notam felicitatem ex pectore Adae eiecerit." ^) privandus,

2.

Adam

moest, zoo

')

Loei Communes, p. 782.

=)

Medulla, p. 402.

^)

Medulla, p. 403.

*)

Loei Communes,

^)

Medulla, p. 403.

)

Loei Communes, p. 782.

p.

782.

beweert Maccovius, onmiddellijk na

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1899

Abraham Kuyper Collection | 431 Pagina's

Johannes Maccovius - pagina 331

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1899

Abraham Kuyper Collection | 431 Pagina's