Ingezonden Stukken.

Buiten verantwoordelijkheid van de Redactie)

Hooggeachte Redacteur !

Om mogelijk misverstand te voorkomen, inzonderheid bij lezers van »de Heraut, " die mijn artikelenreeks in »de Bazuin" niet volgen, zij mij een enkele opmericing vergund.

Zij betreft een uitdrukking in uwe conclusie, uit wat daarin genoemd is mijne »voorloopige cortclussie" getrokken in »de Heraut" van ic Febr. jl.

Dat ze bepaald noodzakelijk is, wil ik niet zeggen. Inhoud en strekking toch van mijne »voorloopige conclusie" maken het, dunkt mij, duidelijk in welken meer beperkten zin er in dit verband alleen sprake zou kunnen zijn van ^•'cen ande standpunt der Chr. Geref. kerk" en ook slechts door u bedoeld kan zijn.

Naar de letter komt dit evenwel niet duidelijk uit.

Daarom stel ik er prijs op om er aan te herinneren, dat_ er in dezen geen sprake is van het confessioneele standpunt der Chr. Geref. kerk en ook zelfs niet van haar kerkrechtelijk standpunt in het algemeen. Het geldt in dezen sleehts het Reglement van iS6g en dat alleen.

Ik heb dan ook ter dezer zake niet gesproken van seen ander standpunt, " maar alleen van afwijking of «overtuiging in min goede richting."

Verschil toch over de confessioneele tn kerkrechtelijke beginselen zelve eener waarlijk Gereformeerde kerkregeering is er tusschen de gemeenten niet.

De aloude Formulieren van Eenigheid naar de Heilige Schrift, zijn den band harer eenheid en dienovereenkomstig, leven zij en wenschen zij te leven, naar de Gereformeerde erkenorde van 1618—'19, gelijk die ook als zoodanig in haar midden geldt.

Tegen confessie of kerkenorde in te gaan, enscht geen harer.

Alleen gaat het over de vraag of het Reglement van 1869 daartegen ingaat of niet. Sommigen meenen van ja, anderen kunnen dat niet inzien.

Het is dus in dezen geen principieel verschil, of verschil van standpunt. Ik twijfel dan ook niet, of men zal dit reglement algemeen en van heeler harte laten varen, zoodra men overtuigd is, dat er werkelijk in ligt wat er door u of zelfs maar door mij ingezien wordt, zoodra men overtuigd is, dat het niet past in een Presb. kerkregeering, noch uit een formeel noch uit een materieel oogpunt.

Ik noem het daarom een verschil van inzicht, wijl allen het Geref. standpunt naar Confessie en Kerkenorde wenschen te handhaven. Alleen kunnen niet allen onder ons inzien, hetzij dan terecht of te onrecht, dat dit Reglement met dat standpunt in strijd is.

Dit is onder ons de stand der kwestie en met mij stelt gij er zeker prijs op, dat dit zoo helder mogelijk uitkome. In die overtuiging ben ik zoo vrij u met deze letteren lastig te vallen.

Met hoogachting

UE.H.Gel. Dienstw. Dien. en Br.

D. K. WiELENGA.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen