Hooggeachte redacteur!

Hooggeachte redacteur!

Vriendelijk verzoek ik UEd. dit schrijven te plaatsen in De Heraut.

Betreffende de »Stellingen over den diaconalen dienst", voorkomende in De Heraut van 20 Mei jl., veroorlove men mij een enkele opmerking, mij in 't minst niet wagende aan een woord van critiek. Zoo ik melkboer ware, kon ik over de achterlijkheid in de zuivelbereiding een beter oordeel vellen; en wat de praktische uitvoering van de stellingen in t algemeen betreft, hoe bezwaarlijk ook, ja onmogelijk zouden we haast zeggen, dit doet aan het theoretisch juiste af noch toe. Een dergelijke armverzorging zou voorzeker vele toestanden verbeteren. Na een veelzijdige beschouwing komt ook de jengelingsvereeniging ter sprake. Art. 33 toch luidt: »De diakenen zoeken medewerking bij de Christelijke jongelingsvereenigingen en leiden uit haar midden geschikte jongelingen tot de uitoefening der barmhartigheid op." Dr. Wagenaar wil dus een zeer nauw verband tusschen kerkeraad en jongelingsvereeniging; zoo dit algemeen feitelijk bestond, zou er meer kunnen tot stand komen. In sommige plaatsen integendeel zou men dit verband zelfs tevergeefs zoeken!

Men denkt nauwelijks aan de jongelingsvereenigingen, men rekent er althans in 't geheel niet meê.

Des Zondags wordt in de 'bijeenkomsten voor vele zaken met name gebeden, voor de jongelingsvereenigingen zeer zelden. Wat is hiervan de oorzaak ? Voor mij is het altijd een leemte in het gebed.

Mijne gedachten hierover schrijf ik niet terneder; ik weet dat ze ook vaak zondig zijn; maar toch dient gezegd: het is een bewijs, dat men er óf indirect tegen is, óf er direct weinig heil in ziet.

Dr. Wagenaar wil, dat de kerkeraad de vergaderingen bijwone. Hier stem ik dan ook van heeler harte mede in. Het bezwaar, dat hiertegen soms wordt aangevoerd, is bij mij van weinig gewicht; praktische gevolgen heb ik hiervan nooit gekend. Door meerdere éénheid na te jagen en vaster te maken, zal men komen tot een meerdere gehechtheid.

o, Dat allen, inzonderheid voorgangers, in het belang der kerk het oog vestigden op de jongelingsvereenigingen; dat zij rijze in veler schatting; vooral opwake in het gebedsleven. Ook in dezen is er zooveel schuld; eriszoo'n afgetrokkenheid, in plaats van waardeering; eer verdeeldheid, dan een oprechte éénheid.

Geve God, dat er zij een mystieke éénheid, éénheid des geloofs in Christus Jezus. Dat straks genoemde stelling niet alleen besproken, maar ook beoefend, nageleefd worde!

Drage dit schrijven daartoe bij; zij het niet alleen eene herinnering, maar een middel ter opwekking, om hierover na te denken.

De Heere zegene de jongelingsvereenigingen en stelle haar ten rijken zegen, beide voor kerk en maatschappij.

Met dankzegging voor de opname,

Oosterlittens.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen