GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Van de kennisse Gods - pagina 246

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Van de kennisse Gods - pagina 246

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

DE NAMEN GODS.

244

de Natuur èn in de Genade Zich kenbaar maakt aan den mensch, die door Hem alzoo geschapen is, dat hij deze openbaring, naar zijne mate, in zich opnemen kon. Die ééne Naam wordt echter ten bate van den mensch in vele namen genoemd en in vele deugden kenbaar gemaakt. Blijvende bij het beeld van de

God op

zouden

zon,

deugd

wijze

allerlei

wij

èn

in

kunnen zeggen, dat elke naam of elke van het licht der onuit-

daarbij openbaart een straal

sprekelijke volheid van den volzaligen God.

Eigennamen en Wezensnamen. Deze laatsten worden gemeenlijk met een afzonderlijken naam de deugden Gods genoemd. Onze oude schrijvers waren, bij de behandeling van de namen Gods, gewoon er vóór alle dingen op te wijzen, dat God, wat Hem Zelf aanbelangt, geen naam van noode heeft. Menschen hebben wel een naam en worden met een eigen

Men

onderscheidt tusschen

naam genoemd, doch te

dat dient

onderscheiden. Toen

Adam

om

de individuen onderling

alleen was,

werd

hij

Adam,

mensch, genoemd, zonder dat daarbij van een eigennaam sprake is. Eerst bij het optreden van meerdere exemplaren van dezelfde soort wordt, ter nadere onderscheiding, aan elk persoon of individu een eigen naam gegeven. En aangezien nu God één éénig Wezen is, omdat er niet een d.

i.

andere

God

naast

Hem

Wezen

is,

zoo

is

een eigen

naam voor

van noode. het Goddelijke Daar komt bij, dat in vroeger dagen de naam niet een zinlooze klank was, zooals tegenwoordig, maar dat hij de uitdrukking bevatte van iemands persoon of wezen. Men heette alzoo om een bepaalde reden; men had een naam, die den drager karakteriseerde, en deswege had voortdurend naamsvi Tan dering plaats, al naar gelang der omstandigheden, niet

de bladzijden der Ieilige Schrift ons overvloedig aantoonen, bij Eva, Kaïn, Seth, Mozes, Abram, Sarai, Jakob, Zou nu God de HEERE een Israël, Naomi, Mara, enz. gelijk

1

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1907

Abraham Kuyper Collection | 394 Pagina's

Van de kennisse Gods - pagina 246

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1907

Abraham Kuyper Collection | 394 Pagina's