GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Wat zal thans Dr. Van Ronkel

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Wat zal thans Dr. Van Ronkel

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wat zal thans Dr. Van Ronkel doen? Gelijk men zich herinnert, kon toch ook hij het niet langer aanzien, dat de Gereformeerde »schutterij", die in de Synodale Genootschapskerk was achtergebleven, zich een zoo vernederende rol lieï welgevallen.

Hij herinnerde zich de schoone dagen uit Maasland.-Hij herdacht de liefde van het Gereformeerde volk te IJlst, dat zoo gaarne anders wilde, als het maar anders kon. Hij bracht zich te binnen met wat iinoed van den leeuwenwelp hij in Zutfen tegen de belagers der kerk van Christus had gestaan. Hij dacht weer aan zijn eerste optreden te Amsterdam, toen al wat Synodaal was hem aangaapte als den herboren Israëliet, die kloek en manlijk als een Machabeër zou staan. En... dan ... nu zoo in het stof te kruipen ... neen, dat duldde zijn aard niet. Moedig stond hij dan ook op.

In 1886 beging hij een kapitale fout, door te hutiep met de wolven die Christus' kerk verdierven.

Maar heldhaftiger geest toog weer in hem. Neen, hij was wel achtergebleven, maar waarlijk niet om zich door de Irenischen te laten vertreden en te misbruiken als voetwisch.

Daar verschenen zijn brochures.

Eén, twee, een derde, een vierde. Als de brandraketten die uit een batterij elkander in het luchtruim achternajagen, vlogen ze de kerk in.

Er kwam actie, er kwam ontwaken. Krayenbelt en Malcomesius uit Rotterdam werden onrustig in de conscientie. Felix en de Confessioneele Vereeniging te Utrecht wilden den ouden strijd hernieuwen. Heel een beweging zou op touw worden gezet. Wat vroeger mis'iep, zou nu doel treffen.

En Van Ronkel scherpte zijn pen; en Van Ronkel haalde zijn palet met de roerende tinten voor den dag; en Van Ronkel sloeg den vromen tooa aan; en Van Ronkel las heel een ruiker van het plantje „Captatio benevolentiae" voor de Synode saam.

Maar nu zou het dan ook doorgaan.

Hij dreigde niet maar om te dreigen !

Drie puntjes waren zijn geheimnis.

Maar toch op het laatst kwam het er uit: Geeft de Synode ons geen gehoor, dan zal ze de gevolgen zien.

Op ter Classis.

Daar als een eenig man storm geloopen. Heel iets anders dan van Hoedemakers beweging, zou men nu van Van Ronkel zien.

Hartelijk hebben we ons in dit luchtverschijnsel verblijd.

Getrouw aan onzen stelregel, dat men niet ons behoeft te volgen, mits men maar de gehoorzaamheid aan het Woord niet slapen laat; en van harte toegevende dat verschillende methoden van Reformatie tot het ééne goede einddoel kunnen leiden, hebben we ongeveinsdelijk belangstelling in deze nieuwe actie betoond.

We onthielden daarom onze critiek niet, en spraken het uit, dat Dr. Van Ronkel zich door tweeërlei verzwakte: i*. doordat hij geen schuld beleed over zijn huilen met de wolven en het bijten der schapen in 1886; en 2". doordien hij de Synode toesprak op een toon, die zijner onwaardig was. Maar deze critiek raakte het beginsel niet; ze gold alleen de meerdere of mindere moreele kracht waarmee Dr. Van Ronkel zijn actie kon doorzetten.

Toch spraken we reeds aanstonds onzen twijfel uit, of z'jn woord, dat deels te gemaniëreerd, deels te weinig toonde wat hij wilde, wel genoegzamen weerklank op de Classes zou vinden.

En zoo kwam het dan ook uit.

Zelfs te Utrecht moest Felix de vlag strijken, en in Leiden kreeg Dr. Van Ronkel zijn voorstel mee naar huis terug.

Van een aanloop der Classes op de Synode viel dus geen sprake.

Integendeel, de Classes, ook de meest conservatiev€, hadden het niet gewild.

Vandaar dat de Synode er den spot meê dreef.

Wat willden deze „aêmechtige Joden!"

Men zou hun dit „veel geblaats en weinig wols" wel afleeren; en driestweg sprak men het uit: Neen, een Ve-xkregeering met de V& xkleer in overeenstemming willen we niet.

Van Ronkels voorslag is dus afgewezen, zoo boud en stout, zoo kras en brutaal, als zich maar immer denken laat.

Met de kous op den kop zendt de Synode hem naar huis.

