GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Ruimzicht of de Doetinchemse Inrichtingen, vanaf 1868, en de Aktie Late Roepingen1

23 minuten leestijd Arcering uitzetten

Inleiding

In de titel van deze bijdrage worden twee onderwerpen aangeroerd. Beide zijn relevant voor de facilitering van een studie theologie, gericht op het predikantschap in de Nederlandse Hervormde Kerk (NHK), nu deel van de Protestantse Kerk Nederland (PKN). Het eerste onderwerp betreft de huidige Stichting Ruimzicht. Die is een voortzetting van de in 1867 door ds. J. van Dijk Mzn te Doetinchem opgerichte en in 1868 koninklijk goedgekeurde Vereniging tot bevordering van de Inwendige Zending (VIZ). Deze VIZ maakte onderdeel uit van de Christelijke Philantropische Inrichtingen (CPI), ook wel de Doetinchemse Inrichtingen genoemd. Deze omvatten ook vele andere initiatieven van ds. Van Dijk. Daarbij behoorden christelijke scholen en de Vereniging voor Voorlopige Opleiding van jongelingen tot predikant (VVO, voor het wegwerken van deficiënties voor de toelating tot het gymnasium en later opgegaan in de VIZ). Tevens valt in dit verband de Lucasstichting te noemen (christen-academici).2

Het doel van Van Dijk is zowel geweest om de NHK van predikanten te voorzien als om academisch opgeleide artsen en juristen te vormen, die vanuit een protestants-christelijke inspiratie hun plaats in de wereld zouden innemen. In dit artikel ligt de nadruk op de predikantsopleiding. Ds. Van Dijk streefde ernaar om voor jonge mannen uit onbemiddelde kringen de weg naar de studie theologie te banen, om aldus de NHK van binnen uit te zuiveren van de gevaren die meekwamen met het opkomend modernisme. In oppositie daartegen handhaafde Van Dijk de idealen van het Reveil: maatschappelijk geëngageerd op basis van de klassieke beginselen van de Reformatie. Hij haalde jongelingen naar Doetinchem om ze een middelbare schoolopleiding op het internaat Ruimzicht te kunnen laten aanvangen of vervolgen. Bij succesvolle afronding daarvan konden deze ‘kwekelingen’ vervolgens tot de theologiestudie worden toegelaten, hierbij ook weer financieel ondersteund door de VIZ.

Ruimzicht

De geschiedenis van Ruimzicht kan worden verdeeld in drie fasen. Fase 1 omvat het internaat met deze naam te Doetinchem van 1868 tot 1954 voor het volgen van de vooropleiding. Hierbij behoren enige studentenhuizen te Utrecht en later ook te Amsterdam, ten behoeve van theologiestudenten. Fase 2 is het internaat Nieuw Ruimzicht te Doorn van 1954 tot 1975, voor de vooropleiding en financiële ondersteuning tijdens de theologiestudie. Tenslotte is er in fase 3 geen internaat meer. Er functioneren convivia of leefgemeenschappen in een aantal universiteitssteden waar theologie kan worden gestudeerd, vanaf 1975 tot heden.

Het tweede onderwerp dat in de titel van dit artikel wordt vermeld betreft de Aktie Late Roepingen (ALR). Dit fonds is ontstaan in 1968 en loopt door tot op heden, inmiddels overigens wel op een meer bescheiden schaal. Met financiële ondersteuning van de ALR wordt het werkzame personen die op latere leeftijd predikant willen worden, mogelijk gemaakt deze roeping te realiseren. Dit betreft allereerst hulp bij het kunnen voldoen aan de voorvereisten om tot de theologiestudie te worden toegelaten: wegwerken van eventuele deficiënties. Tevens worden toelagen voor collegegeld of leningen ten behoeve van levensonderhoud tijdens de theologiestudie zelf verstrekt. Het gaat hier steeds om maatwerk, afhankelijk van de specifieke (gezins-)situatie.

In dit artikel worden daarom twee accenten gelegd. Het eerste heeft betrekking op de aanloopfase en de opbouw van Ruimzicht: hoe is het (financieel) mogelijk geweest dat dit werk van de grond is gekomen? De vroege twintigste eeuw komt meer beknopt aan de orde. Vervolgens wordt de stap gemaakt naar het onderwerp dat dichter bij onze tijd ligt: hoe is tussen 1968 en heden het Fonds ALR gefinancierd en hoeveel studenten hebben hierop een beroep gedaan?

Begin van de Doetinchemse Inrichtingen

Jan van Dijk Melleszoon wordt op 18 april 1830 geboren te Tzum, Friesland. Hij is gedoopt in de NHK en opgevoed in de sfeer van het Friese Reveil. Geboren als boerenzoon is hij aanvankelijk boer en later handelsreiziger. Hij sluit zich in 1855 aan bij een ‘Christelijke Afgescheiden Gemeente’. Naast zijn werk studeert hij tegelijkertijd theologie. Na op grond van singuliere gaven te zijn toegelaten tot de bediening van het Evangelie, wordt hij op 21 december 1862 bevestigd tot predikant van de christelijke afgescheiden gemeente te Doetinchem. Hij reist door de Achterhoek als evangelist. Bijzonder is dat ds. Van Dijk niet volstrekt afwijzend staat tegenover de ‘oude’ kerk. Hij blijft hopen dat de NHK zal terugkeren naar de rechtzinnige grondslag. Met het oog daarop weet ds. Van Dijk zijn afgescheiden gemeente te overtuigen van het nut van het assisteren van hervormde studenten in de theologie. In die zin lijkt hij nog steeds een zoon van het Reveil, waar inhoudelijke geestverwantschap als belangrijker gold dan formele kerkelijke grenzen.3 Deze open benadering leidt zowel tot problemen binnen de Christelijke Afgescheiden Kerken als binnen zijn eigen gemeente te Doetinchem. Het gevolg is dat ds. Van Dijk in 1869 wordt afgezet. Met dertien gezinnen en zestig zielen wordt in 1871 de Nederlandse Hervormde Zendingsgemeente (NHZ) opgericht. Op 14 juni 1874 wordt ds. Van Dijk te Tzum bevestigd als lid van de NHK.4 De NHZ doet vele pogingen om zich aan te sluiten bij de NHK. Vanwege verzet binnen de Nederlandse hervormde gemeente te Doetinchem tegen de NHZ, wordt deze aansluiting pas in 1966 gerealiseerd.

Scholen

Reeds in 1865 weet ds. Van Dijk de eerste christelijke school in Doetinchem op te richten, enige tijd later gevolgd door enkele omliggende plaatsen. Om te beginnen ontvangt deze school 75 leerlingen. In twee jaar is dit al gegroeid tot tweehonderd. Er worden ook een gymnasium en kweekschool opgericht, evenals een kapel en pastorie. Deze scholen verbinden zich bij de oprichting van de NHZ in 1871 met die gemeente. Als de NHZ zich in 1966 aansluit bij de NHK worden de scholen ondergebracht in de Ds. J. van Dijk Stichting. Deze beoogt momenteel de behartiging van de belangen van de PKN, de zending en het christelijk onderwijs in het algemeen en het christelijk primair onderwijs te Doetinchem, Zelhem en Halle in het bijzonder. De stichting heeft eind 2014 een belegd vermogen van bijna vijf miljoen euro. Gezien het moeizame begin in de negentiende eeuw is dat een imposant bedrag. Van Dijk is indertijd zelf in de omgeving rondgetrokken om geld in te zamelen om de scholen te kunnen oprichten. Aanvankelijk kostte dit in de Achterhoek de grootste moeite. Pas door enige grote giften, veelal van elders uit het land afkomstig, is hij in staat geweest de financiering rond te krijgen. Ds. Van Dijk noemde zich directeur van de Christelijk Philantropische Inrichtingen (en predikant van de NHZ). Als zodanig is hij in de begintijd feitelijk de bestuurlijk en financieel leidinggevende geweest.

Predikanten

In 1866 wordt als eerste kwekeling Gerrit Jan Antink aangenomen. Deze studeert met financiële hulp van ds. Van Dijk persoonlijk aan de Latijnse school (voorloper van het gymnasium) in Doetinchem, op voorwaarde dat hij daarna theologie zal gaan studeren om predikant te worden in de NHK. Maar eerst dient een ‘kwekeling’ de vooropleiding te voltooien. De studie theologie wordt na afronding van de vooropleiding doorgaans in Utrecht aangevat, en later ook in andere universiteitssteden. In Utrecht en Amsterdam zijn vanuit de VIZ studentenhuizen opgericht.

Ds. Van Dijk heeft oog voor de financiële en bestuurlijke onderbouwing van zijn projecten. Op 18 augustus 1867 wordt de Vereniging tot bevordering van de Inwendige Zending (VIZ) opgericht. Hierin worden de activiteiten voor het aanleveren van (met name) theologiestudenten geconcentreerd. Op 20 augustus 1868 verkrijgt deze vereniging koninklijke goedkeuring. De eerste negen studenten doen reeds binnen een jaar admissie voor de Utrechtse universiteit. Hierbij zijn dr. A. Kuyper en dr. L.R. Beijnen betrokken.5 Beijnen is vanaf 1876 de eerste feitelijk functionerende voorzitter van de VIZ. In 1875 worden de eerste kandidaatsexamens afgelegd. In 1893, 25 jaar na de oprichting zijn er al 187 predikanten afgestudeerd, die hun weg in de NHK of in het buitenland en in de zending hebben gevonden. En er zijn dan negentig theologiestudenten. Dit alles is mogelijk geworden met hulp van donateurs en medewerkers. Maar het is vooral Van Dijk die het geld inzamelt door het houden van predikbeurten en het afleggen van bezoeken aan potentiële schenkers.

Huisvesting

Op 26 november 1868 wordt het huis Ruimzicht met vier kamers en bijbehorende boerderij, toen nog aan de rand van het stadje, ingewijd voor bewoning door ‘kwekelingen’. Na aanvankelijke aanpassingen wordt vervolgens in 1884 besloten om een gelijknamig internaat te bouwen. Hier kunnen honderd kwekelingen worden gehuisvest, maar dit worden er al spoedig meer. Dit internaat Ruimzicht heeft in het topjaar 1893 honderdzestig ‘jongens’ (dat wil zeggen gymnasiasten ofwel ‘Dijkianen’) ondergebracht, op eigen terrein of elders in het plaatsje. Doetinchem telt dan ongeveer 3.500 inwoners. Een tiental jaren later heeft het internaat nog maar honderd kwekelingen. De schommelingen worden mede veroorzaakt door de fluctuaties in de predikantenmarkt in de NHK. De jongens, veelal van eenvoudige komaf, moeten zoals gezegd de kans krijgen om door te leren voor predikant en desgewenst voor leraar, arts of advocaat. Internaat Ruimzicht kent aanvankelijk jongenszelfbestuur. Er worden twee kwekelingen aangewezen als directeur, met alle bevoegdheden maar onder toezicht van Van Dijk en aangevuld met een inwonend echtpaar voor de huishouding. Pas veel later, in 1914 wordt een directeur-predikant benoemd.

Financiering

Hoe kan ds. Van Dijk dit alles bekostigen? Aanvankelijk lukte dat nauwelijks. De inzameling in de omgeving van Doetinchem stagneerde. ‘Ds. Van Dijk sloot met zijn kerkenraad een verbond om tien jaar lang, alle stoffelijk voordeel voorbijziende, in zelfverloochening met de gemeente een arbeid te aanvaarden met het oog op de ellende en de nood der tijden ten nutte en ter zaligheid der andere lidmaten. Eén kerkenraadslid vroeg om ontheffing.’6 Van Dijk heeft indertijd zijn persoonlijk erfdeel in Friesland verkocht en ingebracht.

Het is de bekende J.H. Gunning geweest, toen predikant in Den Haag en later hoogleraar te Amsterdam en Leiden, die belangstelling koesterde voor de scholen van Van Dijk en die ze landelijk onder de aandacht wist te brengen van kapitaalkrachtige donateurs. Gunning stuurde Van Dijk zijn brochure uit 1863: Een woord tot de christelijke gemeente over schoolonderwijs toe.7 Via Gunning kreeg Van Dijk toegang tot Reveilkringen in Den Haag, met kopstukken als mr. G. Groen van Prinsterer, die later erelid van het bestuur van de VIZ werd, en jhr. A. Klerck, die secretaris-generaal van Marine was. Via hen kwam Van Dijk in contact met de Van Loons, Van Eeghens, Labouchères en andere Reveil-patriciërs en -aristocraten. Zonder hun hulp zou het werk zich nooit zo voorspoedig hebben kunnen ontwikkelen. Van Dijk bezat weinig meer dan zijn traktement en erfdeel. Hij voelde de financiële last van de inrichtingen persoonlijk. Eén van zijn sponsors is jhr. mr. H.M.J. (Hendrik) van Loon (zie onderstaand citaat) geweest, chef van Hope & Co. en later werkzaam bij firma Wed. W. Borski, en schoonzoon van W. Borski.8 Deze Hendrik van Loon was een jongere broer van jhr. mr. J.W. van Loon, de eerste voorzitter van de VIZ.

Een van de zeer vermogende vrienden van ds. Van Dijk was jhr. Hendrik van Loon, chef van Hope & Co. in Amsterdam. Op zekere dag zegt de schoonvader: ‘Hendrik wil je nog niet een gift hebben voor je vriend van Dijk?’ ‘Alsjeblieft, papa’, en de heer B. geeft hem voor dit doel duizend gulden.

De heer Van Loon stuurt de duizend gulden op en omdat het in één moeite doorging en hij toch aan het verzenden was, doet hij er van zichzelf vijfduizend bij. In het volgende Doetinchemse Weekblad staan beide giften verantwoord: B. te Amsterdam ƒ1000,-; N.N. id. ƒ5000,-.

De heer Borski: ‘Hendrik, ik zie dat je mijn ƒ1000,- gezonden hebt; maar wie zou die N.N. zijn, die er vijf duizend heeft gegeven. Kun je dat nagaan?’ ‘Jawel papa, die zijn van mij.’ ‘Wat, Hendrik! Geef jij ƒ5000,- als ik maar 1000,- geef?’ ‘Ja, ziet u papa, u hebt een excuus: u hebt niet zo'n rijke schoonvader als ik!’9

Deze heren en nog vele anderen hebben aanzienlijk bijgedragen. Van Dijk onderneemt collectereizen door het gehele land. Zo weet hij sympathisanten, predikanten en vaak vermogende personen, te bewegen om de activiteiten mogelijk te maken. Vaak voor specifieke doelen zoals het stichten van studentenhuizen of uitbreiding of verbetering van gebouwen of de financiering van de kosten voor het onderhouden van de kwekelingen en studenten. Als directeur is Van Dijk tevens de beheerder van deze gelden.

De kwekelingen en studenten worden er op uitgestuurd met de zomercollecte voor de Doetinchemse Inrichtingen. Via plaatselijke predikanten worden belangstellende gemeenteleden van de NHK aangezocht voor een jaarlijkse gift. Deze zomercollecten zijn tot ongeveer 1985 jaarlijks doorgegaan. Nu verloopt dit proces geheel met behulp van giraal bankverkeer en heeft het nog slechts een zeer bescheiden omvang.

Bestuur

De VIZ heeft bij de oprichting alleen een voorzitter. Dit is jhr.mr. H. van Loon. Feitelijk worden de functies van het bestuur vervuld door Van Dijk – allemaal tegelijk. Pas in 1874 komt er een commissie die als taak heeft hem bij te staan. In 1876 gaat deze commissie, na het overlijden van Van Loon, als bestuur van de Vereniging functioneren. Van Dijk treedt nu op als directeur. Beijnen is de voorzitter, mr. A.J. van der Hoop van Slochteren eerste secretaris en mr. H.J. van Lennep eerste penningmeester. In de loop der jaren zijn er vele statutenwijzigingen geweest. Vanaf de oprichting kent de Vereniging leden. Sinds 1953 is dit beperkt tot 24 personen. In 1973 komt er een verenigingsraad. Dit blijft zo, tot de omvorming tot een stichting in het jaar 2000.

Deze Stichting Ruimzicht heeft als grondslag: het belijden zoals dat door de Protestantse Kerk in Nederland is omschreven in artikel 1 van de kerkorde van 2004. Zij stelt zich ten doel:

a. het ondersteunen en begeleiden van personen die zich voorbereiden op het ambt van predikant in de Protestantse Kerk in Nederland en het meewerken aan de goede uitoefening van dit ambt. In het geval de Protestantse Kerk in Nederland besluit door federatie of anderszins nauwe banden aan te gaan met andere kerkgenootschappen zullen deze binnen de doelen van de stichting worden betrokken;

b. het bevorderen van het in conviviaal verband samen leven en wonen van jongeren die een dagopleiding volgen aan een universiteit of hogeschool, opdat zij als gemeenschap de verbondenheid met de christelijke traditie kunnen oefenen; tot deze jongeren behoren met name degenen die voor de theologische studie gekozen hebben als weg naar een toekomstig beroep.

Doetinchem en Doorn. De convivia

Ds. Van Dijk noemt zich predikant-directeur. Dit betekent predikant van de NHZ en directeur van de Christelijke Philantropische Inrichtingen, waaronder de VIZ. Na zijn overlijden in 1909 wordt hij tot 1912 opgevolgd door zijn zoon ds. D.J. van Dijk en daarna door zijn schoonzoon ds. J. Groeneweg van 1912-1934, ds. H. Visser van 1932-1947 en ds. W. Th. Hoek van 1947-1964. Allen zijn predikant in de Nederlandse Hervormde Kerk. Visser voert tezamen met zijn vrouw al vanaf 1914 de directie van het internaat Ruimzicht te Doetinchem. In de Tweede Wereldoorlog wordt het studentenhuis in Utrecht in 1940 door de Duitsers gevorderd. Hetzelfde lot treft Ruimzicht in 1943. Na de Tweede Wereldoorlog wordt het weer in gebruik genomen. Na restauratie wordt het in 1946 met vijftig kwekelingen heropend. Het studentenhuis in Utrecht wordt niet hersteld.

Nadat jarenlang, vóór en na de Tweede Wereldoorlog, tevergeefs is geprobeerd de VIZ te laten aansluiten bij de NHK, wordt die aansluiting uiteindelijk in 1950 gerealiseerd. Het werk van de VIZ wordt vanaf nu onder kerkelijke auspiciën uitgevoerd. Vertegenwoordigers van de Synode krijgen zitting in de bestuursorganen.10 In januari 1952 wordt het besluit genomen om het internaat in Doetinchem te sluiten en te verkopen en een internaat met een kleinere omvang op Hydepark te Doorn te vestigen. Daar kunnen leerlingen hun middelbare school afronden of zich voorbereiden op het staatsexamen om theologie te kunnen gaan studeren. Het terrein waarop Nieuw Ruimzicht wordt gevestigd, is tezamen met de Nederlandse Hervormde Kerk aangekocht. De Kerk heeft hier het Seminarium gevestigd. Op 13 februari 1953 worden de statuten goedgekeurd. Dit leidt een nieuwe fase in, die van de Vereniging Hervormd Opleidingscentrum (HOC). Dit is de voortzetting van de VIZ.

Het nieuwe internaat Nieuw Ruimzicht wordt op 26 april 1954 in gebruik genomen. Hoek is de predikant-directeur en het echtpaar drs. A.W. Dekker en drs. M. Dekker-Woltjer voert de directie. In 1964 wordt ds. D.J. Karres tot predikant-directeur benoemd en in 1967 drs. G.H. Wolfensberger tot directeur tezamen met zijn echtgenote. Karres heeft een belangrijke rol gespeeld bij de opzet van de ALR die hierna wordt besproken. Wolfensberger heeft op zijn beurt de aanzet gegeven tot de latere omzetting van het internaat in convivia of leefgemeenschappen van studenten in universiteitssteden met een theologieopleiding. In 1968 wordt het honderdjarig bestaan gevierd. Van de predikanten in de NHK heeft dan bijna één op de zes zijn opleiding via Ruimzicht genoten.

In het begin van de jaren zeventig blijkt het moeilijker te worden om toekomstige studenten het internaat te laten bezoeken. De deficiënties voor het volgen van de theologieopleiding kunnen inmiddels ook worden opgevangen, door de Zaterdagcursus te Utrecht voor Latijn, Grieks en Hebreeuws. Deze cursus is een initiatief van Ruimzicht geweest. Hieraan hebben meer dan duizend studenten deelgenomen. Nog weer later bieden de theologische faculteiten zelf hiervoor mogelijkheden aan. De kostprijs voor het verblijf op het internaat wordt inmiddels te hoog geacht, ondanks dat er enige niet door Ruimzicht maar door ouders betaalde leerlingen worden toegelaten. Op 29 november 1975 valt het bestuursbesluit van de Vereniging HOC om het internaat te sluiten. Het wordt verkocht aan Bartiméus, instelling voor visueel gehandicapten.

De activiteiten van de Vereniging worden op voordracht11 van Wolfensberger en met goedkeuring door het bestuur vanaf 1976 voortgezet in de vorm van convivia. Dit gebeurt in enige universiteitssteden waar een theologie-studie mogelijk is. Convivia zijn

studentenhuizen met een zodanig samenlevingsverband van individuele kamerbewoners en met een zodanige relatie tot het historisch mandaat der vereniging, dat zij geacht kunnen worden op een manier die bij onze grondslag past en aan de huidige behoeften voldoet, concrete gestalte te geven aan de begeleiding van hen, die zich voorbereiden op het ambt van predikant in de Nederlandse Hervormde Kerk en in het algemeen van academici, daarnaast incidenteel ook van anderen, die hun toekomstige beroep willen zien als dienst aan het evangelie van Jezus Christus (art. 2 statuten).12

Hiermede is een volgende fase van Ruimzicht van start gegaan. Bestuurlijk houdt dat veranderingen in. De studentenhuizen worden ondergebracht in woningbouwstichtingen, teneinde de hiervoor beschikbare overheidssubsidies te kunnen ontvangen. De Vereniging HOC wordt in 2000 omgezet in de Stichting HOC. Als omstreeks 2007 de subsidiemogelijkheden voor woningbouwverenigingen en -stichtingen worden beëindigd, concentreren alle activiteiten zich in de Stichting Ruimzicht. De activiteiten omvatten nu de convivia en de ALR. Het percentage theologiestudenten in de convivia is op dit ogenblik (2015) gezakt tot ongeveer vijf procent. In de overige gevallen betreft het studenten die passen binnen de hiervoor vermelde doelstelling. Daarnaast bestaat er nog steeds de ALR. Aan predikanten wordt de mogelijkheid geboden deel te nemen aan een coachingstraject, georganiseerd vanuit Ruimzicht. Doel is geïnspireerd en bevlogen te blijven.

In de bijna 150 jaar van het bestaan van het werk zijn ongeveer 1500 personen – aanvankelijk alleen mannen maar reeds geruime tijd ook vrouwen – op enigerlei wijze ondersteund in hun weg naar het predikantschap en bij de uitoefening van hun ambt. Het vermogen van de stichting is (2014) ongeveer 7,5 miljoen euro groot. Meer dan de helft is belegd vermogen en ruim 30% van het vermogen betref de panden waarin de convivia zijn gevestigd. Deze worden gewaardeerd tegen stichtingskosten c.q. verkrijgingsprijs waarop wordt afgeschreven.

Aktie Late Roepingen

In de jaren zestig constateert de Commissie voor het Beroepingswerk van de NHK een toenemend tekort aan predikanten. Omstreeks 1967 maken zowel de predikant-directeur van Ruimzicht Karres als ds. D.J. Vossers uit Leiden, bestuurslid van de Vereniging HOC, deel uit van deze commissie. Zij kunnen als gangmaker van de ALR worden beschouwd. Als in 1968 het honderdjarig bestaan van de Vereniging HOC wordt gevierd, houdt staatssecretaris dr. R.J.H. Kruisinga13 een lezing als vertegenwoordiger van de Nederlandse regering. De lezing van prof. dr. A.J. Bronkhorst, hoogleraar theologie te Utrecht, heeft als titel ‘De toekomst van het ambt’. Het is deze lezing die de aftrap zal worden van wat eerst nog Aktie Predikantentekort wordt genoemd.

Nadat men zich realiseert dat dit niet om een eenmalige Aktie kan gaan, wordt besloten tot de benaming Fonds Aktie Late Roepingen. Hiermee wil de Vereniging HOC een bijdrage leveren aan het verkleinen van het predikantentekort, door reeds werkzame personen met een late roeping financieel te ondersteunen. Zij kunnen met deze steun theologie studeren en eventueel eerst de vereiste vooropleiding afronden vanwege deficiënties. Het Fonds ALR wordt mogelijk gemaakt door met behulp van het verstrekte adressenbestand van de Generale Diaconale Raad (gdr) van de NHK gemeenten te benaderen voor een gift. Na de eenwording tot PKN heeft dat echter geen vervolg gekregen. Wel heeft de gdr nog een drietal jaren garantiebijdragen verstrekt. In 2013 is eenmalig 100.000 euro aan het Fonds ALR onttrokken om het coachingstraject voor reeds werkzame predikanten te kunnen opzetten. In Tabel 1 (pagina hierna) wordt een overzicht verstrekt van de omvang van de geldstromen en de hoogte van het Fonds ALR.

Het Fonds ALR en het hierna te vermelden Hulp Diversen hebben het ca. 370 personen financieel mogelijk gemaakt om op latere leeftijd theologie te studeren. Dit gebeurt door het verstrekken van toelagen en later ook leningen die dienen te worden terugbetaald. Omdat het fonds aanvankelijk vooral wordt gefinancierd door hervormde diaconieën, geldt als criterium dat men alleen in aanmerking komt voor ondersteuning indien men predikant verwacht te worden in de NHK. Uit eigen middelen stelt de Vereniging HOC geld beschikbaar voor personen die vanuit een late roeping de intentie hebben predikant te worden in de Gereformeerde Kerken in Nederland. Deze ondersteuning krijgt de naam Hulp Diversen. Het hoogtepunt van de activiteiten van het fonds ligt omstreeks de eeuwwisseling. Het fonds vervult momenteel nog slechts een bescheiden rol: het aantal personen dat met een late roeping theologie gaat studeren is door de tijd afgenomen. Door het ontbreken van nieuwe giften teert het Fonds ALR in op het vermogen.

Van 1968 tot en met 2014 zijn door het Fonds ALR in totaal 268 personen en door Hulp Diversen 93 personen financieel ondersteund, zie hiervoor Tabel 2. Daarnaast hebben 21 predikanten, eveneens vanuit Hulp Diversen, toelagen ontvangen om een promotie voor de doctorstitel te kunnen afronden.

Samenvatting

Door het in de negentiende eeuw in de periode van het Reveil aangevangen werk van ds. J. van Dijk Mzn te Doetinchem hebben, in bijna 150 jaar, ongeveer 1500 personen de weg gevonden naar het predikantschap. Dit werk is begonnen met het internaat Ruimzicht waar kwekelingen de mogelijkheid kregen de vereiste vooropleiding te behalen ter voorbereiding op de studie theologie en eventueel een andere academische studie zoals jurist of arts. In 1954 wordt dit werk verplaatst naar Doorn met het internaat Nieuw Ruimzicht. In 1975 wordt het internaat verkocht. Het werk wordt voortgezet met convivia die worden opgericht in universiteitssteden waar namens de Nederlandse Hervormde Kerk een kerkelijke opleiding is gevestigd. Wat begon als Vereniging tot bevordering van de Inwendige Zending heet nu Stichting Ruimzicht. De activiteiten konden worden ontplooid door de financiële inbreng van vele particulieren.

Vanwege het dreigend predikantentekort, enige tijd na de Tweede Wereldoorlog, werd het Fonds Aktie Late Roepingen opgericht. Vanuit dit Fonds konden enige honderden personen worden gesteund, zodat zij op latere leeftijd hun roeping konden volgen om predikant te worden. De financiering van het fonds werd vooral mogelijk door giften van hervormde diaconieën, aangevuld met eigen gelden van wat nu de Stichting Ruimzicht is.

Literatuur

Dijk Mzn, J.M. van, Alliëren door Alliantie: onze kerkelijke toestanden en wat daaraan te doen, in deze ernstige tijden, Amsterdam 1867, H. de Hoogh, (eerste druk 29 bladzijden, idem tweede druk, idem tweede verbeterde druk) en Zwolle 1869, J. van Dijk (derde omgewerkte en opnieuw uitgegeven, 56 bladzijden)

Gheel Gildemeester, F. van, ‘Een zestigjarig jubileum’, in: 's Gravenhaagsche Kerkbode, xli nr. 36, tweede blad, pagina 1 (4 juni 1927).

Gunning jr, J.H., Een woord tot de christelijke gemeente over schoolonderwijs, ’s-Gravenhage 1863, uitgegeven door M.J. Visser.

Honderd jaar Ruimzicht 1868-1968, uitgegeven ter gelegenheid van het eeuwfeest van het ‘Doetinchemse werk’ voortgezet in het Hervormd Opleidingscentrum te Doorn, Doorn 1968, uitgave Vereniging Hervormd Opleidingscentrum.

Mulder, E., Overzicht van kasstromen per jaar van 1968 tot en met 2014 van het Fonds Aktie Late Roepingen, Interne nota 1 van augustus 2015, Utrecht 2015a, Stichting Ruimzicht.

—, Overzicht van het aantal gesteunden door het Fonds Aktie Late Roepingen en Hulp Diversen van 1968 tot en met 2014, Interne nota 2 van augustus 2015, Utrecht 2015b, Stichting Ruimzicht.

Ruim Zicht. Een geschiedenis van een hervormde vereniging, Utrecht 1999, uitgave Vereniging Hervormd Opleidings Centrum Ruimzicht.

Wolfensberger, G.H., De communiteit, Interne nota van 18 november 1970, Doorn 1970, Vereniging Hervormd Opleidingscentrum.

—, Ruimzicht gaat door in convivia, verslag 1975-1976, Interne nota, Doorn 1976, Vereniging Hervormd Opleidingscentrum.

Wumkes, G.A., Leven en levenswerk van J. van Dijk Mzn, stichter der Doetinchemse Inrichtingen, tweede vermeerderde druk, Doetinchem 1948, uitgave Vereniging ter bevordering van de Inwendige Zending.

Archief

Inventarissen van de archieven van de Christelijke Philantropische Inrichtingen te Doetinchem (1710) 1867-1953 (1982), waaronder het archief van de Vereniging ter bevordering van de Inwendige Zending (VIZ), en de Vereniging Hervormd Opleidingscentrum (HOC) te Doorn en Driebergen (1949) 1953-1983 (1985) door C.G.W.M. van Hoogstraten, Inventarisnummer 584-1 en 584-2, Het Utrechts Archief 2004 (Citeertitel: Inventarissen).


1 Zonder de inbreng van Ella Mulder, chef de bureau, en ds. Florida de Kok, predikant-directeur van de Stichting Ruimzicht zou het niet mogelijk zijn geweest dit artikel te schrijven.

2 De Lukasstichting is in 1882 opgericht. Hoewel de naam anders suggereert, was dit ook een vereniging. Het doel was ‘te voorzien in de behoeften aan geneeskundigen in Christelijke geest’. Deze vereniging heeft de beschikking gehad over een eigen gebouw in Doetinchem, een ‘kostschool’ en een studentenhuis in Amsterdam. In 1902 scheidden de wegen van de Lukasstichting en de CPI.

3 Van deze geest getuigt de brochure van Van Dijk, Alliëren door Alliantie. Onze kerkelijke toestanden en wat daaraan te doen, in deze ernstige tijden. Voorgesteld aan mijne gelovige landgenooten Opgedragen aan de Evangelische Alliantie, te Amsterdam. Tussen 18 en 27 augustus 1867 vond de Vergadering der Evangelische Alliantie te Amsterdam plaats. De brochure beleefde in korte tijd drie drukken.

4 Jan van Dijk Mzn is op 30 mei 1830 gedoopt in de hervormde kerk van Tzum door ds. W.J. Tenckinck, op 6 februari 1856 gehuwd met Cornelia Dirks te Franeker met een huwelijkse inzegening in de afgescheiden kerk te Franeker (Wumkes, 189).

5 Inventarissen, 6.

6 Honderd jaar Ruimzicht, 12.

7 Een woord tot de christelijke gemeente over schoolonderwijs, uitgegeven door M.J. Visser, ’s-Gravenhage 1863 naar aanleiding van Gunnings toespraak op 12 april 1863 in de Willemskerk te Den Haag.

8 www.onsamsterdam.nl/component/content/article/15-dossiers/dossiers/2804-de-familie-borski.

9 Uit: Van Gheel Gildemeester, ‘Een zestigjarig jubileum’.

10 De huidige Stichting Ruimzicht is geen kerkelijke stichting maar een zelfstandige onafhankelijke stichting verbonden met de PKN.

11 Wolfensberger, De communiteit.

12 Wolfensberger, Ruimzicht gaat door in convivia, 2.

13 Kruisinga was tot 11 oktober 1980 lid van de Christelijk-Historische Unie en daarna lid van het Christen-Democratisch Appèl. In het kabinet-De Jong is hij staatssecretaris voor volksgezondheid en in het kabinet-Van Agt i minister van defensie (http://www. parlement.com/id/vg09llf0tjxq/ r_j_h_roelof_kruisinga)

14 Deze tabel is samengesteld uit een door mw. E. Mulder opgesteld overzicht van kasstromen per jaar van 1968 tot en met 2014 van het Fonds Aktie Late Roepingen (Mulder, 2015a).

15 Deze tabel is samengesteld uit een door mw. E. Mulder opgesteld overzicht van het aantal gesteunden met behulp van het Fonds Aktie Late Roepingen en Hulp Diversen (Mulder 2015b)


Tabel 1 Overzicht van de kasstromen binnen het Fonds Aktie Late Roepingen, de stand van het Fonds aangevuld met het saldo van de aan de ondersteunden verstekte leningen.14

Tabel 2 Overzicht van gesteunden (1968 t/m 2014) met behulp van het Fonds Aktie Late Roepingen, hnk c.q. pkn, dan wel gesteunden met behulp van Hulp Diversen, Gereformeerde Kerk15

(Zie voor de tabellen de originele pdf)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 december 2015

DNK | 94 Pagina's

Ruimzicht of de Doetinchemse Inrichtingen, vanaf 1868, en de Aktie Late Roepingen1

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 december 2015

DNK | 94 Pagina's