GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Bij nader inzien

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Bij nader inzien

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Bij nader inzien schijnt men ons thans van alle zijden gelijk te geven, dat de Deputaten der Utrechtsche Synode alle macht en last missen, om op den nieuwen grondslag, dien Assen voorsloeg, te onderhandelen.

En daar omgekeerd de Assensche Deputaten bepaaldelijk in last ontvingen om niet anders dan op dezen grondslag te onderhandelen; en zulks zelfs onder de uitdrukkelijke bijvoeging, dat ze zich stipt aan de genomen besluiten hadden te houden; zoo volgt hier zonneklaar uit, dat de zaak, gelijk we het uitdrukten, thans stuit.

Niet de Deputaten, de Synode van Utrecht zelve moet thans saamkomen, om aan de Assensche Synode haar oordeel kenbaar te maken, over den aangeboden grondslag.

Hoe men het ook wende of keere, hier valt niets aan te veranderen, en te Assen moet men dit reeds terstond hebben gevoeld, zoo men zich althans eenige reken­ schap gegeven heelt van den loop dien de zaken thans nemen zouden.

Wel kunnen de Deputaten dus eens saamkomen, en van gedachten wisselen en pogen elkaar te naderen, maar dit alles treft geen doel en richt niets uit en brengt ons niet verder.

De Synode van Utrecht zelve zal thans spreken moeten. En als de Synode van Utrecht gesproken heeft, zal het wederom niet aan de Deputaten, maar aan de Synode van Assen of Kampen zijn, om over het Utrechtsch antwoord haar oordeel te zeggen.

Kan Assen zich dan weer niet bij het Utrechtsche voorstel nederleggen, dan moet Utrecht nogmaals saamkomen, en zoo zal men misschien wie weet hoe lang, van Synode op Synode onderhandelen kunnen, tot eindelijk, zoo het nog lukt, een gemeenschappelijk uitgangspunt gevonden is.

En dan eerst, maar ook niet eer, zullen er beiderzijds Deputaten kunnen saamkomen, om op den gevonden gemeenschappelijken grondslag een concept-Akte van ineensmei ting te ontwerpen.

Een lange weg dus.

Een weg die o. i. zeer had kunnen bekort worden, zonder dat men óf van de zij van Utrecht ót van die van Assen ook maar iets had gewaagd; daar men immers de eindbeslissing zich voorbehield.

Maar een weg die nu dreigt zeer lang te worden, omdat het vooruit met wiskunstige zekerheid te zeggen is, dat Utrecht de Assensche besluiten, gelijk ze daar liggen, niet overnemen kan.

Heeft nu onze diepe smart over dit droeve feit, ons aanvankelijk verleid om een te ongunstig oordeel te vellen, welnu, in een zoo heilige en vurig begeerde zaak lijdt, wie haar triomf wenscht en mismoedig wierd, niets liever dan ongelijk.

Ons zal het dan ook zeer hartelijk verheugen, ons zal het de ziel verkwikken, indien metterdaad blijkt dat onze voorstelling te somber getint was, en niets hopen we vuriger, dan dat de Kamper Synode, zoodra ze Utrechts antwoord ter tafel heeft, hoe milder hoe liever vanhaar goede gezindheid doe blijken.

Het is toch duidelijk, dat welbezien alleen een voorstel in den geest van het voorstel-Bavinck tot het doel kan leiden, en dat de Synode van Assen, onder wat vorm ook, van de lijn-Beuker op de lijn-Bavinck zal moeten teruggaan.

Men versta ons wel.

We bedoelen volstrekt niet, dat juist het voorstel Ba.viack herleven moet. Dat zal niemand vergen. Maar wel dat men op de lijn kome, waarop dit voorstel liep.

Hoe toch staat de zaak?

We zijn van éénen huize, hebben éénerlei oorsprong in de gemeenschappelijke kerk onzer vaderen, en voelen ons door één belijdenis gedrongen om eenzelfde soort van openbaring der kerk na te streven; maar over de manier waarop we uit onheilige tot betere toestanden moeten geraken, bestaat verschil van zienswijs.

Dat reformatie plicht is stemmen we beiden toe; alleen maar over de methode van reformatie bestaat een uiteenloopende zienswijs. Een verschil van opinie dat niet dogmatisch opkwam, maar zijn ontstaan dankt aan de geheel verschillende omstandigheden waaronder we optraden.

School er nu in dit verschil van methode van reformatie iets dat de eere van Gods Woord raakte, zoodat men aan de overzij • te onzen opzichte moest zeggen: »Deze broederen zondigden door den weg in te slaan dien ze kozen", ^— of dat wij ten opzichte van de Christ. Gereformeerden moesten betuigen: „Hun weg liep tegen Gods Woord in!", zoo was er geen lievemoederen aan, of we moesten, eer er van saamgaan op den' weg sprake kon zijn, vooraf dit geschil uitvechten. Uitvechten zoolang tot óf de een óf de ander van ongelijk overtuigd, schuld beleed, en den anderen weg insloeg.

Op dat standpunt echter stelde Utrecht zich niet. Utrecht is van oordeel, dat er verschil van opinie over de methode van reformatie bestaat, maar dat dit verschil behoort tot de middelmatige dingen die men in elkander dragen zal; geeft zelfs toe, dat zeer goed meer dan één weg van reformatie denkbaar is; en laat zelfs de mogelijkheid toe, dat er later weer een actie opkome, die nogmaals op andere wijs hetzelfde doel tracht te bereiken.

