GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Van de kennisse Gods - pagina 34

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Van de kennisse Gods - pagina 34

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

:

DE ONBEGRIJPELIJKHEID GODS.

32

Duisternis

licht.

lijk

troonzaal

Hij tot Zijne verberging.

zette

ontoegankelijk en ondoordringbaar Gods

is

;

Gods

Wezen

onbereikbaar en ongrijpbaar. En wie toch een toren tot in den hemel wil bouwen, zal het ondervinden, dat zijn sprake ver-

ward wordt; wie ten hemel

wil opstijgen, zal amechtig

op

de aarde terugvallen. God zal het dien stouthartige leeren De kennis is mij te wonderbaar, ik kan er niet bij. God is groot, en wij begrijpen het niet. Zijn licht

is

voor creatuur-

wezens ontoegankelijk. En allen die dicht bij God leven wij wandelen door geloof en niet belijden het ootmoedig door aanschouwen. Zoo is Gods Woord steeds doende alle menschelijke overleggingen terneder te werpen, alle redeneering van het verstand tot dwaasheid te maken, om den mensch er toe te

lijke

:

brengen, dat

hij

zijn

God

als

een Mysterie,

als

een groote

Verborgenheid leere erkennen.

De hebt

profeet Jesaja doet het hooren: gij

niet gehoord, dat

„Weet

gij

het niet?

de eeuwige God. de

HEERE,

de Schepper van de einden der aarde, noch moede noch mat wordt? Er is gr ene doorgronding van Zijn verstand" (Hoofdst.

40

:

28.)

En

hoofdst. 55

:

zoo verstaan wij ook die bekende woorden uit „Mijne gedachten zijn niet ulieder gedachten,

8:

uwe wegen zijn niet Mijne wegen, spreekt de HEERE. Want gelijk de hemelen hooger zijn dan de aarde, alzoo zijn Mijne wegen hooger dan uwe wegen, en Mijne gedachten en

dan ulieder gedachten." Om al deze redenen

Gods voor

belijden

wij de onbegrijpelijkheid

het menschelijk verstand.

Niet omdat de oude

Godgeleerden zulks in hunne scholen geleerd hebben, noch omdat het de officieele belijdenis der Kerk is. Maar veel meer, omdat het eigen hart tot die erkentenis gedrongen wordt, als het matte hoofd peinzensmoede is geworden door het ingespannen nadenken over de eeuwige mysteriën, en het opgeeft, om zich geloovig neer te leggen bij wat God

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1907

Abraham Kuyper Collection | 394 Pagina's

Van de kennisse Gods - pagina 34

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1907

Abraham Kuyper Collection | 394 Pagina's