Uit de Pers.

Ment leest in de Standaard:

Recht of willekeur?

Een naar wij dusver weten ongehoorde daad van willekeur wierd onlangs tegen een zoogenaamd doleerend predikant gepleegd.

Gelijk onze lezers weten heeft onlangs de rechtbank te Leeuwarden verlof verleend, om onder den predikant van Hijlaard beslag te leggen op zekere boeken, waarop het Classicaal bestuur beweert recht te hebben.

Er werd toen echter niets gevonden. De ambtenaren dropen onverrichterzake af.

Doch een volgenden dag zijn zij, onverwacht, ten tweeden male gekomen in de woning van den predikant, hebben daar alles doorzocht, en hebben zich daarop, toen zij weer niets vonden, begeven naar de woningen van al de andere personen, die in hetzelfde bevelschrift genoemd waren, om ook daar alles onderste boven te halen.

Waar blijft op die wijze de vrijheid der burgerij? Moeten al onze burgerlijke vrijheden opgeofferd worden aan de proces-liefhebberij van de Ned. Herv, Kerk?

Iedereen kan aan den president der rechtbank zulk een bevelschrift vragen, om beslag te mogen leggen. Hij behoeft niets te bewigzen; de tegenpartij wordt niet gehoord; maar, als er later geprocedeerd wordt en hij zijn proces verliest, betaalt hij de kosten.

Maar als men nu ook huiszoeking doen mag, dan is niemand meer veilig in zijne woning. Als iemand de woning van zijn buurman doorzoeken wil, vertelt hij den president b. v. dat die buurman een ring van hem in zijn bezit heeft. De president verleent verlof om daarop beslag te leggen. Deurwaarder, kantonrechter en burgemeester doorzoeken nu het huis; vinden den ring, die er nooit geweest is, niet, en trekken daarop ongestraft weg, terwijl de beslaglegger, die natuurlijk geen proces tot van waarde verklaring gaat instellen, er niets hoegenaamd bij waagt, dan de kosten van het exploit!

Inderdaad, dit is ongehoord. Wij hopen dat, hetzij bij den rechter, hetzij bij den wetgever maatregelen zullen kunnen worden genomen, om diergelijke tyrannie den kop in te drukken.

Dit is eene quaestie, die niet alleen de kerk raakt, maar de vrijheid van eiken burger. Het te Hijlaard achtergelaten stuk luidt aldus:

Op heden den twintigsten Juni des jaars een duizend achthonderd zeven en tachtig, heb ik Gerhard Acker, Eerste deurwaarder bij de Arrondisseraents Regtbank te Leeuwarden, wonende aldaar, vergezeld van mijne twee na te noemen getuigen, ten verzoeke van het bestuur der Klassis Leeuwarden van het Nederlandsch Herv. Kerkgenootschap, gevestigd te Leeuwarden, in dezen de functiën vervullende van Kerkeraad der tot gemeld Kerkgenootschap behoorende Nederduitsch Hervormde Gemeente te Hijlaard, in welke gemeente op dit oogenblik geen Kerkeraad aanwezig is, bestaande het gezegde Klassicaal Bestuur uit de Heeren i.Huibert Joan George Greebe, te Grouw, als praeses; 2. Dr, Marco Nicolaas Ringnalda te Deinum, als assessor; 3. Jan Jansonius Kijlstra, te Beers, als scriba ; 4. Willem Frederik Karel Klinkenberg, te Leeuwarden; 5. Frans Florieson, te Lekkum; 6. Mr. JohannesCasparus Bergsraa, te Leeuwarden; 7. Bernardus Franciscus Brugsma, te Stiens; 8. Albert Adriaan Hingst, te Jorwerd; 9. Mr. Petrus Adrianus Bergsma, te Leeuwarden, en 10 Mr. Jan Minnema Buma, te Leeuwarden, mitsgaders van den heer Albertus Snethlage, Predikant bij de Herv. gem. van Boxum en Blessum, wonende te Boxum, als consulent van voormelde gemeente te Hijlaard, te zamen in dezen optredende voor deze gemeente en haar vertegenwoordigende, hebbende gezegd Klassicaal Bestuur met den heer consulent in dezen domicillie gekozen te Leeuwarden ten kantore van den procureur Mr. Tiete van Hettinga Tromp, en kiezende het zelfde domicilie te Hijlaard ten huize vanden heer Van Loon, hoofd der openbare lagere school aldaar;

Vooreerst beteekend met overgaaf van afschrift, aan den heer Johannes Cornells Sikkel, gewezen predikant van de Nederduitsch Herv. gem. te Hijlaard, wonende aldaar, mijn exploit doende aan en sprekende met denzelven in persoon.

a. een verzoekschrift, door mijnen requirant aan den Edel Achtbaren heer, Voorzitter van deArrondissements-Regtbank te Leeuwarden ingediend, ter bekoming van verlof om ten behoeve van voormelde Kerkelijke gem. als eigenares van het archief van haren Kerkeraad, revindicatoir beslag te doen leggen op dat archief, waartoe onder anderen behooren de notulen-boeken van de vergaderingen van den Kerkeraad, de registers van Gedoopten, die van de Lidmaten en van de kerkelijk in het huwelijk ingezegenden, onder handen van den heer geïnsinueerde of, zoo het mogt blijken niet bij dezen aanwezig te zijn, onder den Heer W. de Vries, onderwijzer der bijzondere school, wonende te Hijlaard of onder dengene der vroegere leden van den Kerkeraad der gezegde gemeente, bij wien het alsdan mogt blijken te berusten, en om dat beslag te mogen doen leggen ook buiten de gewone exploit-uren-;

b. de op dat verzoekschrift door genoemden heer voorzitter den Elfden Junij laatstleden gegeven ordonnantie, waarbij al het ten requeste gevraagde is toegestaan ; welk bevelschrift is verklaard uitvoerbaar op de minute, zelfs zonder voorafgaande registratie;

en ten anderen., uit kracht van gemelde ordonnantie ten behoeve van voormelde Herv. Gem. te Hijlaard, als eigenares van het gezegde archief, onder handen en beheer van geïnsinueerde revindlcatoir beslag willende leggen op dat archief, heeft voornoemde heer Sikkel mij Deurwaarder in tegenwoordigheid der getuigen verklaard, dat archief niet te bezitten en geen vrijheid te kunnen vinden daaromtrent eenige opgave of aanwijzing te doen, waarop ik Deurwaarder gesterkt door de Edel Achtbare Heeren Mr. Johannes Gerard Peering, Kantonrechter, wonende te Leeuwarden, en Jan Pelletier Engelman, Burgemeester van Baarderadeel, wonende te Weidura, nadat beide Heeren te vergeefs herhaaldelijk hebben getracht van den geïnsinueerde de noodige aanwijzing te verkrijgen omtrent bedoeld aVchief - ben overgegaan tot het doorzoeken der door den heer Sikkel bewoonde huizinge, zoo nauwkeurig mogelijk, hetwelk echter tot geene voldoende uitkomst heeft geleid ;

En heb ik van al het door mij verrigte in tegenwoordigheid van bovengenoemde Heeren en van Arjen Wilbers zaakgelastigde en Melis Haagsma zonder beroep, beiden wonende te Leeuwarden als ten dezen verzochte getuigen, die bij het gerelateerde zijn tegenwoordig geweest dit opgemaakt procesverbaal, hetwelk zoowel op het oorspronkelijke als op het daarvan gelijktijdig vervaardigde afschrift door gemelde Heeren Kantonrechter en Burgemeester, de getuigen en mij Deurwaarder is onderteekend, waarna hetzelfve afschrift door mij aan den heer geïnsinueerde is beteekend en gelaten, mijn exploit doende en sprekende als voren.

J. G, PEETING, Kanionr. - J. P. ENGELMAN, Burgem. A. WILBERS. M. HABGSMA. G. ACKEB Voor afsehrift conform G. ACKEE.

Dit moest in extenso medegedeeld, opdat ieder deskundige oordeelen kunne.

En ook wij wilden geen eindoordeel vellen, eer het officieele stuk in onze handen was.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen