GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Uit de Pers.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de Pers.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

De Synodaal-Amsterdamsche Ds. Brummelkamp (van den Groninger emeritus predikant wel te onderscheiden) heeft zich te weer gesteld tegen de Bazuin over de critiek van dit blad op zijn i> bonne marque" aan Amsterdams burgemeester gegeven.

En waarin bestaat dit verweer?

In niets dan in een beroep op Art 36 Hier in Amsterdams burgemeester was dan nu die Overheid opgetreden, die den heiligen kerkedienst beschermt, »om te weren en uit te roeien alle ketterije en valschen godsdienst."

Nu, de redactie van de Bazuin dient hem hierop en schrijft: Op de vraag van Ds. Brummelkamp: Houd ik mif niet aan art. 36 der belijdenis? , zeg ik: Neen, waarde broeder 1 dat doet gij niet I Gij begroet in Amstels burgervader een stillen steun en een kampioen voor het levensbestaan der kerk Wat wilt gij met deze woorden zeggen? Welken zin welke beteekenis hebben zij ?

Dit laat gij onverklaard. Men kan er van denken, wat men wü. Er ligt zelfs in deze lofspraak iets dub belzinnigs. Wordt door zulke woorden niet onwille keurig het vermoeden opgewekt dat Amstels burgervader niet onpartijdig handelt, maar zich heeft voor gesteld zijne burgemeesterlijke macht te gebruiken om voor het levensbestaan der gemeente, die gij DE kerk noemt, een kampioen te zijn?

Is dat nu art 36 der belijdenis getrouw blijven?

Of hebt gij met «kampioen van het levensbestaan der kerk», willen zeggen, dat onze' hooggeachte burgemeester de hand houdt aan den H. Kerkendienst?

Uitroeit alle afgoderij en valschen godsdienst; het rijk van den anti christ te gronde werpt, en het Ko ninkrijk van Jezus bevordert ?

Hebt gij bedoeld te zeggen, dat Amstels burger vader het Woord Gods alom doet prediken opdat God door een iegelijk geëerd en gediend worde, gelijk Hij in Zijn Woord gebiedt?

-Maar dat kunt gij niet bedoeld hebben I Dat zou een leugen zijn I Of zoudt gij wenschen, dat wij op 't oogenblik een burgemeester hadden, die werkelijk zijn ambt waarnam, zooals art. 36 zegt?

Zoudt gij 't aandurven al de Roomsche kerken en gestichten af te breken of verbeurd te verklaren en de gruwelijke afgoderij der misse te verbieden en hen, die op deze zonde betrapt werden, aan den lijve te straffen? Zoudt gij al de conveniiculen der Afgescheidenen der Doleerenden en andere onruststokers bij plakkaat der Overheid verboden willen zien ? Zoudt gij 't goed en overeenkomstig Gods Woord achten, alle politie agenten, alle lieden van de straatreiniging enz, die geene leden waren of wilden worden van de kerk, voor wier levensbestaan gij in Amstels burgervader een kampioen begroet ontslagen werden, omdat zij aan de ware religie weerspannig waren?

Gij houdt u immers aan art 36 der belijdenis?

Maar uw hart zou er tegen opkomen! De schim uws vaders zou u dreigend in den weg treden! Dat beroep op art. }6, dat gebruiken van art 36 als een schild tegen Scheiding en Doleantie dan ook is een fictie en niets meer.

Laat de kerk, waartoe Ds Brummelkamp behoort de andere artikelen der belijdenis oprechtelijk belijden en zij 't ook maar gebrekkig, zoeken te handhaven, dan kunnen wij over art 36 waardiglijk en kalm spre ken Maar zoolang art 36 wordt gebruikt als een vlag, om de lading te dekken van een liberaal kerksysteem dat tot inhoud heeft, leervrijheid in de kerk en quasi scheiding van Kerk en Staat zullen wij afgedachtvan alle personaliteiten, of persoonlijke hoogachting en waardeering tegen zulk eene valschheid blijven ge tuig-en omdat we dit systeem voor een leugen houden, noodlottig voor Kerk en Staat beide.

Dit is niet malsch Niet op elk punt zouden we het onderteekenen. Maar verdiend is het zeer zeker. En slechts één ding kan tot verontschuldiging strekken Deze Ds. Brummelkamp is een renegaat, en renegaten waren onder alle hemelstreken steeds het ongenees lijkst In hen werkt passie. De passie der conscientie om hun renegaatschap goed te maken. En deswege kunnen ze nooit kalm zijn, anders dan in schijn Toch zouden wij op Ds. Brummelkamp nog een andere critiek hebben.

Bijaldien naar luid van Art. 36 de burgemeester van Amsterdam, volgens het zeggen van Ds.

Brummelkamp, hier als magistraat had moeten optreden, had hij dan niet juist de afgezette kerkeraadsleden tegen de Synode moeten helpen ?

In die Synode zaten schriklijke ketters en loochenaars van den Heere. Het liep over de toelating van loochenaars des Heeren tot den Verbondsdisch.

Eilieve, hoe kon het dan ooit naar luid van Art. 36 zijn, dat de burgemeester van Amsterdam mannen als Dr. Launllard, Berlage c. s. handhaafde, en in stilte ageerde tegen Üs.

Van Son c. sï De kampioen der „Evangelische Gezangen", Ds. Schouten te Utrecht, heeft zijn hart weer eens lucht gegeven in een predicatie, getiteld •i> Het nieuwe lied der gezaligden."

Dit stuk, evenals alles wat uit zijn pen vloeit, waardeeren we ten hoogste, zoolang hij niet hartstochtelijk wordt. En dit wierd de geachte schrijver ditmaal niet Hij bleef teeder en ernstig, gelijk blijkt uit dezen toon: «Maar daar bestaat nog eene andere wijze van alkeuren, dan die met woorden geschiedt Daar be staat ook een afkeuren door %wijgen ook zelfs waar hart én mond 't toestemmen en erkennen dat, wat anderen, doen een goed een heilig, een Godverheer lijkend werk is. Zoo is 't nu, ol duizendmaal droe vig en jammer, met ontelbaren ook in onze vader landsche kerk gesteld. Zij keuren 't goed, ze vinden 't heerlijk, wat de kerk daarboven doet zooals wij dat te dezer ure gehoord hebben, — ze erkennen 't: Ja, dat Lam, dat geslacht is, is waardig dien lof te ont vangen 1 Maar toch zwijgen zij, als hierbeneden door anderen met dien lof zingende wordt ingestemd I En evenwel bidden zij: »Uw wil geschiede, gelijk in den hemel, alzoo ook op aarde." Maar ofschoon die wil des hemelschen Vaders ook deze is, dat «allen den Zoon zullen eeren, gelijk zij den Vader eeren, " zoo zwijgen ze nochtans in de vergaderingen der ge meente, wanneer die Zoon verheerlijkt wordt met woorden, als in den hemel worden gebezigd. Dat hemelsch voorbeeld volgen zij niet na. Zij houden zich, om zoo te spreken, alleen aan 't scheppingslied ; aan 'tgeen vóór de komst van den Heere Chris lus in 't vleesch, in profetische en in zinnebeeldige taal van Hem gezongen is En in dat hun doen wor den zij, helaas I niet weinig versterkt, niet slechts door hen die onze kerk, 'tzij vroeger, of in onze dagen, bij duizenden verlaten hebben, maar ook door dezulken in onze kerk. van wie men met grond, ook krach tens hun ambt en hunne roeping, '/ tegendeel zou mogen verwachten Wij betreuren zulks, hebben 't steeds betreurd, en zullen 't blijven betreuren tot onzen jongsten snik met ons geheele hart, dat 't alzoo onder ons gesteld is. ja, 't is voor onze ziel eene voortdurende droefenis. Wij weten 't alles wel, wat er door dezulken voor hunne wijze van doen, of liever nalaten, wordt aangevoerd. Maar zullen zij hunne gronden ook kunnen aanvoeren tegenover die geza ligden. die 't lied des Lams zingen, en wier woorden zij weigeren op de lippen te nemen, of op de lippen te leggen van de gemeente ? ZuUen zij hunne gron den ook kunnen aanvoeren tegenover dat Lam Gods zelf? o! Wij vinden 't eene verschrikkelijke zaak dat 't «nieuwe lied", 't lied des Lams dat geslacht is, in onze vaderlandsche kerk verstomd is en in zoovele gemeenten hoe langer hoe meer gedoemd wordt om te verstommen bij duizenden en dyiz^den, en dat men zich tevreden stelt, en laat gtellen met 't zingen van niets anders dan wat ook in de synagoge waar de Heere Jezus verworpen en gevloekt wordt gezongen, wordt, gezongen wordt zonder de minste terughouding, omdat in de Messiaansche Psalmen geene uitdrukking zelfs wordt gevonden die den Jood tot eene ergernis is."

Hieruit bespeurt men, hoe na deze zaak den heer Schouten aan het harte ligt; en men merkt ook waar het verschilpunt schuilt.

Het schort aan twee stukken onzer Belijdenis: i". het te sterk uiteenhalen van het Evangelie des Ouden en des Nieuwen Verbonds en 2". aan een te zwakke opvatting van de ingeving der Heilige Schrift.

Eerst als men het daarover eens was, zou een discussie met dezen Hymno maan baten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 29 december 1889

De Heraut | 4 Pagina's

Uit de Pers.

Bekijk de hele uitgave van zondag 29 december 1889

De Heraut | 4 Pagina's