Dr. H. W. Ter Haar heeft

Dr. H. W. Ter Haar heeft het Calvinistisch Nederland aan zich verplicht door een soms aaakrijke en niet te onbillijke biographic van Trigland te leveren. Geestverwant van Trigland is hij niet. Integendeel, ware Trigland nog in leven, en had hij van Ter Haars standpunt kennis genomen, licht dat hij met al den gloed zijner overtuiging hem had terecht gezet. Ter Haar plaatst zich meer op religieusphilosophisch standpunt, en acht van dat standpunt bezien de figuur van Trigland, als van een der stoerste Calvinisten, belangwekkend genoeg om hem een studie te wijden.

Die studie draagt blijk van breed onderzoek. Hij kent een goed deel van Triglands geschriften. Hij heeft vele bijzonderheden over zijn leven opgespoord. En hij heeft door een summiere inleiding over de Remonstrantsche troebelen Trigland in de lijst van zijn tijd pogen te zetten.

En zonder dat dit onderzoek nu in elk opzicht voldoet, en zonder dat Trigland hem nu juist sympathiek is geworden, is hij toch ongemerkt onder den indruk van zijn machtige persoonlijkheid geraakt.

Hij kan het dan ook niet goed lijden, dat menig oud geschiedschrijver op zoo onbillijke wijje zijn beeld heeft zwart gemaakt.

Van Triglands tijdgenooten kon dit er nog mee door, hoewel hij ook van hen aantoont, hoe ze door partijzucht verblind, hun tegenstander miskend hebben. Zelfs Vondel spaart hij in dit opzicht niet. En van allerlei blaam, die op zijn karakter is geworpen, spreekt hij hem vrij.

Maar vooral legt hij er zich op toe, om aan te toonen, hoe slecht het beeld gelijkt, dat latere critici van Trigland geleverd hebben.

Met name zijn ^eerlijkheid als historieschrijver neemt hij met beslistheid in bescherming.

Zoo zelfs is hij ten slotte met Trigland ingenomen, dat hij hem niet ongaarne als wapen gebru'kt, om den hedendaagschen Gereformeerden een slag in het aangezicht te geven.

Zoo ze nog mannen als Trigland waren, men zou eerbied voor ze hebben.

Maar nu. . . . Om Triglands wille laten we deze verdachtmaking door een auteur, die blijkbaar evenmin de tegenwoordige Gereformeerden begrijpt, als Vondel Trigland begreep, ons niet ongaarne aanleunen.

Wat Trigland van Vondel c. s. overkwam, moest ons wel van hem en zijn geestverwanten overkomen.

Doch gelijk in Ter Haar eindelijk een man is opgestaan, die Trigland zoo kloek tegen zoo onbillijke beoordeelaars onder zijn tijdgenooten in bescherming nam, valt ons misschien, na even lang verloop van tijd, gelijke eereherstelling te beurt tegenover dezen schrijver.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen