GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

De Hindoe en de Brahmin.

> Wat is toch het eeuwige leven waarvan gij spreekt? " vroeg een geleerd Indisch priester, een Brahmin, aan een arme Hindoe. Fluks haalde de man zijn Bijbel te voorschijn, sloeg hem op bij Joh. 17 : 3 en las: Dit is het eeuwige leven, dat zij U kennen, den eenigen waarachtigen God, en Jezus Christus dien Gij gezonden hebt.”

Zwijgend vervolgde de geleerde man zijn weg. Drie jaar later werd de Hindoe geroepen aan de legerstedï van den Brahmin. De doodstrekken lagen op zijn gelaat, doch met hemelsche blijdschap zeide hij: »Ik ken nu God, ik ken Jezus Christus door Hem gezonden; ik heb uw woorden niet vergeten. Ik heb het eeuwige " Doch voor zijn lippen het laatste woord konden uitspreken, was zijn ziel gegaan tot dien Heere Christus, die »hct Leven” is.

Een gevaarlijk waagstuk

ondernamen onlangs vier jonge mannen in Noorwegen, toen zij besloten zich eens te vermaken met.... een jacht op wolveh. Wetende dat deze dieren buitengewoon verzot zijn op varkensvleesch, verschaften zij zich een jong varkentje, naaiden dat in een zak waaruit alleen de snuit stak, en legden hem in de slede, aan welks achterzijde een lang touw bevestigd was met een bos stroo, dat met een zwarte schapenvacht was bedekt. Toen de slede in beweging Was slingerde het bos stroo heen en weder, alsof het een jong dier was.

Men kwam op een gunstige plek. De jonge jagers knepen nu de big, die daarop dapper begon te schreeuwen, waarop de slede al gauw werd omgeven door een troep magere, schrale, uitgehongerde wolven. Toen zij in een dicht aaneengesloten rij naderden, gaf het gezelschap vuur, en doodde er verscheidene, die spoedig door hun kameraden in stukken gescheurd en verslonden werden.

Dit bloedig feestmaal echter maakte de uitgehongerde dieren nog feller en wilder, zoodat zij al meer en meer de slede naderden, met het doel een onmiddellijken aanval te wagen, 't Werd nu gevaarlijk en tot lijfsbehoud wierpen de jonge mannen het arme varkentje voor de wolven. Dit leidde hun aandacht eenige minuten af. Doch nu vond er een leelijk ongeval plaats. Het paard, dol geworden door het gehuil en het getrappel der wolven, steigerde en sprong met alle kracht, zoodat de disselboom brak en het dier vervolgd door een twaalftal wolven, wegrende.

De toestand der jonge mannen was nu nog ernstiger, want, hoewel goed voorzien van kruit en lood, hadden zij echter geen tijd om hun geweren tegelijk te laden en die op hun vijanden te richten. sZij kwamen echter op een gelukkige gedachte om zich te verdedigen, die gelukkig spoedig werd uitgevoerd. Zij keerden snel de slede het onderst boven, kropen daaronder, en vuurden door de spleten op hun huilende vijanden, inmiddels genoegzaam beschut door de sterke zijborden der slee. In deze tijdelijke schuilplaats bleven zij verscheiden uren, terwijl de wolven rondom hen huilden en met hun klauwen tegen de slede krabten. Eindelijk werden de jonge mannen uit hun onaangenamen toestand door eenige vrienden verlost en keerden huiswaarts. Ze waren voorgoed van hun waaghalzerij genezen.

„Dfze hsnd Iaat niemand los.”

De zon scheen schitterend op de verblindende sneeuw van een der hoogste Alpen, toen op een zomermorgen, eenige jaren geleden, een reiziger zijn gids volgde. De reiziger verlustigde zich in de heerlijke en schoone tafereelen, die hij al wandelende zag. Hij vertrouwde zijn gids en volgde onbevreesd diens voetstappen, hoewel hij niet wist op welk pad deze hem leidde. Doch plotseling aarzelde hij en stond stil, want de moedige bergbewoner stapte behoedzaam over een nauwe doch zeer diepe en donkere kloof, en daarna rijn sterke hand uitstrekkende, riep hij den reiziger toe hem te volgen. Deze aarzelde een oogenblik en zag in de diepte naar omlaag. De gids stelde hem gerust en zeide met nadruk: »Vat mijn hand: deze hand laat niemand los, ”

De reiziger strekte zijn hand uit, die stevig door den gids werd vastgehouden en sprong veilig over de kloof.

Gelijk die reiziger op de Alpen zgn ook wij. Alle menschen, de kleine en de groote, hebben vele kloven over te springen, allerlei moeiten en bezwaren, tot ze ten laatste staan voor de groote kloof die hen scheidt van de eeuwigheid. Doch er is een Gids, een Leidsman, die als we op Hem ons vast .betrouwen zetten, zorgt dat we niet in de kloof vallen. Hij is het van wien David zong: »Met mijn God spring ik over een muur!'' Hij heeft zich aan ons geopenbaard in den Heere Jezus Christus die zegt: »Ik geef Mijn schapen het eeuwige leven en zij zullen niet verloren gaan in der eeuwigheid en niemand zal hen uit Mijn hand rukken.”

Leer mij, o God van zaligheden

Mijn leven in uw dienst besteden!

Gij zijt mijn God: vat gij mijn hand!

Uw goede Geest bestier’ mijn schreden.

En leid’ mij in een effen land!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 4 november 1888

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 4 november 1888

De Heraut | 4 Pagina's