GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

DE ELF WEEZEN.

IX.

{Slot.)

Eenmaal in hun nieuwe woonplaats en onder hun landgenooten gevestigd, ging het den beiden broeders uitnemend wel. De zegen Gods, die het zaad van den rechtvaardige niet verlaat, verzelde hen. De zaken gingen voorspoedig tot niet geringe vreugd ook van den goeden predikant, die zijn pleegkinderen trouw in het oog hield. En ook de andere negen kinderen, al kunnen we niet van elk in 't bijzonder het levenslot nagaan — wijl de grootmoeder er niet van spreekt — hadden een goed en rustig leven.

Het plaatsje Friedrichsdorf nam steeds in bloei toe. De beide broeders zett'en er hun bedrijf voort, door allen geacht en bemind. Dat blijkt het best hieruit, dat Abraham, de oudste, door de gezamenlijke dorpelingen tot burgemeester werd gekozen, zoodat hij nu het bestuur had over al degenen, die om het geloof hun vaderland waren ontvlucht.

De afstammelingen van Privat leven nog in Friedrichsdorf, en tot hen behoorde ook de grootmoeder, die aan haar nakomelingen 't verhaal deed, dat we hier verteld hebben, en waarnaar zij luisterden met meer aandacht, dan waarop ik bij de lezers durf hopen. Niet om hen, maar omdat het moeilijk is zoo mooi te vertellen als die grootmoeder 't deed. Soms moest zij zelfs ophouden, wijl de tranen haar belett'en voort te gaan. En dan riep zij uit en met recht: »0, dat wij zulk een geloof en zulk een liefde hadden !"

De landgraaf Frederik II van Hessen-Homburg, bleef trouw voor de vluchtelingen, die nu zijn gasten en onderdanen waren geworden, zorgen. Hij had Friedrichsdorf, dat naar hem heette, lief. Zelf had hij heel wat ondervonden en wist, zoo goed als de Fransche Protestanten, wat het beteekent te lijden. Toen hij nog kolonel in Zweedschen dienst was, werd hij eens bijna vergiftigd; een andermaal liep hij bij een schipbreuk gevaar 't leven te verliezen. In 1658 werd hem bij een belegering het linkerbeen verbrijzeld. In dien tijd was de geneeskunst nog niet zoover als thans. Frederik, wetende dat er toch geen raad was, aarzelde niet, vroeg een mes, en zette zichzelf het been af, voor zoover het nog zoo heeten mocht. Gij ziet dus dat het hem ook niet aan moed ontbrak. Het verloren been werd vervangen door een van zilver, en sinds dien tijd heette men hem: Den landgraaf met het zilveren been.

Naar 't schijnt waren er reeds Fransche vluchtelingen in zijn land, toen Frederik daar in 1680 terugkeerde. Doch weldra kwamen er een menigte, toen in 1685 het Edict van Nantes werd afgeschaft. Hij ontving hen met open armen • en deed veel voor hen. Eens merkten zijn raadslieden op, dat die vreemdelingen het land te veel geld kostten. Doch Frederik sprak: «Liever verkoop ik mijn tafelzilver dan dat ik deze goede lieden niet zou helpen."

Dat was mooi gezegd, niet waar? En de Heer heeft dat geloond. Want evenals in Nederland brachten de Hugenoten ook in Hessen hun kunst, vlijt en nijverheid, en voerden er allerlei in dat vroeger onbekend was en later groot voordeel gaf De kousenweverij, waar ik van vertelde, bewijst dat ook.

Wanneer nu de lezer ooit in de buurt van Homburg komt en Friedrichsdorf eens gaat bezoeken, dan zal hij zich de moeite niet beklagen. Het is een lief plaatsje met een 1500 menschen. Er wonen geen rijken maar ook geen armen. De huisjes zien er zeer net uit en liggen in fraaie tuinen. De inwoners, klein en groot, zijn net gekleed en een vriendelijk slag menschen die, gelijk ik zei, allenFranschspraken. Kortom zij hebben eenig recht hun woonplaats »het beloofde land" te noemen. Op een fraais plek in het dorp, onder schaduwrijke boomen, staat sinds 1873 het borstbeeld van den landgraaf Frederik H. Nog altijd wordt de volkplanting door de regeering beschertTïd, en van keizerin Augusta, de echtgenoote van keizer Wilhelni die kort geleden stierf, is bekend dat zij groot belang stelt in de Fransche gemeente te Friedrichsdorf.

Gelijk ik zei, is het Fransch er trouw en zuiver bewaard gebleven. Het wordt, gelijk het Duitsch, in de school geleerd en verder door de inwoners gesproken. Overigens echter zijn zij g^tn Franschen meer. Dat bleek onlangs toen zij het tweede eeuwfeest vierden van de stichting der plaats. Toen werden ook de jaarboeken van Friedrichsdorf uitgegeven, en daarin leest men onder anderen:

»Den 22 Maart 1871 herdacht men opnieuw, met den verjaardag van den (Duitschen) keizer, dien vrede, welke onze jongelieden weder tot hun haardsteden terug bracht. De verdedigers van den geboortegrond werden niet vergeten.'' En verder staat: »Den 2en September 1873, den verjaardag der overwinning bij Sedan (waar de Duitschers in 1870 zulk een schitterende zegepraal op de Franschen behaalden) had weer een feest plaats."

Dit nu is in het Fransch geschreven door een nakomeling derzelfde Franschen, die eens naar Duitschland moesten vluchten. Maar gij ziet wel dat het oude vaderland lang vergeten is. Hoe komt dat?

Het antwoord geeft ons een vrome Fransche vrouw, die tot haar volk zegt:

»Bloedt uw hart niet als gij bedenkt, dat die woorden niet uit het Duitsch zijn vertaald, maar geschreven in het Fransch door een Franschman in het zesde geslacht ? 't Is een hand, waarin Fransch bloed vloeit, die het woord overwinning schreef, doelende op het ontzettend onheil van Sedan. Het is een hart, Fransch van oorsprong, dat hen, die ons pas den Elzas en Lotharingen ontrukt hadden, verdedigers van den geboortegrond noemt."

»De zonen der bannelingen waren aan het land dat hen zoo edelmoedig had ontvangen, schuldig, dat zij al zijn belangen zich aajitrokken, dewijl zij de gastvrijheid aannamen, die hun werd geboden. Dat zijn voor Frankrijk de bittere vruchten der dragonades i) en der herroeping van 't Edict van Nantesï"

Zoo spreekt deze vrouw, die hoogbegaafd is, en uit haar woorden is veel te leeren voor alle volken, ook nog nu.

I) Het kwellen en vervolgen der vrome Protestanten door dragonders.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 26 augustus 1888

De Heraut | 2 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 26 augustus 1888

De Heraut | 2 Pagina's