GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Van de kennisse Gods - pagina 268

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Van de kennisse Gods - pagina 268

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

DE DEUGDEN GODS.

2 66

lyksoortigc

van

tijd

In den

staat.

tijd is

de eeuwigheid een onveranderlijk

in

De

en eeuwigheid gevoeld.

maar de eeuwigheid

Eén dag

zijn.

Wat

duizend jaren, en duizend jaren als één dag.

mensch duizend jaren

is,

is

God

voor

tijd

loopt,

het een worden,

God

en in

is

als

voor een als

één

dag, één oogenblik.

Toch kan de mensch van het geheimenisvolle der eeuwigiets verstaan. Niet slechts uit kracht van tegenstelling, omdat God eeuwig is en de mensch tijdelijk, maar ook, omdat, hoe wonderlijk het ook klinke, de tijd voor den mensch niet steeds tijd is. Immers, tijd is de geregelde

heid

opeenvolging der oogenblikken

Maar

uren.

die

opeenvolging

of is

seconden,

minuten en

voor des menschen hart

niet altijd zoo geregeld. Het kan gebeuren in dagen van hooge spanning voor het menschelijk gemoed, van prangende benauwdheid of diep gevoelde blijdschap, dat de tijd uit des menschen hart als het ware is weggenomen. Als men in ziel door eene prediking geboeid wordt, om, vóór men het weet. Op een feest waar men ten volle geniet, en niet aan den tijd denkt, kan men zoo verkeeren, dat men vraagt waar is de tijd gebleven ?

het

diepst

dan

is

de

zijner

tijd

:

Dan

heeft

geen

tijd

men

was

voor

zijn

gevoel geleefd alsof er eigenlijk

die liep en verliep, die ging en voorbijging.

Men

heeft dan boven den tijd uit geleefd, en zoodoende iets gevoeld van de grootc verborgenheid der eeuwigheid. Alleen

maar,

de geheimenis

alsof er geen tijd tijd is

is.

is,

van de eeuwigheid

maar zoo

Dit nu wordt alleen

te leven, dat er

bij

niet,

is

te

leven

metterdaad geen

God den Heere gevonden.

Hij

eeuwig, de Eeuwige, de Eeuwigheid zelve Hij kent geen ;

geen opeenvolging van oogenblikken. Hij is de Zijnde, de Onveranderlijke. Bij FTem zijn duizend jaren als één dag r en één dag als duizend jaren. En zoo is het alleen bij God tijd,

den Heere, want geschapen.

f

lij

is

de Ongeschapene, en

alle

creatuur

is

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1907

Abraham Kuyper Collection | 394 Pagina's

Van de kennisse Gods - pagina 268

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1907

Abraham Kuyper Collection | 394 Pagina's