Voor Kinderen.

ALLERLEI.

We hebben nog altijd 't een en ander af te doen, dat om allerlei redenen een poosje bleef liggen, en zullen dus hier maar laten volgen, voor »elk wat wils" om daarna weer de geschiedenissen enz. te kunnen voortzetten.

Onze vriend De J. vroeg reeds lang geleden wat toch de uitdrukking zeggen wil: »De wereldgeschiedenis is het wereldgericht" ; een gezegde van den Duitschen dichter Schiller.

Gelijk de andere vragen van De J. is ook deze wel wat hoog. We kunnen; echter wel zeggen dat in dit gezegde een ernstige leering is vervat en wel deze, dat God de Heere regeert en er sgewissellijk een God is, die de aarde richt", zooals de Psalmist zegt. Gij ziet daaruit tevens dat de geleerden hun wijsheid niet uit zich zelf hebben, maar dat reeds lang vóór hen al die wijsheid in het Woords Gods te vinden was. Dit is waar, al willen de geleerde heeren dat dikwijls niet erkennen, gelijk ook Schiller niet deed. Zij gelijken vaak op den jongen die zeide : »Mijn vader lijkt op mij". De waarheid was dat hij op zijn vader leek.

Wij zien in de geschiedenis hoe de Heere God leeft en regeert en de volken zegent of straft, naardat zij wandelen in zijn wegen of Hem verlaten. Dat leert ons de Bijbel zoo duidelijk, dat ik er niet veel van behoef te zeggen. En de groote dingen die wij dit jaar herdenken: de vernietiging van de Onoverwinnelijke Vloot en de landing van onzen Prins Willem III in Engeland (1688) toonen het evenzeer klaar. Vriend De ]. heeft in dit aar 't beste antwoord op zijn vraag.

Elvenals hij in een stad, wier naam met A. begint, maar toch niet in dezelfde, woont onze lezer W. die een andere vraag doet. Waarom, dit wil hij weten, zegt men soms: «Akkoord Van Putten", als men bedoelt: Juist, zoo is het.

Ik moet bekennen daarop geen zeker antoord te kunnen geven, maar wil gaarne een issing wagen.

Men vindt in andere talen dergelijke uitdrukkingen, die dan veelal zijn ontleend aan veelgelezen boeken of aan tooneelstukken, waarin ze voorkomen. Men leest of hoort ze dan dikwijls en zoo komen ze in gebruik.

Ook is 't wel mogelijk dat er eens iemand heeft geleefd die Van Putten heette en met zijn schuldeischers een overeenkomst of akkoord sloot, waardoor alle moeilijkheden werden weggenomen. »Akkoord Van Putten" zou dan beduiden : Alles is in orde.

Wie het rechte weet wil het misschien wel zeggen.

Op een derde vraag kan ik antwoorden dat er verschillende zoogenaamde Zendingskaarten bestaan. O. a. een Engelsche en een Nederlandsche, beide zeer goedkoop. Ook vindt men er een in den kleinen Bijbelschen atlas van Weersma. Op de kleuren kan men niet vast afgaan, want zij verschillen. Wie er zelf een maken wil teekent eenvoudig een wereldkaart of neemt een gedrukte, die hij dan kleurt. Het best is dan te onderscheiden: Protestantsche landen, , Roomsche, Mahomedaansche en eindelijk Heidensche. Die laatste kan men nog wel weer splitsen b. v. in wilde en meer beschaafde, maar dat is niet zoo gemakkelijk. Ook vindt men soms landen waar het Christendom vervallen is, maar toch nog bestaat, zooals Abessynië, afzonderlijk gekleurd. Aan elk land moet men de kleur geven van dien godsdienst waartoe de meeste inwoners behooren. In heidensche landen, waar veel zendingsposten zijn, wijst men die met gekleurde - «tippen aan.

Niet door kracht van messchea.

Eenige jaren nadat de Onoverwinnelijke Vloot was vernield, en toen ons vaderland meer en meer in den strijd tegen Spanje won, gebeurde het dat de sultan van Turkije, een Mahomedaan zooals gij weet, eens een kaart in handen nam. Daarop zag hij hoe koning Philips II van Spanje regeerde over dat land, over Portugal, over Napels en andere landen in Italië, over groote streken lands in Afrika, Azië en Amerika. Daarentegen zag hij hoe de Nederlanden nog kleiner waren dan sommige provinciën van Spanje.

Nu riep de sultan de groote* heeren die aan zijn hof waren, en sprak tot hen:

»Verklaart mij dit toch eens! De republiek der Vereenigde Nederlanden is zoo klein, Spaeje zoo groot en een rijk dat zulk een uitgebreid e; ebied heeft. Hoe kan zulk een klein rijk het tegen zulk een machtig koninkrijk volhouden? "

De Turksche heeren, die daaraan misschien nooit gedacht hadden, waren met de zaak verlegen en wisten niet wat te antwoorden. Eindelijk zeiden zij : »Wij weten bet niet. Maar als gij het dea gezant van Venetië vraagt, dan zal hij het zeker uitleggen. Hij heeft er verstand van”.

De Sultan liet den volgenden dag den gezant bij zich komen, en deed hem dezelfde vraag, die hij tot de heeren had gericht.

»Ja", sprak de gezant, »dat zal daaruit voortkomen, dat de Nederlanders zoo goede zeelieden zijn. Ook wordt hun land door het water beschermd, en eindelijk hebben zij bondgenooten in de Engelschen, die eveneens een zeevarend volk zijn''.

De Sultan hoorde alles eens aan. Toen schudde hij het hoofd en sprak tot allen die daar waren :

„Gij vergist u, als gij meent dat al wat zij daar gehoord hebben de ware oorzaak is. Ik zal u die zeggen. Het is God en Hij alleen, die dat gedaan heeft. Geen macht van menschen is tegen den koning van Spanje bestand met zijn legers en vloten. Maar het is Gods macht, die de Nederlanders alzoo sterkt, dat zij overwinnen".

De groote heeren en de gezant van Venetië wisten er niets tegen te zeggen En dat kon ook niet. Want het was de zuivere waarheid. Dat herdenken we dan ook in deze dagen. Onze vaderen zeiden terecht van de Onverwinnelijke Vloot • «Gods adem heeft haar vernield''. Niet ons, inaar Hem alleen is de eere.

Een gelukkig kind?

Het rijkste kind in Amerika, zoo las ik onlangs, is May Sharpless. Zij bezit niet minder dan ƒ5.000.000. Ofschoon maar 9 jaren oud, spreekt zij reeds vloeiend Engelsch, Fransch en Duitsch. Zij houdt er de tiiooiste verzameling poppen ter wereld op na, en koopt er nog gedurig meer. Van kleine, een paar duim lang af, tot zulke die grooter zijn dan de eigenares zelf, heeft zij er; sommige kosten duizenden guldens per stuk, Eiken zomer maakt zij een reisje naar Parijs en daar worden kleedingstoffen van de laatste mode gekocht, en de voornaamste modemaaksters moeten de poppenkleeren vervaardigen. De ond.rkleedingder poppen is van zijde en de fijnste kant. Zij hebben menschenhaar op het hoofd, en worden door kappers gekapt; schoenen, hoeden, borstrokken, alles naar den laatsten smaak, dragen zij. Het meisje houdt er een heel poppenhuis op na, met rijtuigen, paardjes enz. Soms noodigt zij haar vriendinnetjes uit om bij haar te komen; deze uitnoodiging geschiedt op de fijnst gegraveerde kaartjes. Het is ook heel aardig om de poppen, die kunstmatig opgewonden worden, zich te zien bewegen met waaiers, reukfleschjes en allerlei damessnuisterijen.

Zou dit kind niet heel gelukkig zijn?

Ja, zegt gij misschien. En toch ik geloof het niet. »Het is niet in den overvloed gelegen", zegt de Heere in zijn woord. Een kind, dat zoo overladen wordt krijgt al gauw van alles genoeg, wil telkens wat anders en loopt groot gevaar een ontevreden en ongelukkig mensch te worden Wat geld en goed maken op zich zelf mensch noch kind gelukkig, 't Zijn zegeningen van den Heere God dan alleen, als men die gaven wel besteedt, 't Is wel om afgunstig te worden, als men van zooveel mooie poppen en zooveel goed hoort, maar, mijn lieve lezers en lezeressen, al hebt ge ook zelfs geen 5 gulden in plaats van 5 mlllloen, en al bezitten de meisjes ook maar een eenvoudige pop of geheel geen, wat zou dit schaden, als ge rijk zijt in God? Allerlei moois en aardig speelgoed te hebben is goed en heerlijk, maar, klein of groot, we moeten nog een beteren schat hebben, die in de hemelen voor ons bewaard wordt. Wie die al jong bezit is in waarheid een gelukkig kind.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen