Van de kennisse Gods - pagina 238
DE NAMEN GODS.
I.
DE NAAM DES HEEREN. Door
U
alleen
gedenken wij
Uws Naams.
Jesaja 26
:
13.
na belijdenis van het Wezen Gods gedaan te hebben, pleegt men de Namen Gods te behandelen. Zoo doet ook de Gereformeerde Confessie. Eerst spreekt zij van een „eenig en eenvoudig geestelijk Wezen", maar terstond daarop laat zij de weinige maar veelzeggende woorden volgen hetwelk wij God noemen. Ook wij zijn thans genaderd aan de bespreking van het belangrijke stuk van de Namen Gods, maar wij wenschen dienaangaande ietwat uitvoeriger dan de Confessie te zijn, die slechts van den Godsnaam gewag maakt, waarmede wij, menschen, het Onmiddellijk
:
Eeuwige Wezen noemen, Alvorens
wenschen
theologische indeeling over te gaan,
wij in dit artikel
merkelijke
den
bespreking van de onderscheidene
tot afzonderlijke
namen Gods en hunne
Naam
feit,
stil
te staan
bij
het hoogst op-
dat de Heilige Schrift voortdurend wijst op
van den Heere onzen God, zonder daarbij op
eenigen bijzonderen naam
te doelen.
Dit nu kan alleen verstaan worden, als over de beteekenis
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1907
Abraham Kuyper Collection | 394 Pagina's
![Van de kennisse Gods - pagina 238](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/van-de-kennisse-gods/1907/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1907
Abraham Kuyper Collection | 394 Pagina's