Zelfs van een goed woord, dat de pijn stillen kon, is geen sprake.

Schier op minachtenden loon en half hem uitlachend, trekt de Synode zich in hooghartige zelfgenoegzaamheid terug.

Daarom herhalen we onze vraag: zal Dr. Van Ronkel thans doen.'' Wat

Zwijgt hij na dit échec, dan is het uit, en ligt hij voorgoed als een ontvederde, uitgeplukte adelaar in zijn machteloosheid neder.

Bepaalt hij zich tot nieuwe protesten en vlugschriften, dan mist hij voortaan het oor van het kerkelijk publiek, dat geen tijd heeft, om op schoten in de lucht te letten.

Het eenige wat hem als man van wilskracht en beginsel kan handnaven, is derhalve, dat hij den strijd in het kerkelijk organisme zelf aanbindt, en in dienzeltden kerkeraad van Leiden, dien hij nu jarenlang van actie terughield en chloroformiseerde, van toon verwisselt en een actie inzet.

Doch dan vreezen we, dat de Hiërarchie zeer korte metten met hem maken zal, en dat zijn banvonnis gereed ligt.

Doch hoe dit zij, de drie puntjes uit zijn eerste brochure eischen thans een vertolking in de werkelijkheid.

Er moet thans blijken, of deze „drie puntjes" aanduiding waren van een driewerf diepe rust, die op de eerste vleug van actie volgen zou; of wel dat ze in geheimschrift een verzwegen voornemen des harten verborgen, om met mannenmoed en Christelijke vastberadenheid op te staan voor de eere onzes Gods.

Moge hij in die keuze niet ondergaan, maar zijn kracht herwinnen.

Wat we reeds in Mei 1886 schreven blijkt al meer waar te zijn : De Hiërarchie drukt loodzwaar op de karakters.

Neen, voorwaar, ze zijn nog niet allen zedelijk gevallen de mannenbroeders, die de Bediening van het Woord onder het tegenwoordig schrikbewind voortzetten.

Mee door allerlei ongeschikte handeling van velen die in doleantie gingen, is het slechts aarzeling die hen omstrikte, vreeze die hen omving.

Maar wat de meesten hunner, dag bij dag, in hun eigen conscientie klagen, is dat ze zelf voelen hoe de ontzenuwing van kracht bij hen voortgaat en de moed hun steeds dieper ontzinkt.

Vroeger, toen wij allen nog met hen in het gelid stonden, was het mee getuigen en meestrijden zooveel lichter.

Er waren er altoos die vooropgingen, en de Hiërarchie trad veel besluiteloozer en bedeesder op.

Men kon ten minste nog getuigen, nog protesteeren, nog een eerste poging tot verzet wagen, zonder aanstonds de kerkelijke politie in huis te hebben.

Maar die milde dagen hebben thans uit.

In de ministeries, in de ringen, pp de classes waar ze ook komen, is het of hun thans een slot op den mond ligt. De hiërarchische ambtgenooten hebben den hoogsten toon en doen hun telkens de halfslachtigheid van hun positie, soms krenkend, gevoelen.

Ze staan verlaten en eenzaam. Hun banier wappert niet meer, maar ligt opgerold en weggeborgen.

De klaroen blaast zijn moedgevenden en bezielenden toon niet meer.

Nu, ja, ze prediken nog, ze catechiseeren nog, en bij stil bezoek kunnen ze hun hart nog eens luchten, maar het is geen positie meer.

Daarom deed het velen hunner zoo goed, toen Van Ronkel optrad.

Toen hadden ze weer een tolk, een tribuun, een woordvoerder, een hoofd.

Er leefde weer hope.

Maar moesten ze het smadelijke zien gebeuren, dat thans ook Van Ronkel moedeloos het hoofd op de borst liet zijgen, en zich terugtrok in de tente der onaandoenlijkheid, dan zou de slag des te zwaarder, en hun lijden, hun zielelijden voor de toekomst, ongeneeslijk worden.

Ook dat mag Dr. Van Ronkel wel bedenken.

Wie optreedt, laadt verantwoordelijkheid op zich ook voor het zieleleven en de zedelijke verantwoordelijkheid van anderen.

Hij kán er nog velen redden van den moreelen ondergang op kerkelijk gebied. Maar hij kan ook een verderver van veler karakter worden.

Zij zijn keuze tot Godes eer!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 9 september 1888

De Heraut | 4 Pagina's

Wat zal thans Dr. Van Ronkel

Bekijk de hele uitgave van zondag 9 september 1888

De Heraut | 4 Pagina's