GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Binnenland.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Binnenland.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Algemeene vergadering van Thristelijh nationaal Schoolomderwijs.

gehouden op Donderig 24 Mei I888, te arnhem.

Om 10 uur opent de voorzitter Ds. P. van Son de vergadering, die door 6 leden der hoofdcommissie, door 72 afgevaardigden en 81 gewone leden wordt bijgewoond.

Na het zingen van verzen i, 3 en 6 uit den Morgenzang, het lezen van i Petri 2 en het gebed, heet de voorzitter allen hartelijk welkom. In zijn openingswoord wijst hij op den schoolstrijd, vooral in onze dagen; het afsterven van den zoo algemeen geliefden baron Van Wassenaer; den zegen, dien God ons in het tegenwoordig ministerie gesehonken heeft; doch ook op het treurige verschijnsel, dat zoovelen, die met ons den strijd voor de Christelijke school hadden aangevan gen, ons thans hebben verlaten en aanleiding gaven tot het schrijven der bekende brochure: »De strijd om de school in Nederland sedert i857", waarin gesproken wordt van de aanstaande uitvaart onzer vereeniging. Hij eindigt met den hartelijken wensch, dat niemand onzer die uitvaart zal beleven, ïmaar dat de belangen der vereeniging door ons met toenemende kracht zullen behartigd worden.

Het jaarverslag wordt nu in bespreking gebracht.

De heer M. Wiegand, van Amsterdam, had bezwaar in de uitdrukking: »'t Is te betreuren als een hoofdonderwijzer zoo pas van het openbaar onderwijs overkomt, dat hij er een «gebedenboekje" op nahoudt'' (bladz. 14). Ook kon hij zich niet vereenigen met de woorden: »Het synodaal gezinde deel van zijn bestuur'' (bladz. 16). Eindelijk moest hij opkomen tegen de uitdrukking: »Dat wij het zeer hebben betreurd, dat bij de Diaconiescholen der Herv. Gem. te Amsterdam twee openbare onderwijzers als hoofden zijn aangesteld" fbladz. 23).

De secretaris H. Bijleveld weerlegt die bezwaren op kalme en voldoende wijze.

De hulpvereeniging Nijmegen brengt hulde aan de beginselen, die in het jaarverslag zijn uitgedrukt.

Over eene opmerking van dezelfde hulpvereeniging betreffende de te hoog gaande vragen 3 en 9 (bladz. 13) voor de candidaten voor het naexamen, ontstaat een levendige discussie, waarbij Ds. H. Pierson opmerkt dat wij bij onze examens niet moeten vervallen in de fout van de staatsexamens om het intellectueel gedeelte te verhoogen ten koste van het meer eenvoudige en practische. Ds. Hattink, van Apeldoorn, meent te moeten opmerken, dat de woorden op bladz. 18: »Het geven van godsdienstonderwijs op de openbare school moge voor de Christelijke noch vóór-, noch nadeelig werken; voor de kinderen der gemeente is het zeer nadeelig, " overgenomen uit zijn rapport, in legenovergestelden zin zijn weergegeven. De secretaris spreekt dit tegen en wordt hierin gerechtvaardigd door het voorlezen van het officieele schrijven, dat door Ds. Hattink is ingezonden. Ds. P. J. Moeton van Haarlem wenscht eene lans te breken voor het gods diensionderwijs op de openbare school. Bij monde van Mr. Th Heemskerk wijst de hoofdcommissie ZEW. er op, dat de quaestie voor twee jaren op de algemeene vergadering te Delft breedvoerig is besproken en dus niet meer behandeld kan worden, wijl toen met 40 tegen 10 stemmen is aangenomen, dat het geven van godsdienstonderwijs in de lokalen der openbare school, tot aanvulling van het openbaar onderwijs, strijdig is met eiken arbeid ~ in het belang van het Christelijk onderwijs, inzonderheid met het' werk der vereeniging voor Christelijk Nationaal Sclioolonderwijs.

Het jaarverslag wordi met algemeene stemmen vastgesteld, alsmede de rekening en verantwoording van den penningmeester en administrateur van het voorschottenfonds.

Uit de begrooting van den penningmeester over November '87—November '88 blijkt, dat de ontvangsten geraamd zijn op ƒ 46000 en de uitgaven op ƒ 50000. Hij wekt de vergadering op om, vooral door oprichting en ondersteuning der stuiversvereenigingen, het tekort te helpen dekken.

In de vacature Heijbrock, die aan de beurt van aftreding is, wordt de heer J. M Heijbrock met 75 van de 80 stemmen herkozen. Tot aller blijdschap neemt hij de benoeming aan.

In de vacature baron Van Wassenaer wordt na een tweede vrije stemming gekozen Dr. J. A. Gerth van Wijk met 45 stemmen, terwijl er 32 op Dr. J Woltjer waren uitgebracht.

Aan de orde wordt gesteld voorstil ib van de hoofdcommissie, strekkende om de premiën voor de particuliere opleiding voorloopig niet meer uit te betalen.

Door de hulpvereeniging Amsterdam wordt voorgesteld de premie voor 87/88 te stellen op ƒ 75> daarna op ƒ 50, vervolgens op y 25 en eindelijk te doen vervallen, terwijl dan in 1891 deze zaak nader kan geregeld worden. Dit voorstel wordt door de hoofdcommissie overgenomen en "^et 66 tegen 2 stemmen aangenomen. Hierdoor vervallen de voorstellen van de hulpvereeniging Rotterdam.

Punt IC van de hoofdcommissie, regelende de subsidiën aan de normaallessen, wordt bij acclamatie goedgekeurd.

De voorzitter sluit thans de morgenvergadering, noodigt Ds. Van Hoogstraten van's-Hage uit om te eindigen met dankzegging, en stelt voor om van 1—IVJ uur te pauseeren.

De middagvergadering wordt aangevangen met het zingen van Psalm 105 : 5 en 7 en gebed door Ds. K. Scharten.

De voorzitter stelt nu aan de orde voorstal xd en ie, dat door.Jhr. Mr. T. A. J. van Asch van Wijck wordt toegelicht, waarbij Z H E G. doet uitkomen, dat verlaging de' contributie een financieel gevaar voor de vereeniging zou kunnen opleveren, doch dat het geven van eenige rechten aan contribuanten van / 2.50 zeer in het belang der vereeniging kon zijn.

Voorstel 2b en 7 van de hulpvereeniging Delft wordt aan de orde gesteld.

Ds. Scharten zou zich wel kunnen vereenigen met het aanstellen van een tweeden agent, doch dit hangt geheel af van den persoon, die daarvoor benoemd zou worden. Z.Ew. is van oordeel, dat onder de middelen, die aangewend kunnen worden om de belangstelling in de vereeniging en daardoor haren financieelen toestand te verbeteren, voornamelijk moet gerekend worden de arbeid der districtsraden. Zij kunnen op allerlei wgzen de vereeniging steunen.

Ook de secretaris acht den arbeid der districtsraden zeer gewichtig. Hij vindt het noodig, dat zij bij aanvrage om subsidie onderzoeken, of er in de gemeente zelf genoeg geofferd wordt. Ook kunnen zij zich wijden aan de belangen der stuiversvereenigingen.

De heer A. van der Sluijs, van Delft, acht het wenschelijk, dat er geen subsidie gegeven wordt, indien er in die gemeente geen leden van Christelijk Nationaal Schoolonderwijs zijn. Die leden te werven moet het werk zijn van den agent, die veel meer invloed kan uitoefenen dan personen uit de gemeente.

Prof, Rutgers vraagt, of de oprichting der stuiversvereenigingen wel een middel is om onze vereeniging te steunen. Zijns inziens moet de vereeniging zich het werven van leden ten doel stellen. De stuiversvereenigingen moeten dienst doen om de belangen van de plaatselijke school te bevorderen.

Ds. P. J. van Melle, van Minnertsga, wijst op de noodzakelijkheid, dat de districts raden bij hun optreden in een gemeente zeer voorzichtig te werk gaan, wijl het voorgekomen is, dat door een ondoordachte vorming van een schoolfonds de belangstelling in een Christelijke school op die plaats zeer is verminderd. Mr. Th. Heemskerk meent, dat de belangstelling in onze vereeniging vermeerderd kan worden door het na-examen, waaruit later de vrije examens moeten voortkomen.

De heer G. P. Post van 's-Hage wijst als uitnemende middelen op het gebed, de waardeering van den arbeid der hoofdcommissie en de pogingen om bijeen te houden wat bijeenhoort in den strijd voor de Christelijke school.

Voorstel 5« van den districtsraad XVI geeft aanleiding tot de opmerking van den secretaris, dat door de voorstellers het naexamen noodig geacht wordt voor hulponderwijzers, die bij het openbaar onderwijs zijn opgeleid. Hij zou het beter vinden om aan de besturen der Christelijke scholen op te dragen, dat bij aanstelling van hulponderwijzers, die niet aan een Christelijke inrichting zijn opgeleid, een onderzoek worde ingesteld, betreffende de Bijbelsche en vaderlandsche geschiedenis. Met algemeene stemmen wordt aangenomen, dat de hoofdcommissie in dien zin een schrijven zal richten aan de besturen der scholen, die door de vereeniging worden gesubsidieerd of bij haar zijn aangesloten.

Naar aanleiding van voorstel 5^ wordt in beginsel besloten, dat het verkrijgen eener subsidie aan de scholen der vereeniging JAARLIJKS OPNIEUW moet worden aangevraagd. De uitvoering dezer zaak wordt aan de prudentie der hoofd­ commissie overgelaten.

Op de vraag van de hulpvereeniging Berlikum, voorkomende in voorstel 8, hoe men te handelen heeft met leden eener hulpvereeniging, die tegenover een bestaande school een nieuwe oprichten, antwoordt de hoofdcommissie : dezen toestand met geduld dragen en afwachten wat ervan komt.

De voorzitter deelt mede, dat D. V. de volgende algemeene vergadering te Haarlem of te Leiden zal gehouden worden.

En hiermede zijn de onderwerpen, die op de agenda voorkwamen, afgehandeld. Met êen dankbaar hart sluit de voorzitter de vergade* ring. Hij wijst op de goedertierenheid des Heeren, ons ook daarin bewezen, dat wij heden zoo recht broederlijk bijeenwaren, en spreekt den wensch uit, dat de vruchten dezer bijeenkomst mogen strekken tot bloei onzer vereeniging, tot zegen onzer scholen met den Bijbel, tot samenbinding van allen, die het Christelijk onderwijs liefhebben, en alzoo tot verheerlijking van Gods driemaal heiligen naam.

Prof. Rutgers dankt den voorzitter zijn uitnemende leiding. voor

Nadat de vergadering Psalm 118:7 gezongen had en de voorzitter was voorgegaan in dankzegging, gingen de broeders in opgewekte stemming uiteen.

Een vijftigtal leden nam deel aan den gemeenschappelijken maaltijd, waaraan menig goed woord gesprokenwerd en de dronken aan onzen dierbaren koning, aan ons ministerie, ^ aan onze kamerleden, aan de hoofdcommissie, de regelingscommissie en de Christelijke onderwijzers algemeene instemming vonden.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 3 juni 1888

De Heraut | 4 Pagina's

Binnenland.

Bekijk de hele uitgave van zondag 3 juni 1888

De Heraut | 4 Pagina's