GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Onderscheid maken.

Zooals de lezers de vorige week vernomen hebben, was koning Frederik de Groote van Pruisen een uitnemend fluitspeler. Hij had dit vooral te danken aan zijn muziekmeester, die Quanz i) heette.

Toen Frederik reeds een man en koning was geworden kwam Quanz, met wien hij steeds bevriend bleef, hem eens een jonkman voorstellen dien hij had gevormd, en die eveneens heerlijk op de fluit speelde. Tot proeve van zijn bekwaamheid speelde de jongelingeenige stukjes, en de koning moest bekennen dat meester en leerling er allebei eer vaft hadden. Zelfs scheen het den koning toe, dat hij het zoo goed niet kon, en daarom sprak hij tot Quanz:

»Ik zie wel, dat gij mij een beetje verwaarloosd hebt; dat jonge mensch speelt beter dan ik.”

»Ja maar, uw majesteit, " antwoordde de meester, »bij hem kon ik ook andere middelen gebruiken.”

»Zoo, welke dan? " To f. opheldering hief Quanz de hand omhoog, en maakte een zeer begrijpelijke beweging naar het oor van zijn jongen leerling.

De koning begreep het en sprak lachend: isNu, dan zullen wij het maar bij de oude manier houden.”

VOOR WEETGRAGE LEZERS De knnst om wèl te spreken.

Na een lange tusschenpoos praten we daarover thans eens verder.

Als iemand spreken wil, zoodat hij door anderen niet alleen verstaan maar ook begrepen wordt, en die anderen zijn niet drie of vier huisgenooten, maar een dertig, veertig personen, dan dient hij vooral op één ding" te letten en dat is duidelijkheid.

Er zijn onder de lezers niet weinigen, die nu en dan eens een voordracht of een lezing houden, of wel een vers opzeggen in een of anderen kring. Nu, dat is zeer goed. Maar het moet dan altijd zoo gaan, dat de hoorders er niet bij gapen en slapen - en dat gebeurt wel eens, al is 't ook geen warme Augustusdag.

En dat het zoo is, ligt veelal nog niet aan wat de spreker zegt, maar aan de wijz'., waarop hij 't zegt, en allereerst daaraan, dat hij niet duidelijk is.

Wie goed wil lezen of spreken, moet daarom allereerst zorgen, dat hij 't niet te snel doe. Dat is een zeer algemeene fout. Wat men anderen wil vertellen is geen les, die wordt opgezegd. Dat men 't zoo gauw doet, komt bij het lezen daardoor, dat men de woorden zelf niet, en bij het spreken uit het hoofd vaak uit de vrees om dit of dat te vergeten, of den zin kwijt te raken. Maar die het hooren houden het er evenmin bij uit, als wanneer zij een grooten maaltijd in een paar minuten moeten verorberen, gelijk aan sommige spoorstations, waar de trein even stilstaat.

Een tweede gebrek ligt in de uitspraak.. Zeker, elk vogeltje zingt zooals 't gebekt is, en een Fries zal nooit spreken als een Amsterdammer, ook al zijn beiden beschaafde lieden, 't Is ook geen schande, dat iemands spraak hem openbaar maakt, maar wel is ; t verkeerd en leelijk, als iemand allerlei fouten maakt, en b. v. leest:

»De jon-gens gin-gen zingen en sprin-gen " Of wel: »Wij saten in de somersön.'' Of: »Ik fing feel fisch."

Maar er is nog meer op te merken f^en wOord moet flink en duidelijk gehoord worden, en vooral moeten de klinkers ook klinken. Het is voor iemand die spreekt leelijk, als hij Appeldoorn voor Apeldoorn zegt; pepiertje en gekoop, voor papiertje en goedkoop; en toch hoort men dat vaak. Ook allerlei dwaze voor-en invoegsels Bijv.;

»Hij schonk me een heerlijk leven", wordt (zeer dikwijls) gelezen:

»Hij schonk me'n 'n heerlijk leven." Anderen, maar dit doen jongelui minder, plaatsen een soort van zucht voor een woord en lezen:

»Ik ezegge, wij eblijven" enz Dat nü is naar om te hooren, evenals wanneer iemand leest: ' ïEdoch" als stond er EeAoch. 't Is niets dan \ sdoch'' met een haaltje er voor; doch dat moet i nooit uitgehaald Maar er zijn zelfs menschen j die zeggen : Wij doen dat gesa/w^ntelijk en hieruit blijkt, dat wij Nederlanders vooral op ; moeten passen voor te groote langzaamheid in ; de woorden en te groote snelheid in de rede.

Dit nu is zoo moeilijk en waard bedacht te worden, dat we het thans er bij laten.

AAN VRAGERS.

Is het waar dat de struisvogels ook als rijdieren worden gebruikt?

I) Spreek uit Kwants.

Zoover ik weet gebeurt dat in Afrika, en wel in Darfoer, een streek die brandend heet is, een woestijn, maar, waar men menige vruchtbare plek of oase vindt. De jonge negers weten de struisvogels zeer goed te temmen en tot rijdieren af te richten. Men zit op zulk een struis zonder dat er een zadel of ook maar een toom gebruikt wordt, en houdt zich vast aan de veeren; denkelijk stuurt men het dier met de knieën. Een troep van zulke ruiters levert een wonderlijk gezicht, maar »'s lands wijs 's lands eer”.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 20 november 1887

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 20 november 1887

De Heraut | 4 Pagina's