Ingezonden Stukken.

Buite? t verantwoordelijkheid van de Redactie,

Aan de Redactie van de Heraut.

Klundert, 6 Febr. '87.

In uw nummer van den 6 dezer komt onder meer het volgende voor:

Onze waardige leeraar Ds. van Veelo is tot het wel waardig geroemd besluit gekomen om met de Synodale macht en den staat te breken. En nadat zulks geschied is, heeft Z.Eerw. Zondag voor het eerst als geschorst leeraar de gemeente voorgegaan, waarbij het oppervlakkig den schijn aannam, alsof er twistingen zouden geschieden. Doch door het bedaard zijn en blijven van genoemden leeraar is er weinig of niets noemenswaards voorgevallen, dan alleen dat de voorzanger de kerk heeft verlaten met den uitroep : Heden middag geen godsdienst!”

Een mijner vrienden deelde mij mede dat dit bovengenoemde in de Vriend van Oud en Jong stond. Op zijne vraag: of ik daarop niet zou antwoorden, gaf ik te kennen: dat zulk een verward en dwaas stuk geen antwoord waardig was.

Toen ik echter dat zelfde stuk in de Heraut las, meende ik het stilzwijgen niet langer te mogen bewaren, niet zoo zeer om de lezers in de Klundert — want die kennen den heer van Herwerden wel — maar om degenen, die op andere plaatsen wonen, die toch dezen indruk allicht zouden ontvangen : is deze voorstelling waar, dan is de voorzanger zeker in zijn geestvermogens gekrenkt; is dit niet waar, dan schijnt bij den inzender van dat bericht het verstand niet zeer in orde te zijn.

De heer v. H. schrijft ook dat Ds. Van Veelo niet alleen met de Synodale macht, maar ook met den Staat heeft gebroken; of dit waar is, is mij niet bekend, maar de heer V. H. meent het te weten.

Den eersten Zondag na de schorsing was 23 Jan., toen heeft er niets bijzonders plaats gehad. V. H. verwart de Zondagen 16 en 23 Jan. ook al door elkander.

Zie hier dan, in het kort, wat op Zondag 16 Jan. 1887 gebeurde:

Aan het einde van den morgen-godsdienst deelde Ds. v. Veelo mede dat hij in zijne bediening was geschorst, benevens 6 Kerkeraadsleden, ingaande om 12 ure, en ook dat de Kerkeraad zich had losgemaakt van het Synodale verband en de kerkenorde van 1618—19 had aangenomen.

Hij verzocht dat zij zouden blijven zitten, die de handelwijze des Kerkeraads goedkeurden, maar zouden heengaan die dit niet deden, vóór het uitspreken van den zegen ; nochtans als iemand iets zeggen wilde, zou hij daartoe de gelegenheid geven, waarop de voorlezer het woord vroeg en verklaarde, dat de zaak te gewichtig was om zoo, zonder beraad, daarover te beslissen. Ds. v. Veelo vroeg toen: moet ik dan van middag geen godsdienst houden ? waarop de voorlezer antwoordde: dat behoort niet aan mij om dit te beslissen. Daarop werd van verschillende zijden geroepen: godsdienst! godsdienst! Nadat de zegen _ was uitgesproken, heb ik en velen met mij het kerkgebouw verlaten, doch de meesten bleven zitten.

Wees zoo goed dit in het eerstvolgende No. van de Heraut een plaats te gunnen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen