GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Uit de Pers.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de Pers.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Met een verontwaardiging, die u meesleept, teekent de Zuid-Boll. Kerkbode ons het onheilig spel, dat gelijk in tal van Synodale kerken, zoo ook te 's-Gravenhage bij de dusgenaamde «bevestiging der nieuwe (? ) lidmaten" vertoond is.

De Bode zegt er van:

Wat dan toch de gruwel is ?

Ach, of aller oogen er voor geopend waren! Het groote kerkgebouw nabij het Stadhuis te 's-Gravenhage bevat Zondagavond 30 Maart eene menigte van menschen. Recht tegenover den kansel zijn in lange rijen jongelingen en jongedochters gezeten. Ernstig klinkt het woord van den prediker, naar wien aller oog en aller oor is gericht.

Deze jongelingen en jongedochters zullen straks openlijk belijdenis doen, en daarna als lidmaten recht hebben, om tot het heilig Avondmaal te gaan. Moéten wij hier een gruwel zoeken ?

Wat wordt hier dan gehoord en gedaan? 't Is immers alles even heilig en goed.

Gij hoort hier spreken van de heiligste oogenblihken des Ifvens. Hoe ernstig vermaant de prediker als in de tegenwoordigheid des Heeren, die een Kenner der harten en een Oordeeler der gedachten is, dat er toch geen onoprechtheid in de harten der jeugdige belijders zal zijn; dat zij toch niet ien plaatsje in hun binnenste voor de wereld zullen openhouden; dat zij met Chris tus tegin de wereld en de zonde moeten kiezen. Is hier ttn gruwel?

Maar let er dan op, hoe het lijden en sterven van den Heere Christus aan deze jongelieden wordt voorgehouden', om hunne gedachten alleen op dien Christus te, vestigen, opdat zij zichzelven vergeten en in liefde tot den Zaligmaker ontstoken, Hem met levendig harte nu voor de menschen mogen belijden.

Is hier tw. gruwel ?

Hier wordt de toegang tot het heilig Avondmaal ontsloten, hier wordt het Verbond Gods door bond genooten aanvaard, door hen, die immers door den heiligen Doop daartoe verplicht en geroepen waren. En die nu in hun belijden immers aan hun Doop bev antwoorden.

Miar waar is de gruwel dan ?

De gruwel is in de handen en op de lifpen van dien t prediker.

Hoort, hij roept de jeugdige lidmaten tot belijdenis op; hij zal hun de vragen der belijdenis voorstellen. Nu komt de gruwel.

Nu komt de gruwel.

In dit heiligste oogenblik ! a Vin dit Tieiligstf oogenblik.

De beantwoording dezer vragen moet dienen om t toegang te geven tot het heilig Avondmaal. En zal v daarbij een gruwel worden bedreven? Maar een godvreezend leeraar zal dat toch niet doen?

Wij weten niet, wie daar op den kansel staat; nu wij dit schrijven is daarvan nog niets bekend, maar al ware die leeraar een engel uit den hemel, hij moet dien gruwel verrichten, of hij moet van dien kansel af. In het heiligste oogenblik!

Hoort; daar komen de vragen. Wij zullen van den inhoud der eerste vragen heden niets zeggen. Wij ontblooten het hoofd, zoo naar de belijdenis van den Naam des Vaders en des Zoons en des Heiligen Geestes gevraagd wordt, en zoo de belofte van getrouwheid aan den eeuwigen Heiland en Zaligmaker wordt afgelegd.

Waar is nu de gruwel? o, In den staart is het vergif! Niemand merkt het. Allen denken slechts aan den Vader, den Zoon en den Heiligen Geest; aaa den Heiland en zijn kruis. De prediker weet wel, wat er volgen moet, maar hij denkt er bijna niet aan. Eén duw op zijn geweten en hij is er overheen. Eén duw!

't Is gebeurd De vragen zijn gedaan en beantwoord. Niemand heeft het gemerkt.

Daar zingt de schare Godes lof. Daar klimt de ernst van het woord des predikers. Daar wordt het vurigste gebed uitgestort. Ziet de tranen vloeien. In menig jeugdig hart is een stille bede tot den Heere. Die avond is onvergetelijk.

En er kan ook veel goeds in zijn. Verderf dat niet! Maar die gruwel roept intusschen naar den Heere, die tusschen de cherubim woont ?

Welke gruwel?

Deze, dat de prediker, bijna «onder dat iemand het merkte, al die jeugdige lidmaten geh»orzaamheid heef laten betoven aan de goddelooze reglementen, die Gods heilig Woord in strijd zijn.

Hij mag ze anders niet bevestigen. Hij vtag ze anders niet tot het heilig Avondmaal toelaten. Hij mag ander.s niet op dien kansel staan. Hij moet in deze heiligste oogeublikken, als zij den Heere zullen belijden om tot het Avondmaal te komen, hun dezen strik dis Satans om den hals werpen. Zij moeten die gehoorzaamheid beloven. Zonder dat zij het weten of bemerken.

Maar hij weet het wel! Eén duw op zijn geweten, «n de strik zit er om. Zij hebben het beloofd!

In dit heiligste oogenblik.

Met den Naam van den drtöa«igen God en den Zaligmaker op de lippen.

Om te komen tot het heilig Avondmaal. 't Is een grttwel. 't Is afschuwelijk.

De harten zijn nog lang vervuld met wat dien avond werd gehoord.

Maar de Satansstrik ligt weer om zooveel zielen heen. Zij hebben nu ook mede die reglementen goed kiurd.

Christus is verloochend, terwijl Hij beleden werd Het Avondmaal is ontheiligd door huldiging der goddelooze reglementen in de ure der belijdenis. De Kerk is in de banden der goddeloosheid vaster gebonden.

Gods toorn is over de Gemeente bij vernieuwing verwekt.

Lezer! kunt gij voor dien gruwel nog iemand waarschuwen ? o, Doe het I En mocht de Heere geven, dat er eens een leeraar op_ dien kansel den gruwel openlijk uit het midden weg wierp

Om der zielen wille. Om der Gemeente wille. Om des Heeren wille. Dat zou een ure van belijdenis zijn met de daad. En de Heere zou de vrucht geven voor zijne Kerk te 's-Gravenhage.

Dit is kras, maar niet te kras gezegd. Irnmers zoo ooit, dan is het de laatste jaren in zake de Doleantie gebleken, hoe de machthebbenden er u niets om maken, of ge al uw belofte van trouw aan God Drieëenig schendt, zoo ge maar voor dit ééne zorgt, dat ge niet raakt aan het heilig huisje der reglementen.

De Reglementen der Synodale Organisatie zijn zoo listig gesteld.

Dit zou door honderdeti voorbeelden aan te toonen zijn. Oyeral is in deze reglementen zooveel mogelijk de vrome schijn bewaard, en datgene, waarom het eigenlijk te doen is, wordt in de meest bedekte bewoor dingen en zao min mogelijk in het oog loopend daarin gezet. Die list nu werpt ook bij de «bevestiging» door de handen ook van den rechtzinnigsten leeraar den Syno dalen strop om den hals der jeugdige lidmaten. Bijna zou niemand het bemerken; zelfs de prediker niet indien hij het niet te goed wist, welk plankje hij hier over moet.

Zie toch, hoe die vragen bij de bevestiging gesteld zijn. Daar wordt breed in gesproken van 'yhet volgen van den Heiland in voorspoed en tegenspoed, gelijk zijne getrouwe belijders betaamt." Dit moet ieders a dacht wekken; dit doet ieder goed.

Maar onder dezen indruk ontgaat het bijna aan allen, dat de leeraar verder van de lidmaten vraagt, of zij beloven «OpyoLGiNG DER VEROEDBNINGEN".

En nu.

Om die OPVOLGING DEB VEBOBDENINGEN is het eigenlijk te doen.

Dat is de pil.

Het andere is slechts verguldsel.

Immers.

Wanneer de lidmaten den Heiland niet volgen, gelijk aan zijn getrouwe beli ders betaamt, dan mag die leeraar geen tucht over hen uhoefenen, zoo zij slechts de VERORDENINGEN OPVOLGEN. En zoo die lidmaten straks den Heiland vièl volgen in voorspoed en tegenspoed, gelijk aan (zijn getrouwe belijders betaamt, maar zij overtreden hiervoor de VERORDENINGEN, dan moet diezelfde leeraar hen uitwerpen.

Het is dan ook bij de geheete «bevestiging" gelijk de valsche «Synode" die instelde, alleen te doen om dien strop der VERORDENINGEN. Al het andere is slechts franje. *

Wij weten wel, dat het een godvreezend leeraar otn wat anders te doen is, maar hij kan niet anders. Hij mag slechts den strop werpen.

o. Wierp hij de VEROEDBNINGEN er uit en stelde er GODS WOORD voor in de plaats I Dan werd hij afgezet door de reglementen. Maar niet door den Heere. Dan eerst was hij een Dienaar van Christus. Heere I ontferm U over uw arme kerk!

Listig zijn ze. Slechts lette men er wel-op, dat we hierbij slechts bijwijze van uitzondering denken aan opzettelijke sluwheid van wie ze schreven. Neen, de list en de sluwheid zat bij hem die ze ingaf. En wie deze Christus-onteerende reglementen ingaf?

Ge weet het wel.

Wie anders dan de vijand van Christus, wiens werken hij verbreken kwam. Die wederpartijder werkt en woelt nog.

n KUYPER.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 20 april 1890

De Heraut | 4 Pagina's

Uit de Pers.

Bekijk de hele uitgave van zondag 20 april 1890

De Heraut | 4 Pagina's