GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Uit de Pers.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de Pers.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Over de Confessioneele Vereeniging, die haar kwijnend leven nog steeds rekt, lazen we in de Zuid-HolL Kerkbode, naar aanleiding van het Verslag^ deze veelszins juiste opmerkingen:

Wij hebben voor ons liggen het verslag van de Evangelisatie der Confessioneele vereeniging over het jaar 1883-90.

Het blijkt dat deze vereeniging evangelisten geplaatst heeft te Bome, de Krim, Laag Keppel, Hillegom en Blokzijl. Het arbeidsveld der vereeniging is dus niet groot. Doch meer verbaasde het ons dat in die evangelisatiën wordt gtdoopt en het K. Avondmaal ttditndl In ééne evangeUsatie ging men om de kinderen te laten doopen naar naburige gemeenten, doch men liet een orthodox predikant komen om het Avondmaal te bedienen. Wij vragen: wie geeft tot dit laatste eene evangelisatie het recht?

Hoe kan eene vereeniging tot Evangelisatie de macht bezitten om de Heilige Sacramenten te doen geienden? Mag dit zoo maar geschieden zonder een kerkeraad? Wie zal bij afwezigheid van Opzieners der gemeente waken dat het verbond met worde ontheiligd ? Hoe treurig dat men blijkens de verslagen niet eens schijnt te ge voelen, hoe men door aldus te handelen, tegen lïet Woord van God ingaat!

Daarbij schijnt men niet in te zien in welk een dub belzinnige positie men komt tegenover den kerkeraad van de afdeeling van het Ned. Herv. kerkgenootschap ter plaatse waar een Evangelist werkzaam is. Stilzwijgend blijft men zulk een Icerkeraad erkennen en toch zet men hem feitelijk op zijde, zonder iets daarvoor in de ijlaats te krijgen.

Dit alles doet men om geen .fir^««n«^in de gemeente te verwekken! Doch dat men aldus handelende, zich juist afscheidt van degenen die zich aan de ware kerk houden, welke kerk zich kenbaar maakt door de ver kondiging van Gods Woord en de bediening der H. sacramenten naar de instelling van Christus, beseft men niet, de Evangelisatiën der Confessioneele vereeniging kunnen daarom nooit het volk des Heeren verzamelen.

In welk eene valsche verhouding komen ook, de predikanten die in zulke Evangelisatiën optreden ter bediening der Sacramenten, tegenover hunne ambtsbroeders die even als zij zeggen dat zij de Ned. Herv. kerk dienen. Op de vergaderingen van Ring en Classe moeten zij ze als rechte leeraars erkennen, en in himne gemeenten komen zij om te verklaren dat hun doop en bediening van het Sacrament van nul en geene waarde is.

Welk eene onkunde leggen daarbij die predikers aan den dag! Zij toonen niet te weten wat het wezen der bondzegelen is en hoe daaruit volgt dat zij alleen in het midden der gimeinte mogen worden uitgedeeld.

Ach dat zij die soms zoozeer uit de hoogte den weg der doleantie veroordeelen zich eens verwaardigden om naar de dingen die tusschen ons en hen in geschil zijn een onderzoek in te stellen. Zij zouden althans aflaten om genezing te zoeken voor de krank heid der kerk door middelen die in Gods Woord .uit drukkelijk veroordeeld zijn.

In hetzelfde blad spreekt de Voorzitter van bovenge noemde Conf Vereeniging Ds Felix zijne verwachting uit »dat de doleerenden ten slotte deels zullen terugkeeren, deels zich zullen verstrooien in klubjes en kerkjes van malcontenten, deels zich zullen oplossen ia het afgescheiden kerkgenootschap. Onderscheidene teekenen beginnen daarop reeds te wijzen.

De doleerenden die — zooals te Amsterdam, Utrecht, enz. — met rechtzinnige en geloovige predikers zijn uitgedaan en óf vrijwillig óf om een accoord dat de conscientiën bindt, zich om die voorgangers blijven scharen, zijn er verreweg het beste aan toe. Waar evenwel — zooals op de meeste Ideinere plaatsen — de ontevredenen, die het reeds vroeger op den duur met hunne getrouwe predikanten door onkunde of bet weterij nooit konden vinden, — daar ziet het er op enkele uitzonderingen na, treurig uit."

Wij moeten of zeer verblind zijn of Ds. Felix bedriegt zich geheel — een derde is niet mogelijk. Want van die teekenen die op terugkeer tot het z g. Herv. Kerkgenootschap zouden wijzen, zien wij hoegenaamd niets. Niets van een zucht om in de Chr. Gereformeerden op te gaan. Niets ook van een beginsel van verstrooid worden in clubjes en kerkjes. Van de onder scheidene teekenen. die daarop wijzen, noemt dan Ds. Felix er niet één. Wij houden het er dan ook voor dat zij in de verbeelding van Ds. ƒ. bestaan, zoolang ze ons niet worden aangewezen.

Dat er in de kerken die tot reformatie kwamen veel te betreuren valt is zeker. Maar dit was er vroeger niet minder, maar over het algemeen werd het helaas niet gezien; men had er geen oog voor dat de breuk van de dochter Zions grooter is dan de zee. Maar door het licht dat de reformatie ontstak worden de •zonden openbaar. Het gaat met het leven der Kerk gelijk met dat der geloovigen. Juist door het licht dat de Heere door Zijne genade ontsteekt, wordt de geredde zondaar telkens opnieuw weer ellendig. Alzoo ook in de kerk.