Kan nu ook de Christ. Geref. kerk zich hierin vinden, dan behoort ook zij zich natuurlijk op het standpunt te plaatsen, dat methode van reformatie geen articu' lus stantis aut cadentis ecclesiae is, d. w. z. geen punt raakt waarmee de zuiverheid der kerk staat of valt. Ze zal dan moeten toegeven, dat wij op onze manier hetzelfde doel najagen, dat ook zij beoogde, en dat zoomin als zij wenscht belemmerd te worden door ons, ook zij ons niet belemmeren mag, om op onze manier ons werk van reformatie voort te zetten.

Doel en streven zal dus moeten zijn, om beide groepen elk op heur manier het werk der reformatie of herstelling van de aloude kerk der vaderen te laten voortzetten, en niet te rusten eer door deze vereenigde pogingen allengs heel die kerk tot reformatie zij gekomen.

Bij dat groote werk zal de ééne groep visschen met den wonderkuil en de ander met het schrobnet; zal de een het kleed reinigen door het uit te kloppen en de ander door het af te borstelen; zal de een medicijn in poeder en de ander in vloeienden vorm toedienen; maar én dat visschen én dat schoonmaken én dat innerlijk genezen zal beiderzijds in één geest gaan en aanwerken op eenzelfde uitkomst.

Als de een kans ziet om met den wonderkuil op te halen wat de ander met zijn schrobnet niet vangen kon, zal de man van den wonderkuil den visscher met het schrobnet niet belemmeren of verhinderen, maar

vrij gaan laten en toejuichen. Als de een met het kleed te kloppen èr stof en vlekken afslaat, die de ander met den borstel moest laten zitten, zal de borstelaar den'klopper niet wangunstig benauwen, maar danken voor wat hij vermocht. En zoo de dokter die den kiaadrank toediende de koorts tot staan brengt, die voor de kia3./> oeder niet wijken wilde, zal de arts van de j> ulvis den arts van de potio niet bedillen, maar hem eere bieden.

Beider doel is toch maar dat er recht veel visch gevangen, recht veel van smet gereinigd, en recht veel dat krank was genezen worde.

Elk pogen van doleerende zijde om tot de andere broederen te.zeggen : Voortaan niet meer op uw manier werken! moet derhalve gemeden en afgesneden.

Maar ook elk pogen van Chr. Geref, zijde om tot ons te zeggen: Voortaan niet meer op uw wijs, maar op onzen toon gezongen ! moet weerstaan en van het tapijt blijven.

Met vrijheid van bewegiag voor elk in eigen kring, moet men in meerdere vergadering saamkomen, om gemeenschappelijk over het gemeenschappelijk doel te raadplegen, en al saamlevende allengs over de beste manier van» reformatie tot meerdere rijpheid komen.

Had het Reglement van 1869 aan zulk een stand van zaken niet in den weg gestaan, we zouden er niet aan gedacht hebben, om het van de baan te krijgen.

Maar dit staat het wel, en vierkant ook. Immers uit het Reglement van 1869 volgt en vloeit voort dat er een Synode van de Christ. Geref. kerk als genootschap moet bestaan; zoodat, bleef dit reglement, er voor ons geen andere keus zou zijn, dan om óf onder de res^lementaire Synode van dit genootschap te komen, óf er een Synode naast te plaatsen.

En daar we nu het eerste niet kunnen, of we worden eenvoudig — wat het volk kortheidshalve noemt „afgescheiden", en het tweede best kan, maar dan ook alle vereeniging is afgesneden, — zoo kon het niet anders en moest het wel zoo, dat we d e wegvalling van dit reglement als conditio sine qua non stelden.

De logica spreekt hier zoo sterk, dat eerlang ieder ook aan de overzij inziet, dat dit niet anders denkbaar is.

Ons dunkt dan ook de lijn, waarin de weg van verdere overweging en bespreking zal moeten loopen, tamelijk duidelijk afgebakend.

Het Reglement van 1869 zal geen struikelblok zijn, dit is wel gebleken.

Maar het hoofdpunt waarover de worsteling loopen zal, moet de vraag worden, of de broederen aan de overzij ons toe kunnen staan om voortaan onze eigen methode van reformatie te blijven volgen, gelijk wij onzerzijds er geen het minste bezwaar in hebben, dat zij op hunne wijs voortwerken; — of wel dat men .van ons sluiting der firma en afbraak van onze werven eischt.

Zegt men tot ons : Wat ge dusver gewonnen en geworven hebt, nemen we als kapitaal in de zaak op, maar nu is het dan ook uit, en moogt ge op die manier niet voortvaren aan dé reformatie van onze Gereformeerde kerken te arbeiden, — dan zou men stuiten op een onmogelijkheid.

Blijkt het daarentegen, dat men na rijp overleg en kloek beraad de onhoudbaarheid van al zulke eischen zelf inziet; niet op utiliteit doelt, maar het ideale doel voor oogen houdt; en aan de toekomst de oplossing van een geschil wil overlaten, dat thans niet bij te leggen is, — dö.n ongetwijfeld leeft ook bij ons weer de hope op, en verheldert zich het vooruitzicht.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 23 september 1888

De Heraut | 4 Pagina's

Bij nader inzien

Bekijk de hele uitgave van zondag 23 september 1888

De Heraut | 4 Pagina's