Officieele Berichten uit de ned. Geref. kerken.

Heden, den 22sten October '87, werd aan den kerkeraad der Hervormde Gemeente alhier het onderstaand verzoek tot Reformatie ingediend,

Aan den Kerkeraad van de Herv. Gemeente te Deventer.

De ondergeteekenden wenden zich met ernstigen aandrang tot den kerkeraad hunner gemeente, mede namens velen hunner geestverwanten en leden der Herv. Kerk alhier, om te verzoeken dat de kerkeraad de Reformatie hunner kerk ter hand neme.

In de i6de eeuw is hunne kerk juist door haar protest en verzet tegen de Hiërarchie gereformeerd geworden. Weer een hiërarchie te dulden is alzoo het werk der vaderen teniet doen en ons langzamerhand en ongemerkt op Roomsche paden te leiden.

En overmits nu alle kerken met elkaar in één verband' staan en dus ook hun kerk medeverantwoordelijk bij God en menschen staat voor het bederf dat uit de Synode over de kerken komt, en derhalve ook voor de vervolging van Gods volk in Amsterdam, Rotterdam en andere plaatsen, gevoelen zij zich gedrongen hun kerkeraad ernstig en onder biddend opzien te verzoeken: Heb niet langer deel aan de onrechtmatige handelingen van een hiërarchie, die in haar handelingen zichzelve veroordeelde.

Zij hadden gehoopt, dat hunne Herders en Opzieners, hunne roeping verstaande, overeenkomstig de belofte, bij de bevestiging in hun ambt gedaan, ook in deze zaak over de kudde zouden gewaakt hebben. Bovendien achten zij zich verplicht hun kerkeraad er op te wijzen, dat in deze kerk het herderlijk werk geheel verwaarloosd wordt, en de Sacramenten ontheiligd, daar leer en tucht niet gehandhaafd worden, en men het kan aanzien, dat de Naam van den Eenigen Koning der kerk niet alleen bestreden, maar door zijn zoogenaamde belijders openlijk smaadheid aangedaan wordt.

Door al deze handelingen zal zeker eenmaal Gods rechtmatige toorn over de kerk van deze plaats komen, en is die reeds in zooverre gekomen, dat de belijders verstoken zijn van het hooren der zuivere waarheid in de kerk hunner vaderen. En daar de kerkeraad tot hiertoe dit alles heeft kunnen aanzien, en ondergeteekenden op hun eigen ambt als geloovigen hebben te letten, wenden zij zich tot den kerkeraad om te mogen weten of de kerkeraad deze zaak ter hand neemt, dan of hij, door te zwijgen en stil te zitten, haar op het ambt der geloovigen schuift.

Zij mogen niet verhelen, dat het hun tot schuld werd, dat zij eerst nu dit ernstig woord tot u richten.

Het was ontrouw, dat wij zoo lange jaren onder dit alles onaandoenlijk konden blijven; en wij wenschen dit ook hier uit te spreken.

(was geteekend) F. W. G. TESEBELD.

A. MEEUWENBERG.

B. REURSLAG.

Deventer, 22 Oct. '87.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen