GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

We zouden nog terugkomen op den last

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

We zouden nog terugkomen op den last

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

der Haagsche Synode, om kinderen uit de Ned. Geref. kerk te fierdoopen.

Dr. J, J. van Toorenenbergen heefc dit besluit aan critiek onderworpen in een vlugschrift, getiteld: y, ILet niet erkennen van eentoegedienden Doop, Referaat in de vergadering der Nedertandsche Hervormde Prgdikantenvereeniging van den len Mei 188p, Culemborg, Blom en Olivier se, 1889.

En dit niet alleen, maar hij heeft docr zijn vlugschrift tevens meer publiciteit gegeven aan het advies door de Synodale Commissie ad Jioc in zake dit geschil ter Synode overgelegd.

Dit advies nu raakt kant noch wal. Het verraadt verregaande onkunde omtrent den aard onzer Belijdenis en de historie onzer kerken, en wordt dan ook zonder veel moeite door Dr. J. J. van Toorenenbergen aan flarden gescheurd.

Zijn critiek is zóó vernietigend, dat er letterlijk niets heels aan blijft.

Het slot zij hier overgedrukt: Ik mag het rapport nog niet loslaten. Och, of de stellers op de kerkelijke praktijk na 1618 de noodige opmerkzaamheid hadden gezet! Zij halen de handelingen der Synode van Zuid-Holland, in 1619 te Leiden gehouden, aan, maar wijzen de daar in Ait-80 voorkomende wenken af met de verklaring, dat er geen tijd geweest was om te wachten. Er schijnt zelfs geen tijd geweest te zijn om over den belangrijken inhoud van dat artikel na te denken.

Het luidt aldus : »0p het 3 e Gravamen : wat te houden zij van den Doop der Remonstrantsche Predikanten, na hun deportement bediend? — wordt geantwoord, dat dezelve in vele omstandigheden (opzichten) berispelijk is, en dat men bij alle gelegenheden de toehoorderen vermanen zal, dat zij hunne kinderen bij de Remonstranten niet laten doopen, opdat hierdoor geene disputen over de oprechtheid deszelven Doops den conscientiën verwekt worden. En alzoo nog geene exempelen van zulke gedoopten den Synodus voorgekomen zijn, is goedgevonden over deze vraag geene verdere decisie te maken. Middelertijd zullen de kerkendienaars zich onthouden van eenige, bij de Remonstranten gedoopt zijnde, wederom te doopen, maar zuilen, zoo hun dezen aangaande eenige zwarigheden voorkomen, dezelve met alle hun omstandigheden (bijzonderheden) bekleed zijnde, brengen aan de naaste Synodns particularis, om alsdan daarop te letten naar behooren."

Voorbeeldige bedachtzaamheid straalt in deze uitspraak door, te opmerkelijker, omdat de Leidsche provinciale Synode gehouden werd temidden van den hevigen kerktwist. Het was in 1619. Men was in de eerste plaats bedacht om te zorgen, dat de leden der Kerk zich wachten zouden voor hetgeen de kerkelijke orde verbrak, en er werd bijgevoegd, dat men die handhaven wilde om geen aanleiding te geven tot het ontstaan van conscientie-bezwaar, wanneer soms later de geldigheid van den Doop mocht betwijfeld of betwist worden.

Voorts wilde de Synode de zaak in abstracto niet behandelen, maar eerst wanneer bepaalde gevallen, »met alle hunne omstandigheden bekleed zijnde'', konden worden aangebracht, en intusschen gaf zij een gestreng verbod van »wederom te doopen!" Nog eens, zulk bedachtzaam handelen had de Synode van 1888 zich ten voorbeeld behooren te stellen. Denkt eens onpartijdig in, wat er nu geschied is. De Synode verklaarde: »Zoodra de doleerenden zich tot eene gemeente naast de onze constitueeren met eene Christelijke kerkorde, belijdenis en instelling van ambten en bedieningen; van dat oogenilik af moet ook hun Doop, als door wettige leeraars bediend, erkend worden", en zij vergat, dat namens haar voor den burgerlijken rechter overal in den lande gepleit werd, en door de Rechtbanken tot den Hoogen Raad toe geconstateerd, dat de doleerenden eene eigen kerkgemeenschap hadden opgericht. Hunne kerkorde, belijdenis en instelling van ambten en bedieningen was bekend en niet onchristelijk.

Mij dunkt, hier was aanleiding [neen plicht, »over de vraag geene verdere decisie te maken"; hier was gevaar, niet in wachten, maar in haast maken: hier is men niet bedacht geweest op het gevaar de f rapper plutót tort que juste.

Er is hier dan ook, gelijk we terstond, toen we van het Synodaal besluit hoorden, gezegd hebben, in elk opzicht, en dat wel door onverdraagzamen zin en zucht tot vervolging, gezondigd tegen den eisch van het heilig Woord, tegen het wezen onzer Belijdenis, tegen den eisch van het kerkrecht, en tegea de usantiën van onze kerkelijke Historie.

Natuurlijk kost het geen zier moeite, om uit het kerkrecht een tien a twintig citaten bijeen te rapen, waarin betoogd wordt, dat de bediening van den Doop alleen aan de Dienaren des Woords staat; maar hiernevens staat altoos de erkentenis, dat hetgeen in zekere kerkelijke kringen als Doop gold, ook door de Gereformeerde kerk als Doop erkend wierd. En dit nu bracht vanzelf met zich, dat men de regeling van den Doop in deze andere kerkelijke kringen moest nemen gelijk die was.

Zoo deden onze kerken, als een Roomsch of Luthersch gedoopt persoon overkwam, zelfs geen onderzoek, of er ook nood-doop had plaats gehad. Wel verklaarde men, dat men op zich zelf geen nood-doop van een vroedvrouw of dergelijke erkende; maar meldde iemand zich als „gedoopt" aan, dan' nam men hem als „gedoopt" over, schier zonder verder onderzoek.

Eerst waar duidelijk wierd, dat men in sommige kringen den Doop als Doop verwierp en omzette in een wijdingsfeest, hebben alle kerken terstond begrepen, dat nader toezicht geëischt wierd. Doopen in den naam van Geloof, Hoop en Liefde is geen Doop. Het moet Doop zijn in den naam van Vader, Zoon en Heiligen Geest.

Het moet als Doop bediend zijn. En in den kring waarin de Doop bediend is, door wie in dien kring het doen mag.

Wij danken Dr. Van Toorenenbergen, dat hij den moed had, om dit aan de Synodale heeren, en aan de persorganen, die het Synodaal besluit verdedigden, weer eens duidelijk te maken.

Dit advies zal dan ook sensatie maken.

Te meer, daar het natuurlijk voor de Synodale Adviseurs verbazend onaangenaam moet zijn, om nu niet door een Doleerend, maar volbloed Synodaal hooglecraar, zoo op hun plaats te worden gezet.

Verbeeld u, onder dat Synodaal rapport In zake den Doop, staan de namen van de heeren Ds, H. A. E. Heinecken, Prof.

Dr. S. F. Kruyf, Mr. C. R. Merkus, Dr.

G. J. van der Flier, Dr. M. E. van der Meulen, en Dr. C, F. Zeeman.

Alzoo de keurbende der Synodale hiërarchie ! En toch blijkt nu, dat deze zes heeren saam, waaronder één, die als Synodaal hoogleeraar ook het kerkrecht moet onderwijzen, eigenlijk niets van de zaak afweten, en zich door hun onbeholpen citaten uit Polanus, Heiddegger, Heppe en Brakel (in die volgorde komen ze in het rapport voor) hebben bloot gegeven op een wijze, die heel hun Hiërarchie te schande maakt.

Dit komt er nu van, als men een Hiërarchie er op na houdt, en niet weet hoe men een Hiërarchie in moet richten.

Dan verstaat Rome die kunst beter.

Rome voert ook een Hiërarchie, maar zorgt dan ook dat haar knapste personen daarin den toon voeren.

In een Hiërarchie is het ongerijmd, ora Prof. Kruyf en Dr. Van der Flier aan het woord te laten en Dr. Van Toorenenbergen niet eens te consulteeren.

Niet ieder weet alles; maar daarom juist zullen deze heeren wijs doen, zoo ze in vervolg van tijd minder op hun eigen heugenis van een gebrekkig Academisch onderricht afgaan, doch eerst eens advies inwinnen bij, of liever nog het v; oord laten aan, de mannen die het weten.

En die mannen zijn er, heusch, niet zoo veel.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 9 juni 1889

De Heraut | 4 Pagina's

We zouden nog terugkomen op den last

Bekijk de hele uitgave van zondag 9 juni 1889

De Heraut | 4 Pagina's