Ds. Felix, kon lid van een kerkeraad zijn, waarin moderne jongelieden tot 's Heeren Avondmaal worden toegelaten, zonder dat dit hem daartegen in het openbaar doet ijveren. Doch wanneer dezelfde leeraar bij hen die naar Gods getuigenis zoeken te handelen, Doopersche elementen ziet, dan is het alsof dit zoo sterk wil worden, dat het begonnen werk weder zal worden verwoest en de malcontenten geheel de overhand zullen krijgen.

Er was een tijd in de geschiedenis onzer kerken, in de eerste jaren der reformatie, dat de Doopers bijna de overhand hadden. Er waren onder de Doopers zelfs vele godzaligen, die hunne belijdenis door den marteldood bezegelden. En toch heeft de Heere het scheepke zijner Kerk niet in de Doopersche wateren doen verzinken. De Heere regeert I En al beschuldigt nu Ds. Felix zijn broeders die met het genootschap hebben gebrokken, dat zij onwillekeurig het geloof in een dotn veranderen, en dat zij daarom zoo hard schreeuwen tegen antinomianerij, wij weten dat er in onze kerken ijverig tegen gewaarschuwd wordt Om niet met de herstelling van den uitwendigen vorm der kerk tevreden te zijn. Ds. Felix weet toch ook wel dat het oprechte, zaligmakende geloofeen teeder leven met God werkt. En zoo vragen wij is met zulk een teeder leven bestaanbaar dat men dit alles maar laat doorgaan en met bitterheid de broeders op het lijf valt, die daartegen met alle macht getuigen?

Moest Ds. Fehx niet eens gaan vragen: waar gaat het met het Ned. Herv. Kerkgenootschap heen? De ban is en wordt nog uitgesproken tegen mannen die voor de eere Gods strijden, maar socialisten kunnen straffeloos gebruik maken van de kerkgebouwen om hun heillooze leer te verkondigen, zij blijven zelis als leeraars gehandhaafd, zij kunnen straffeloos de zielen verwoesten. Kan dit voor deze Ds Felix verborgen zijn? Waar in meer dan eene Friesche gemeente de socialisten bij de kerkelijke stembus de sterksten blijken te zijn, zoodat zij meester zijn of willen worden van kerkelijke goederen en de besturen daartegenover machteloos staan, — kan Ds. F. daarvoor de oogen sluiten? Wanneer het openbaar wordt dat verreweg het grootste deel der zich noemende orthodoxen zich beweegt op de ethische lijn en steeds meer naar het modernisme neigen — is dit dan niet openbaar ook voor Ds. F.? Wanneer mannen als de Heer Wildeboer van Oudewater openlijk toonen gemeene zaak te willen maken met joden en ultra moderne predikanten, om een liberalist in zijn district verkozen te zien, en wanneer vele zich noemende orthodoxe predikanten, zij het dan ook minder openlijk, denzelfden weg bewandelen, kan Ds. F. daarvan dan nooit iets hebben gehoord? Ziet Ds. F, dan niet dat gelijk Ds. Wildeboer en allen die gelijk hij| gezind zijn, zich er niet meer voor schamen om 's Heeren volk in het aangezicht te slaan, door een modern prediker op den kansel toe te latM en zelf daaronder te gaan zitten.

Ons dunkt Ds. F. mocht over deze dingen wel eens nadenken en zich eens afvragen wat er toch voor de Ned.Gereformeecdtn die braken met de synodale Hiërarchie toch voor begeerlijks in het Ned. Herv. Kerkge nootschap te vinden zou zijn om te begeeren daarheen zich weer te begeven. We zouden de gewasschene zeug gelijk zijn, die terugkeert tot de wenteling des slijks, als we zochten weder onder de synodale Hiërarchie te komen.

Het gaat Se opnieuw Gereformeerde kerken als de zielen die tot bekeering komen. Deze ontmoeten dan op hun weg veel ellende, hebben veel strijd, klagen menigwerf over doriieid daarbinnen en toch voor geen schatten der wereld zouden ze den weg der zonde weder op. En zoo kunnen de kerken die terugkeerden tot Gods getuigenis veel ellende op haar weg ondervinden, doch dit doet haar niet terug veriangen naar de banden der zonde, want men ziet in deze den dood.

Metterdaad men staat hier voor een psychologisch raadsel.

Dat mannen als Ds. Felix zich in den weg der Doleantie niet vinden konden, begrijpen we.

Daar was hun verleden niet naar, noch de neiging van hun karakter.

Maar dan, zou men zeggen, moesten ze nu in het Synodaal genootschap te kloeker en te v/armer den strijd tegen het ongeloof en tegen het onrecht hebben aangebonden. Doch.... zie, hier nu juist bespeurt men

Veeleer hebben deze broederen van allen strijd afgelaten. :

Érger nog, ze hebben zich, op een wijze die ze vroeger zelven voor ongeoorloofd zouden hebben gehouden, verbroederd met diezelfde mannen, die ze vroeger met zulk een ophef en zoo energiek bestreden.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 21 juni 1891

De Heraut | 4 Pagina's

Uit de Pers.

Bekijk de hele uitgave van zondag 21 juni 1891

De Heraut | 4 Pagina's