GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

uit de pers.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

uit de pers.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

De heer Roorda van Eysinga heeft in zijn Blijde Boodschap een critiek op ons Hooger onderwijs ingelascht, die niet van belang ontbloot is.

Hij schrijft daar toch op blz 57 v.v. in de 2e afl. dit:

Over de voor en nadeelen onzer tegenwoordige beschaving kunnen wij hier niet uitweiden. Maar de schromelijke eenzijdigheid van ons hooger onderwijs, dat tegenwoordig de beschaving beheerscht, moeten wij met een enkelen trek kenschetsen. Die eenzijdigheid bestaat in zoodanige overdrijving der verstands oefening en in zoo verregaande miskenning van de zedelijkheid dat er een wetenschappelijke methode ontstaan is difi tot de grootst mogelijke onmenschelijkheid voert. En door de verstomping van het menschelijk gevoel is ook het verstand zoo verduisterd dat er geen waarheid meer in door kan dringen.

Het is de eeuw der vivisectie. Alle universiteiten zijn werkplaatsen der vivisectie-Alle gruwelen der geschiedenis verbleken bij dit monsterachtig bedrijf. Vivisectoren zijn een ras, aan welks bestaan onze nakomelingen niet zullen kunnen gelooven, en de folteringen der onschuldige dieren zijn de ware martelingen der hel. De faculteit der geneeskunde, die de moloch-priesters voor dit gebruik levert, is omringd door de faculteiten der godsdienstwetenschap, der rechtsgeleerdheid, der wijsbegeerte en letteren. De goe gemeente waant dat die faculteiten de leeraars zijn van de godsdienst, het recht, de waarheid, de menschelijkheid; maar zij zijn de lijfwachten der vivisectie en geven de menigte zulke begrippen van God en zedelijkheid dat zij hun die gruwelijken als nuttig en geoorloofd leeren beschouwen. Zij hebben de christelijke kerk zoo gevormd dat zij dit gebruik goedkeurt, de wetgeving zoo inge richt dat er voor de onnoozele dieren tegen de Academische beulen geen bescherming is; de jeugd door het onderwijs zoo gevormd dat de opwellingen van het medelijden in de kiem worden gesmoord. Het

cademisch onderwijs is een stelsel dat het geheele olksleven omvat en overal de stem der zuivere natuur ndervangt en tot zwijgen brengt. Zoo ziet het volk met tompzinnige onverschilligheid aag dat aan de Univeriteiten de menschelijkheid wordt vermoord maar aar de Universiteiten wetenschappelijke lichamen zijn. s het een logisch standvastig, dagelijksch moorden; n de laatste toevlucht der verkrachte menschelijkheid, et geweten, wordt hier weggeredeneerd.

Ik heb alles verzameld wat ik vinde kon om het harde woord van Jezus over het Farizeïsme te verklaren: »Als het zout smakeloos wordt, waarmee zal men zouten ? het dient nergens meer toe dan om buiten geworpen en van de menschen vertreden te worden; '' maar vergeleken bij de vivisectie is het als een droppel aan den emmer. De Farizeeërs waren Overdreven gesteld op het reinigen van schotels en drinkbekers, en dit verdroot Jezus eenmaal zoo dat hij zeidé: »Laat hen varen; het zijn blinde leidslieden der blinden; ' maar wat zou hij dan wel zeggen van onze hoogleeraren, die, met verloochening van God en zijne geboden, van een valschelijk genaamde weten schap eene aanstelling aannemen als priesters, pleit bezorgers en handlangers der vivisectie ? Een weten schap die op de uitroeiing van het geweten gericht is en daar de jongelingschap in opvoedt, heeft haar eigen oordeel gesproken; en haar innerlijk verderf, dat zich zoo schaamteloos openbaart, toont ons een ontbindings proces, een voortgaande sloping. die met zekerheid haar ondergang aankondigt. Zulk een orde van zaken kan niet duren De waarheid die aan onze Universi teiten bewaard en beoefend wordt raag geen schade lijden; maar de verstandsdienst, die de godsdienst heeft vervangen en op de uitroeiing van het geweten is gericht, is de misdadiger bij uitnemendheid aan 'wien dit heilig priesterschap niet kan worden toevertrouwd. De Joden meenden, toen hun tempel werd vernield, dat het einde der wereld nabij was En met een soort gelijk bijgeloof beschouwen onze geleerden en onge leerden de Universiteiten. Toch was de verwoesting van den tempel een voorwaarde voor de ontwikkeling van het Christendom. En zoo zal het de geboorte van een beter tijd aankondigen, wanneer bij het volk het geweten ontwaakt en de hoogleeraren, die wanen aan de eerste menschelijke en goddelijke wetten ontgroeid te zijn door een uitbarsting van de algemeene ver ontwaardiging worden verpletterd.

Doch waartoe die uitweiding? zal men wellicht vragen. Omdat het onderwijs van Jezus bestaat in een beroep op de zuivere menschelijkheid; en dit voorbeeld ons leert dat wij door onze schoolsché en kerkelijke opvoeding nog meer onvatbaar zijn geworden om de stem der menschelijkheid te verstaan dan de Joden van Jezus dagen. Zij waren verstrikt in overleveringen en instellingen waaruit zij zich ook met de hulp van Jezus niet vrij konden maken; en dit te begrijpen vordert een wijsgeerige beoefening hunner geschiedenis, die aan de overgroote meerderheid der christenen vreemd is. maar die eerst recht vruchtbaar wordt, wanneer wij trachten door de wijsbegeerte der latere geschiedenis den tijdgeest, waaronder onze levens en wereldbeschouwing zich heeft gevormd, te begrijpen. Een natuuronderzoeker die Zuid-Amerika had bereisd schildert ons den droevigen aanblik van de onbeheerde wouden die daar zijn oog ontmoette. De boomen waren door lianen en andere kUmplanten zoo omstrengeld, omkneld, verwurgd, uitgemergeld dat zij daar stonden als toonbeelden van kwijning. En die aanblik was te treuriger door het contrast dat die armelijke vegetatie vormde met den rijken, weelderigen wasdom, waartoe die booTien. van nature zoo grootsch en majestueus bestemd waren Die door parasieten verarmde wouden zijn het ware beeld van ons volksleven en die parasieten zijn onze academische methoden.

Het heeft ook in onze dagen niet ontbroken aan voortreffelijke volksleeraars; maar hoe zwaar, hoe hachelijk hebben zij geworsteld om hun medeburgers de eerste beginselen van recht en menschelijkheid in te prenten! Die moeilijke en vaak vruchtelooze po gingen deden een deelnemend toeschouwer denken aan een toonkunstenaar, die gewoon was in zijn huis op een klavecimbaal van volle zeven octaven, volkomen zuiver gestemd, zijne toonstukkcn uit te voeren. Maar als hij onder de menschen kwam vond hij slechts instrumenten van zes of vijf octaven met valsche snaren en doode toetsen, rammelende, jankende instrumenten. Verbeeld u dien tooukunstenaar genoodzaakt op zulk een speeltuig zijn muzikale ide.eën uit te voeren of ook maar te luisteren naar de muziek, die de liefhebbers met gemoedelijk zelfbehagen aan hun hakbord ont lokken. Dan zult gij voelen d; it die toonkunstenaar en die liefhebbers niet overeenkomen. Maar aan het tegenwoordig geslacht, dat de vivisectie als een na tuuriijke zaak beschouwt, menschelijkheid te prediken zal een nutteloos werk blijven, zoolang dit geslacht niet leert begrijpen dat hun geestelijk organisme op zulk een hakbord gelijkt.

De menschelijkheid is onze geheele bestemming. Haar ~te leeren kennen en in praktijk brengen vordert een bevrijdingsoorlog niet minder zwaar dan die van Jezus tijdgenooten gevergd werd

Het ongeluk van dit veel lezend en veel leerend geslacht is dat zij zijn als menschen die geregeld eten zonder ooit honger te hebben. Zij voelen niet dat hen het woord van Jezus geldt: »Wee u die verzadigd zijt, de hoeren en de tollenaren gaan u voor." Daarom zeide hij: «Zalig die hongeren en dorsten naar gerechtigheid; want zij zullen verzadigd worden". — Gerechtigheid en waarheid zijn tweelingszusters. En eerst als de hartstocht der waarheid bij ons ontwaakt zal zijn, zal het ware christendom herleven. Dat ware christendom i), dat weer beginnen moet met de menschelijkheid uit de banden der routine te bevrijden, den honger naar gerechtigheid den hartstocht der waarheid te wekken. Want de waarheidszin in het menschelijk hart moet ontwaakt zijn om nu, even als voor twintig eeuwen, het woord van Jezus te verstaan: Wie uit de waarheid is, hoort mijne stem.

Prachtige taal, stijl die boeit, gedachten die u aangrijpen en een critiek die tot in het leven insnijdt!

En al weten we dan ook, dat de heer Roorda van Eysinga bij zijn critiek op ons Hooger onderwijs van geheel andere onderstellingen uitgaat dan wij, toch loont het de moeite om van zijne bedenkingen kennis te nemen. En dat te meer, daar hij blijkens het stuk van zijn hand dat men onder de ingezondene vindt, opneming van deze zinsnee wenschte.

En wat nu zijne opmerking betreft, dat toch Ds. Huet blijkens zijn adhaesie aan bo' venvermelde woorden de Rijksuniversiteiten niet zou steunen, daarop veroorloven we ons dit te antwoorden.

Er moet Hooger onderwijs zijn. Nu kan men Hooger onderwijs in een bepaalden vorm steunen door zijn sympathie, door zijn geld, door zijn zonen; en men kan het bestrijden door zijn antipathie, door het zijn zonen te onthouden en door een ander Hooger onderwijs er tegenover te stellen.

Deswege achten wij, en blijven we meenen, dat het Rijks Hooger onderwijs steunt al wie c. q. van dit onderwijs gebruikt maakt en verzuimt de opkomst van een ander Hooger onderwijs te bevorderen of ter hand te nemen.

i) Zie ook J«s. 59:21.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 16 november 1890

De Heraut | 4 Pagina's

uit de pers.

Bekijk de hele uitgave van zondag 16 november 1890

De Heraut | 4 Pagina's