Zending

»D8 arbeid der i\ed. Gereformeerde Kerken in verband met de Zending', iu Nederland."

II.

Na deze vermelding van wat de gezamenlijke kerken reeds deden, zegt Dr. W. hoe ook in enkele afzonderlijke kerken het besef der roeping opleefde. Een kerk richtte een kerkelijke Zendingsvereeniging op, en verzamelde in een jaar meer dan ƒ 250, die den deputaten werden ter hand gesteld. Genabuurde kerken volgden. In verschillende kerkelijke organen werd tot Zendingsarbeid opgewekt. De Kerkelijke Zending komt aan de orde. De doodslaap" der kerken wijkt. Er komt ontwaking. Ook dit congres roept wakker. Wijze het ook den ontwaakten hun taak.

Wat nu moet vraagt Dr. W. de Zendingsarbeid der Ned. Geref. kerken hier te lande zijn?

Vragen we naar de arbeiders, dan zijn dit de kerken. Der kerke is het Zendingsbevel:

Gaat heen, stempel alle volkeren tot fnijne discipelen door die volkeren te doopett in den Eénen Naam des Vaders en des Zoons en des Heiligen Geest es en hen te leeren onderhouden, hetgeen Ik u geboden heb. Immers harer is bij dezen alle eeuwen-en volkeren omvattende taak de belofte : Ziet, Ik ben met ulieden al de dagen tot de voleinding der wereld.

De kerk als eenheid gedacht is de arbeidster.

Elke kerk heeft zich bewust te worden, geroepen te zijn om tot de Zending onder de Heidenen meê te werken. Haar Koning roept, haar levenswet dringt er haar toe.

De kerk heeft een levenswet, niet slechts om zelf uit te groeien, steeds breeder en krachtiger, maar ook om in den ambtsdrager er op uit te gaan om zich zelf elders te planten, zich te herhalen, filiaal-kerken te formeeren, zij het ook in vele variatiën van vorm naar gelang van dampkring en bodem. In dien ambtsdrager komt dus de kerk zelf. En in die kerk de Christus. Door Zijn kerk plant Christus Zijn kerken alom! De plaatselijke kerk kan hier dan alleen zelfstandig optreden als er geen kerkverband is. Waar de kerk welwezen heeft door een zuiver kerkverband, treden de gezamenlijke kerken op.

De zendeling bekleedt niet een bijzonder ambt als de ouderling en diaken voor de plaatselijke kerk alleen; maar als de bedienaar des Woords een algemeen ambt, dat voor het leven, wordt opgelegd, den ganschen persoon vraagt en van kracht is ook overal buiten de grenzen der plaatselijke kerk.

Daarom zende een plaatselijke kerk niet met verzaking van het kerkverband, waaronder ze leeft, op zich zelf; maar zij hier samenwerking der kerk in synodaal verband. Wel kan de Synode aan een bepaalde classis den Zendingsarbeid opdragen, doch deze geschiedt in samenwerking met de gansche kerkgemeenschap. Vraagt ge nu nader: hoe heeft iedere plaatselijke kerk en hoe de gemeenschap der kerken als arbeider op te treden, dan raadt Dr. W. dit:

a. Voor wat de plaatselijke kerk aangaat:

De kerkeraad benoeme uit zijn midden ieder jaar twee of meer gedeputeerden voor de Zending onder de Heidenen en Mahomedanen. Deze gedeputeerden roepen de gemeente samen, stellen haar haar roeping voor, en laten haar drie of meer broeders uit de gemeene Christenen aanwijzen om, onder leiding van de gedeputeerden uit den kerkeraad, den Zendingsarbeid der plaatselijke kerk aan te wakkeren, levendig te houden en te leiden. Legt men toch deze taak op den kerkeraad alleen, dan wordt die overladen. De knop, waaraan ge te veel ophangt, breekt af en alles stort neer. Sluit ge den kerkeraad uit, dan verwaarloost ge de bijzondere ambten. Vooral de dienaar des Woords en de diaken hebben het ambt aller geloovigen hier op te wekken, te doen werken en te bestieren. Den diaken noem ik hier boven den ouderling, omdat de Zending wel allereerst een opkomen voor de Eere Gods en een leggen van Zijn eisch op het schepsel, maar toch ook een arbeid der barmhartigheid is, en »voorstander met naarstigheid" ook dezer vreemdelingen en ellendigen te zijn, onmiskenbaar contact heeft met den diakonalen arbeid. Opmerkelijk is het, hoe uit den kring der eerste zeven diakenen hoewel niet als zoodanig, toch door nieuwe Zending de evangelist of zendeling Philippus voortkwam, die te Samaria de kerk plantte en daarna den woesten weg uitgezonden werd, om toe te brengen den eersteling uit Moorenland.

Uit den kerkeraad werke, daartoe gedeputeerd, de bedienaar des Woords, die alom en altijd de leiding heeft, en de diaken samen met de, krachtens het ambt der geloovigen, tot den arbeid des getuigens en des onlfermens geroepene gemeente.

Ook de Synode benoeme gedeputeerden tot de Zending, en vindt ze bekwame en ervaren mannen, ze continueere hen geduriglijk. Hunner zij de taak om wat de aangewezen classes, verrichten om de contributiën der kerken te verzamelen, enz. te steunen, en allen arbeid der eigenlijke Zending te regelen. Ook de classes hebben hun gedeputeerden voor de Zending, doch zooveel mogelijk werke altijd de classis plenair tot al den arbeid mede.

Vijfderlei arbeid wordt onderscheiden :

1. omtrent God; 2. omtrent de zendelingen; 3. omtrent de dochter-kerken; 3. omtrent het Europeesche element in Indië en 5. omtrent het Nederlandsche volk.

Met den eersten arbeid is bedoeld de oefeningen van het gemeentelijk gebed.

Het gemeentelijk en classicaal gebed voor de zendeling geschiede voortdurend. Het gebed worde weer een hoofddoel van onze ambtelijke vergaderingen om met gezamenlijk gebed in de bresse te staan voor Gods kerken, met al hun nooden en al hun arbeid.

Ook moeten de gemeenten op gezette tijden, door deputaten des kerkeraads samen geroepen worden tot Zendings-vergaderingen met drievoudig doel:

a. Kennis te verkrijgen uit Gods Woord en de historie der Zending;

h. mededeelingen te ontvangen van den door de kerken verrichten arbeid; haar strijd, lijden, vrucht;

vrucht; e. in smeekingen de gezondenen en hun nooden te gedenken.

Ook de classes hebben uit te schrijven Zen-

dingsdagen met hetzelfde doel, op breede schaal tevens tot collecteeringen.

Zendings/eesUfi zijn een wanklank bij al den nood die er schreit en al de schuld, die opgestapeld wordt. Zendingsdagen echter in den trant der Chr. Geref. werken zeer gunstig.

Van de Synoden ga ook uit het houden van zending-conferenties en zending-congressen, zij het eenmaal waarlijk nationaal, en mochten nog onze oogen zien een internationaal congres van de zending in 't gemeen aller Gereformeerde kerken.

(S/oi volgt)

HOOGENBrRK.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen